Jacob Olie (1834 - 1905)


 

   | Intro | Dowson | Butterworth | Dymock Poets | Roelofs | Moeran | Breitner | Schelfhout | de Bock |


 

Jacob Olie is beroemd als gedreven fotopionier en
portretfotograaf, maar toch vooral als de man die in
beelden de kroniek schreef van het Amsterdamse
straatbeeld en stadsgezicht. Tussen 1860 en 1905
maakte hij duizenden foto's met zijn zelfgebouwde
camera's. Zijn artistieke oog werd geboeid door de
klassieke schoonheid van de oude binnenstad en
door het steeds wisselende tafereel van mensen,
dieren en dingen op straat. Door hun rijkdom en zeg-
gingskracht roepen de foto's van Jacob Olie een on-
geëvenaard scherp beeld op van de hoofdstad op
het breukvlak van twee eeuwen.

 

In het dagelijkse leven werkte Jacob Olie als timmerman en architect. Later werd hij leraar kunsten en directeur van de eerste technische school in Nederland. Maar in zijn vrije tijd was hij ook een enthousiast amateurfotograaf. Omstreeks 1860 bouwde hij zijn eerste camera, waarmee hij uitgebreid experimenteerde. Op straat vroeg hij beleefd aan vrienden en bewoners of zij voor hem wilde poseren. En dat was niet een kwestie van alleen maar 'klik'. Men moest minstens een minuut lang helemaal stil staan, want het primitieve apparaat kon absoluut niet overweg met beweging. Ook zijn familieleden -Olie kwam uit een rijk geslacht dat de zeeën bevoer- werden vaak gebruikt als model.
 


Jacob Olie, zelfportret

In het begin bleef zijn actieradius beperkt tot rondom zijn eigen woning. Het kwetsbare apparaat stond hem nauwelijks bewegingsvrijheid toe. Thuis, in zijn tot donkere kamer omgebouwde bedstede, moest Olie zijn eigen gemaakte glasplaten, vanwege de gebruikte chemische emulsie, binnen twee minuten belicht en ontwikkeld hebben, anders mislukte zijn portretten. Vaak zag men hem door de straten rennen met de natte collodium platen onder de arm. Later richtte hij ook donkere kamers in bij vrienden en bekenden, zodat hij de stille grachten kon fotograferen, vaak vanuit een zolderraam of een andere verheven positie. Een aantal van deze op zich staande opnamen werden dan aan elkaar gelegd tot indrukwekkende panorama's, tot soms wel zeven foto's toe.


Prinseneiland
       

Na de dood van zijn vrouw, werd Jacob zo in beslag genomen door de opvoeding van zijn kinderen en door zijn werk als directeur, dat de camera in een oude tas werd opgeborgen. Pas toen hij met pensioen ging, pakte Olie zijn oude hobby weer op. Intussen had de fotografie een aantal duidelijke technische stappen vooruit gemaakt, dankzij nieuwe lenzen en kant-en-klare glasplaten. Als groot liefhebber van architectuur, raakte hij erg geinteresseerd in de bouwkundige ontwikkelingen van het zich snel uitbreidende, industrieële Amsterdam.


  Concertgebouw

 

Olie maakte zo'n 3.600 opnamen van nieuwbouwprojecten. Het Centraal Station, het Beursgebouw, het Paleis voor Volksvlijt, nieuwe grachten en luxe-hotels. En nog steeds werd hij gefascineerd door hoge uitkijkpunten. Vanaf daken, instabiel steigerwerk en vanaf de Montelbaanstoren documenteerde hij zijn stad in ontwik- keling als een geboren verslaggever. En niet te vergeten de bevolking van Amsterdam...


Markenplein

 
Jacob Olie heeft zihjn stadsportretten  nooit gepubliceerd of tentoongesteld. Fotograferen was slechts zijn liefhebberij. De immense fotocollectie is nu eigendom van het Amsterdams Gemeente Archief. De foto's met hun eenvoudige maar krachtige compositie, en nog versterkt door het vogelperspectief, geven een uniek beeld van het veranderende Amsterdamse straatbeeld. Maar helemaal karakteristiek is het levendige enthousiasme waarmee Olie door zijn lens keek...

(Bron: RNW, Anne Versloot)


   Zandhoek

 
 

   Over het leven en werk van Jacob Olie