George
Butterworth
(1885 - 1916)
|
Intro |
Dowson
|
Dymock Poets |
Roelofs
|
Moeran |
de Bock
|
Breitner |
Schelfhout
|
Olie |
George Sainton Kaye Butterworth,
de Britse componist, muziekcriticus en
verzamelaar van volksmuziek en -dans, diende bij het Britse leger tijdens de
Eerste Wereldoorlog, tot hij sneuvelde door een kogel van een sluipschutter
in augustus 1916. Geboren op 12 juli 1885 in Londen uit een welgestelde
gestelde familie, werd Butterworth grootgebracht in York voordat hij zijn eerste
opleiding ontving in Eton. Daar begon hij zich voor muziek te interesseren en
zijn belangstelling groeide gedurende zijn tijd aan Trinity College in Oxford.
In
deze periode ontmoette hij zowel Ralph Vaughan Williams als Cecil Sharp,
ontmoetingen die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van zijn muzikale
ambities. Na een jaar les te hebben gegeven aan Radley, ging Butterworth
voor een korte periode studeren aan het Royal College of Music. Zijn interesse
voor het verzamelen van volksmuziek (samen met Sharp en Williams) stamt
uit deze tijd. Muzikaal gezien staat Butterworth bekend als de componist van
'The Banks of Green Willow' (uit 1913) en het op muziek zetten van 'A
Shropshire Lad' van Alfred Edward Housman in 1912. In deze tijd schreef hij
ook kritieken voor de London Times.
Het
uitbreken van de oorlog in Europa in augustus 1914 deed Butterworth zich
aanmelden als luitenant bij het 13e Bataljon van de Durham Light Infantry. Voor
zijn inscheping naar Frankrijk heeft Butterworth echter al zijn werk vernietigd
dat
zijn toets der kritiek niet kon weerstaan. Dat is de reden dat zijn muzikale
output
wat klein is. Gedurende twee jaar van zijn dienst was hij koerier en verdiende
het Military Cross vanwege het succesvol verdedigen van een loopgraaf in
Pozieres van 17 tot 19 juli 1916. Als man met de reputatie moedig te zijn, werd
Butterworth gedood terwijl hij een aanval leidde tijdens het Somme offensief in
Pozieres op 5 augustus 1916. Het lichaam van Butterworth is nooit gevonden,
maar zijn naam staat vermeld onder de 73.357 vermisten op het Thiepval
Memorial. Hij werd 31 jaar.