Naar de Velden van weleer...                                             
                                                                                                        
   Intro
   Sporen in de tijd
   De eerste sporen
   De Boog geslecht
   Het verlangen naar huis
   Epiloog
                                                                                                                                                                   

De Poort naar de Hel
Maandag, 4 oktober 2010



"Bij het passeren van deze poort, wie denkt nog aan

de roemloze doden, het voer voor de kanonnen?
Wie zal vergeving geven aan hun smerig lot,-
Die verdoemden, dienstplichtigen, die zonder zege bleven?...
Die doden die worstelden in het slijk, zij rijzen met recht op
om deze tombe der misdaad te bespotten"

- Siegfried Sassoon



Menenpoort, Ieper


Niet al te lovende woorden van deze Engelse oorlogsdichter over de uit 1927 daterende Menenpoort, met de namen van bijna 55.000 vermisten van vóór augustus 1917. Velen vonden toen al de Menenpoort veel de protserig en geen recht doen aan wat de Britse troepen hier hadden moeten doorstaan. Hierlangs marcheerden de soldaten naar het front, want voorbij deze poort strekte zich de Ieper Salient uit, de boogvormige frontlijn rond de stad, waarlangs vanaf oktober 1914 de vijandige legers zich opstelden. De Duitse troepen wilden een doorbraak naar de Noord-Franse kust forceren, maar het Frans-Britse bastion vormde een onneembaar obstakel. Vier jaar van opeenvolgende belegeringen en hardnekkige weerstand resulteerden in een totaal verwoeste streek en meer dan 500.000 gesneuvelde soldaten. Zij liggen begraven op de meer dan 170 militaire begraafplaatsen in de omgeving.

Op slechts 5 kilometer van de Menenpoort ligt langs de Meenseweg mijn hotel "tHooghe" op de plek van het verwoeste "Hooghe Château". Letterlijk "hoog", want Ieper in het vlakke Vlaamse land wordt aan drie kanten omringd door lage heuvels, waarom voortdurend werd gevochten. De Salient was gehaat en gevreesd, want de Duitsers hadden op dit hogergelegen land onnoemelijk veel veldgeschut opgesteld om de ingesloten Britten dag en nacht te bestoken. De Meenseweg was volgens de Britse soldaten de 'Gateway to Hell', omdat deze de directe aanvoerroute vormden naar de loopgraven.

Vandaag 'doe' ik de Meenseweg: Een keurig fietspad, licht-stijgend naar tHooghe, langs bouwland en boerderijen en lage, beboste heuvels in herfsttooi. Het is aangenaam warm voor de tijd van het jaar, het najaarslicht is prachtig...

'Al snel verdwenen weg en boomstronken, om over te gaan in teakhouden en beuken balken, onvast en soppend onder de voeten. Hoog opgestapeld langs het pad lagen geweren, dode paarden en muilezels, rozig vocht druipend uit de gaten in hun huid, wagens, brancards, telefoonkabels, granaten en bommen, poncho's en helmen'.                    - Henry Williamson



Meenseweg


De frontlijn liep over het domein van het Kasteel tHooghe en de sporen hiervan zijn nog duidelijk aanwezig. In juli 1915 groeven de "Royal Engineers" van het Britse leger (mijnwerkers en gravers van de Londense Underground) een tunnel onder de Duitse loopgraven en vernielden deze met bijna 2 ton zware explosieven. De ontploffing, op dat moment de hevigste in de geschiedenis, veroorzaakte de vermaarde mijnuitholling die het mikpunt werd van bloedige gevechten gedurende de volgende drie jaren.



                                                                      Mijnuitholling 't Hooghe
 
Ik sta op het kasteelterrein aan de voet van de toenmalige krater, nu een dromerige vijver, waarin het kleurig herfstblad van de omringende bomen zich spiegelt. Een witte zwaan trekt een kabbelende V op het roerloze wateroppervlak. Achter de vijver liggen wat eens de loopgraven waren, met ingezakte wanden en halfvergane plankiers. Granaathulzen liggen achteloos opgestapeld in het bos. Ja, het bos. Want ondanks het feit dat het landschap aan weerszijde van de frontlijn herschapen was in een pokdalig maanlandschap hebben natuur en cultuur zich hersteld en zijn hoeves met akkers en weiden, beken en grachten, wegen, bomenrijen, hagen en poelen teruggekeerd. En zo weerspiegelt ook dit fraaie hotel zich in de voormalige mijnuitholling. Mijn balkon geeft uitzicht op deze tuin. Ik sluit de ogen en probeer mij voor te stellen: Modder, verderf en totale uitzichtloosheid. Zelfs de schamele Britse loopgraven beneden mij verdwenen goeddeels in de loop van de oorlog. Ook iedere boom, elk stukje natuur en alle bebouwing. Gewonden die niet meer werden opgepakt of zich niet meer konden voortslepen bleven kermend achter, zonken weg in de modder of klampten zich vast aan de rand van bomkraters die zich langzaam met water vulden...
Ik sluit de balkondeur zorgvuldig, trek de gordijnen stevig dicht. Ik zal vanavond lang de slaap niet kunnen vatten...