I Alternatieve Geneeswijze I de Lakenpluizer I Summerstory I de Vruchtbare Fabriek I Art by Rolf Jordan I 

SUMMERSTORY



'We are not of Alice, nor of thee, nor are we children at all...
We are nothing; less then nothing, and dreams.
We are only what might have been...'

- Charles Lamb



HOOFDSTUK 1

Languit liggend in het hoge gras, met toegeknepen ogen tegen het felle licht, schoten
deze regels over een voorbije kindertijd de man door het hoofd. Trefzeker en
onontkoombaar. Een gapend gat van meer dan een halve eeuw, onoverbrugbaar... Het
sprietje in zijn mond was de directe aanleiding dat zijn gedachten naar vroeger dwaalden. Langzaam kwam hij overeind en tuurde de horizon af: Garway Hill in de verte... Was het daar niet dat hij zijn eerste huizen bouwde? Huizen die hij samen met Sees, een vriendelijke man die hij ontmoet had bij zijn schoonzuster, betaalbaar , maar toch voorzien van alle comfort en opgesierd met dakkapelletjes en hekjes had gebouwd. De huizen waren sneller verkocht dan hij ze kon bouwen. Hun echtgenotes konden nauwelijks geloven hoe snel hun geld aangroeide. Hij keek naar zijn handen en dacht:
“Hiermee kan dit toch echt niet tot stand gebracht zijn”. En weer gingen zijn gedachten
terug naar die vreselijke overnachting hoog op de flanken van de K2 die hem bijna het
leven, maar zeker drie vingers kostte... Drie vingers waarmee hij zich aan het leven
vastklampte, lief had en creatief was. Hij moest deze handicap accepteren en ermee
leren leven, nee, ermee een nieuwe start maken.

Langzaam streek hij met zijn linker hand door het sluike haar en realiseerde zich
plotseling dat hij nog zijn studie moest afmaken over het gebruik en voordeel van stalen
ledikanten ten tijde van de zonsverduistering. Hoeveel nachten moest hij nog door-
brengen in dit stalen ros. Zijn medestudenten konden de laatste volledige zons-
verduistering niet licht vergeten! Hoe slingerde het lint van ledikanten zich naar de top
van 'Hoogte 80', het punt dat in de wijde omgeving de zon het meest nabij kwam. Ook de pers had zich volledig op dit evenement gestort, al kregen de gebeurtenissen
in de ledikanten ruim méér aandacht dan de verduistering zelf. Neem nou de ledikanten
op halve hoogte, die paarsgewijs gevuld waren met studenten. Allen hadden de mobiele telefoon uitgezet om ongestoord zich bezig te kunnen houden met de natuurlijke drang
die iedere student heeft. Zo ook Cees en Marieke. Na zich ontdaan te hebben van hun
slordig volgepropte rugtassen kwamen na een grondig doorzoeken van alle vakken en
vakjes de eerder gratis verstrekte glaasjes te voorschijn. De buren op het bed naast hen behielpen zich met afgekeurde CD-r's, maar uiteindelijk had een ieder een bescherming tussen de ogen en de zon geplaatst. Het moment dan men zich kon overgeven aan de
natuurlijke drang –het studeren - naderde nu snel. Langzaam kroop de schaduw van de
maan voor de zon. De zon was niet meer te zien, het was nu aardedonker. De duisternis ontlokte, als vanzelfsprekend, andere gevoelens bij deze twee studenten. Omdat ze het
warm kregen werd ondanks het nadrukkelijke verbod hun mobieltjes te gebruiken de
hulp van Sees ingeroepen, de expert als het ging om het bouwen van doorzonwoningen.
Een speciale constructie rondom het bed om de warmte buiten te houden als de zon weer in haar volle glorie tevoorschijn zou zijn gekomen moest voor hem een peulenschil zijn. Zij hadden Sees onlangs uitgebreid gesproken bij hun tante Ria toen zij voor het eerst hun samenwoonplannen schuchter aan de buitenwereld prijsgaven. “Als jullie dat echt willen” sprak Sees na lang aarzelen, “dan ziet er niet anders op dan.....” “Wat dan?” spraken zij in koor. “Nou uch..... uch........... de zon komt over 7 minuten terug. Ik red het nooit, om op tijd de temperatuur weer naar beneden te brengen. Het spijt mij echt, het enige wat ik jullie aanraad is ........ Maar wat dan ? Vertel het ons gerust Sees. 'Het bed en de heuvel verlaten, en wel direct!' sprak Sees met grote wanhoop in zijn stem. 'Ga naar het centrum van de stad nu het nog kan, elke 3 minuten gaat er een bus' Hier nam Sees een groot risico, want de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer was ook hier onderwerp van discussie.

