In
het dagelijkse
leven werkte Jacob Olie als timmerman en architect. Later werd hij
leraar kunsten en directeur van de eerste technische school in
Nederland. Maar in zijn vrije tijd was hij ook een enthousiast
amateurfotograaf. Omstreeks 1860 bouwde hij zijn eerste camera, waarmee
hij uitgebreid experimenteerde. Op straat vroeg hij beleefd aan
vrienden en bewoners of zij voor hem wilde poseren. En dat was niet een
kwestie van alleen maar 'klik'. Men moest minstens een minuut lang
helemaal stil staan, want het primitieve apparaat kon absoluut niet
overweg met beweging. Ook zijn familieleden -Olie kwam uit een rijk
geslacht dat de zeeën bevoer- werden vaak gebruikt als model.
Jacob
Olie, zelfportret
In het begin
bleef zijn actieradius beperkt tot rondom zijn eigen woning. Het
kwetsbare
apparaat stond hem nauwelijks bewegingsvrijheid
toe. Thuis, in zijn tot donkere kamer
omgebouwde bedstede, moest Olie zijn eigen gemaakte
glasplaten, vanwege de gebruikte
chemische emulsie, binnen twee minuten belicht
en ontwikkeld hebben, anders mislukte
zijn portretten. Vaak zag men hem door de straten
rennen met de natte collodium platen
onder de arm. Later richtte hij ook donkere kamers
in bij vrienden en bekenden, zodat
hij de stille grachten kon fotograferen, vaak
vanuit een zolderraam of een andere verheven
positie. Een aantal van deze op zich staande
opnamen werden dan aan elkaar gelegd tot
indrukwekkende panorama's, tot soms wel zeven
foto's toe.
Prinseneiland
Na de
dood
van zijn vrouw, werd Jacob zo in beslag genomen door de opvoeding van zijn
kinderen en door zijn werk als directeur,
dat de camera in een oude tas werd opgeborgen. Pas toen hij met pensioen ging, pakte
Olie zijn oude hobby weer op. Intussen
had
de fotografie een aantal duidelijke technische
stappen vooruit gemaakt, dankzij nieuwe lenzen
en kant-en-klare glasplaten. Als groot
liefhebber van architectuur, raakte hij erg geinteresseerd
in de bouwkundige ontwikkelingen
van het zich snel uitbreidende, industrieële Amsterdam.
Concertgebouw
Olie
maakte
zo'n 3.600 opnamen van nieuwbouwprojecten. Het Centraal Station, het Beursgebouw,
het Paleis voor Volksvlijt, nieuwe
grachten en luxe-hotels. En nog steeds
werd
hij gefascineerd door hoge uitkijkpunten.
Vanaf daken, instabiel steigerwerk en vanaf de
Montelbaanstoren documenteerde hij zijn
stad in ontwik- keling als een geboren
verslaggever.
En niet te vergeten de bevolking
van Amsterdam...
Markenplein
Jacob Olie
heeft zihjn stadsportretten nooit gepubliceerd of tentoongesteld.
Fotograferen
was slechts zijn liefhebberij. De immense fotocollectie
is nu eigendom van het
Amsterdams Gemeente Archief. De foto's met hun
eenvoudige maar krachtige compositie,
en nog versterkt door het vogelperspectief, geven
een uniek beeld van het veranderende
Amsterdamse straatbeeld. Maar helemaal karakteristiek
is het levendige enthousiasme
waarmee Olie door zijn lens keek...
(Bron: RNW, Anne Versloot)
Zandhoek
Over
het leven en werk van Jacob Olie
|