De twee studenten, toch al enigszins wereldvreemd door de jarenlange schoolbanken,
volgden blindelings dit advies en lieten zich met achterlating van al hun spullen van de
schemerige heuvel afrollen. Beneden gekomen reed de bus net weg. Hoe kan dit nou?
De bus reed nooit op tijd ! Via hun mobieltje belde ze een taxi. Ze hadden geen tijd te
verliezen. Het werd al schemerig. Als je staat te wachten duurt het altijd langer dan
wanneer je niet wacht dacht marieke. Daar was de taxi. Snel erin. "Woor would u
neertoi" vroeg de taxichauffeur. Wier wolden noi de Kirksteet nummerooi 186. Kirksteet nummerooi 186 ???? wiétte dot zieger ???? Het stel werd aan het twijfelen gebracht,
maar tegelijkertijd werd één ding zeker: Zij konden door hun manier van praten hun
afkomst niet langer geheim houden. Zij waren niet van hier! 'Wier wolden noi de
kirksteet' Het Starink Instituut voor dialectonderzoek zou dit plaatsen even te noorden
van Ruurlo in de Achterhoek. Barchem om precies te zijn, de plek van de witte wieven... 'Is't nie better naor huus te gaon?' verbrak de taxichauffeur de stilte. De twee achterin keken elkaar verbijsterd aan. Cees voelde een grote woede in zich opkomen en hief de vuist. Zonder zich een moment te bedenken dat hij bijna door zijn voorwaardelijk straf heen was.

Het was alweer jaren geleden dat hij een verwoed speler was van het verslaafde
spel "Wakken en IJsberen" Hij werd toen in de jaren negentig veroordeeld door de
rechtelijke macht. Een groep milieuactivisten hadden hem aangeklaagd omdat hij de
ijsberen vaak verwarde met wakken. Zijn voorwaardelijke straf bestond uit het schoon-
houden van het ijsberenverblijf van Burgers ZOO te Arnhem gedurende het winter-
seizoen om zodoende van nabij te ervaren hoe de ijsberen zich ook in gevangenschap
om de wakken zouden verzamelen. Het zou zijn verdrongen verleden opnieuw beleven,
maar met de kennis van vandaag niet in dezelfde val trappen..... Het was beter nu in te
binden en op vriendelijke toon de taxichauffeur nogmaals te vragen hen naar de
Kerkstraat, nummer 186 te brengen. 'De Kerkstraat eindigt met nummer 184' sprak de chauffeur emotieloos. 'Daar wil ik jullie wel afzetten, maar uiteraard op eigen risico. En zegniet dat ik jullie niet gewaarschuwd heb!' Het viel de studenten gelijk op dat deze zinnen er in keurig algemeen beschaafd Nederlands uitkwamen. Hadden ze hier wel van doen met een taxichauffeur of misschien wel met een.....


HOOFDSTUK 2


Op hetzelfde moment dat de taxichauffeur Sees en Marieke naar een niet bestaand huisnummer bracht, ging de telefoon. "Met oom Simon" sprak een zeer beschaafde stem "het is goed, ik ben dit weekend vrij". Nee toch... dacht ik, niet weer ! Oom Simon was een man die het niet zo nauw nam met de huidige normen en zeden. 'Cut, cut, cut'
onderbrak de regisseur deze nieuwe scène. 'Hoezo ik? Zit er soms nog iemand in de taxi? Nou, dat is dan geheel afwijkend van het draaiboek!' Vloekend en tierend liet hij zich weer op zijn linnen klapstoeltje zakken en brulde: 'Alles opnieuw, en nu graag goed!
''Nee toch... dacht Marieke, niet weer! Oom Simon was een man die het niet zo nauw
nam met de huidige normen en zeden. 'En nu jij, Sees! Hier begint jouw tekst' riep de
regisseur vol verwachting. Sees nam de telefoon over van Marieke en sprak op plechtige toon: "Ons moeder vindt het niet goed dat wij bij u komen omdat u de koffie kopjes niet goed schoonmaakt" (het was even stil aan de andere kant). "uwes mom moeit nich zwammen, sie klots !" sprak oom Simon. Als oom Simon boos was ging hij altijd over op een vreemd dialect. Sees snapte het niet meer. Het was bekend dat toen oom Simon een uitkering kreeg hij naturist was geworden. Niet dat de regisseur bezwaar had tegen een aantal naaktscènes met oom Simon. Het was hem namelijk bekend dat oom Simon in vroeger dagen zijn medewerking had verleend aan films van het niveau "met mijn trompetje in de drukke alpenwei". Het was tijdens die opnamen dat oom Simon de smaak van het naaktlopen te pakken had gekregen. En die 'bekering' stak hij niet onder stoelen of banken, zeker niet toen hij als werkloos acteur een uitkering had gekregen.

Nu oom Simon opnieuw een rol in een film kreeg aangeboden had de angst bij de
regisseur post gevat dat, als Oom Simon deze rol zou spelen, hij deze ongemerkt in zijn
dagelijks leven zou integreren. Oom Simon besefte vaak niet dat er verschil is tussen
fictie en realiteit. Een naakte oom Simon op een niet bestaand adres die een rol moet
gaan spelen van een louche moordenaar. Voor de derde achtereenvolgende dag kopte
de plaatselijke courant over het verdwijnen van Sjaan, de vrouw van oom Simons broer
Harry... Zo maar verdwenen, met de noorderzon vertrokken, of erger... Sjaan was er de vrouw niet naar om zich plompverloren in een nieuwe relatie te storten of om
onaangekondigd de wijde wereld in te trekken. Een eigenschap van haar deed echter het ergste vrezen. Ze is namelijk in staat om iedereen "het" naar zijn of haar zin te maken. Door deze gave is een van haar kinderen van Koninklijke afkomst. Doordat dit kind steeds meer op haar vader begon te lijken vreesde men een ontvoering of nog erger, chantage. Omdat zij, zoals eerder vermeld, geen vrouw is die steeds nieuwe relaties aangaat omdat ze het iedereen naar de zin wil maken.

Nu was het een publiek geheim dat oom Simon en zijn familie tot het laagste allooi van de samenleving behoorden en geen enkele methode ongemoeid lieten om zich
financieel te verrijken. Harry, die na zijn vrijlating alweer een aantal inbraken op zijn
geweten had.... en Sjaan die beweerde kinderen voorgebracht te hebben van 
Koninklijke bloede. Wat zelfs broer Harry niet wist, wist oom Simon. De kinderen van Sjaan waren helemaal haar kinderen niet want voor de operatie heette Sjaan John! Waarachtig een groot geheim dat oom Simon met zich meedroeg. Graag had hij zich in het leven opgewerkt (desnoods over de ruggen van vrienden en familie), hiervoor had hij zelfs netjes leren praten, maar de gebeurtenissen in het leven van Sjaan hadden ervoor
gezorgd dat hij was blijven steken in herschikken van vermogens van zijn medemens.
In zijn kindertijd had hij alle boeken gelezen van Robin Hood. Later in dit verhaal zullen
we nog kennismaken met de drieling.

Want oom Simon kwam uit een kinderrijk gezin. Harrie en Sjaan , een op het oog
gewoon echtpaar, met talloze kinderen woonde boven het café van Oom Barend. Het
café van oom Barend luisterde naar de naam "Kerkstraat 186." Het café van oom
Barend, de eigenaar die van alles wat er in en om zijn etablissement gebeurde, op de
hoogte was. Hij wist dat het het oord was waar het verborgen leven van oom Simon en
John zich afspeelde. Het was de plek namelijk waar ze elkaar in het geheim ontmoetten. Hier was het ook dat hun 'relatie' bijna ontdekt werd. En om erger te voorkomen besloot
John uit de wereld van "Kerkstraat 186" te verdwijnen en als Sjaan zijn rentree te maken
en een relatie aan te gaan met Harrie om zodoende toch nog in de buurt van minnaar
Simon te blijven. En oom Barend wist alles. Harrie en Sjaan namen drie kinderen aan:
Sees, Marieke en.....

De spanning bij de regisseur steeg nu ten top: Nu moest het goed gaan! Naar dit
moment in het draaiboek had hij helemaal toegeleefd, hiervoor had hij zich alles ontzegd, zelfs zijn relatie voor op de tocht gezet. "Ga door, verteller, laat ons niet in onzekerheid" mompelde hij zachtjes. Toen viel er een lange stilte. "Bladzijde 186 uit het draaiboek ontbreekt" klonk de zakelijke mededeling van de floormanager uit de intercom. "Heeft iemand misschien een ander exemplaar ?" Geroezemoes klonk vanaf de set. Niemand had pagina 186! Misschien heeft oom Barend nog een exemplaar ? Maar die is op vakantie en...... Cees is met hem mee. Is hij alleen met Cees? Ja... kan dat niet ? Nee toch.... je weet hoe Cees is..... We moeten onmiddellijk......... Even had niemand de leiding. Cees met oom Barend mee? De verbazing, zeg maar gerust verbijstering, was groot. Oom Barend was, buiten Harry en Sjaan, de enige die op de hoogte was van het bestaan hun derde aangenomen kind. CEES dus - de tweelingbroer van Sees. De eeneiige tweeling die in alles op elkaar leek en volkomen uitwisselbaar was. Zou hij hem de waarheid willen vertellen? Oom Barend en Cees samen weg dus met hoogstwaarschijnlijk pagina 186 van het draaiboek. Natuurlijk, want juist deze pagina bevatte een aantal kopieën van brieven die artsen lang geleden geschreven hadden na de ingrijpende operatie van John.

"Pauze!", schreeuwde de regisseur door zijn megafoon, "en jij mee naar kantoor!",
liet hij de veelbelovende scenarioschrijver weten. Als een mak schaap sjokte de
schrijver van dit epos met de in grote haast verzamelde draaiboek papieren onder de
arm achter de woedende regisseur aan. Deze begon zijn retirade al voor de deur van
het kantoor bereikt was: "Nou mag jij onlangs de 'Gouden Camera' gewonnen hebben,
dat betekent nog niet dat je zomaar het script aanpast. We hebben al genoeg problemen om het budget rond te krijgen. Je introduceert zomaar een dubbelrol. Weet je wel wat dit gaat kosten?" Als de regisseur haren had gehad, stonden die nu omhoog. Tevens wilde de regisseur handelen in de huidige tijdsgeest: die van normen en waarden. Een vergebouwde homoseksueel die drie kinderen aangenomen had waarvan er twee ook nog volkomen inwisselbaar waren. Al deze mensen een rol geven in een dubieuze film waarvan de opbrengsten misschien nihil zouden zijn.

Terwijl de regisseur brulde dacht de schrijver aan zijn bezoek aan het ziekenhuis van hedenmorgen. Hoe de keel- neus- en oorarts de komende tijd op ieder feestje 'de man
zal zijn' als hij vertelt van over de enorme blunder die hij begaan had. Na het voorstel
een kleine punctie te laten verrichten op het laboratorium had hij gezegd: "Kan het 
misschien een andere keer, want ik ben bang niet op tijd uit de narcose te zijn. Ik moet
namelijk nog werken vandaag". Niet meer aan denken, maar deze ongegronde angsten
waren wel een deel van zijn leven geworden. Met de onlangs gewonnen "Gouden
Camera" was iedere noodzaak om te werken verdwenen want om het geld hoefde hij
het niet meer te doen. Plotseling kwam hij op de gedachte misschien wel een 'ghostwriter' in te huren. Terwijl hij daaraan dacht parkeerde een grote Bentley naast zijn kleine net aangeschafte auto met daarin de drieling, keurig naast elkaar gezeten op den lederen achterbank. Nog afgezien van zijn huidige writersblock gebeurden er deze nazomer een paar dingen in zijn eigen wereld, die hij het liefst niet zou willen noemen. Hij heeft het zo lang mogelijk uitgesteld, want hij had er bitter weinig zin in ze op papier te zetten. Maar omdat deze aantekeningen de afrekening van zijn leven vormen, en hij erom bekend staat een nauwgezet schrijver te zijn, is hij genoodzaakt zich te herinneren wat hij het liefste wil vergeten.....

Maar was die heerlijke tijd nu het weekend Berlijn in gezelschap van goede vrienden,
de wakken en beren of misschien wel de ontberingen van de "Dam tot Damloop"?
Of misschien wel de desastreuze ervaring van een hypochonder bij een keel, neus- en
oorarts. De tekstschrijver dacht na en concludeerde dat hij zich nu echt op dood spoor
bevond, of op z'n minst in een cirkeltje ronddraaide. Dit ondanks het feit dat hij met veel
moeite geleerd had het vuur in zijn houtkachel brandende te houden en de klep zo te
openen dat de rook door de harde wind niet de kamer in sloeg. Hij sloot vrede met het hout en het vuur en kreeg de kachel brandend zonder dat de brandweer er aan te pas hoefde te komen. Maar echt met plezier deed hij het niet, en als de kwellingen van weer zo'n winterdag voorbij waren, zonk hij op zijn bed en huilde bittere tranen over zijn vergooide leven.....
 

HOOFDSTUK 3

De taxi was nog enkele straten verwijderd van zijn einddoel. De taxichauffeur
herinnerde zich het gesprek nog goed. "Wier wolden noi de Kirksteet nummerooi 186.
Kirksteet nummerooi 186 ???? wiétte dot zieger ????"  Marieke keek Sees aan. Zijn
gezicht was veranderd sinds hij die relatie had met die K.N.O. arts, Het leek wel of zijn
neus groter geworden was. Ik hoop maar dat hij thuis is. De taxi draaide de Kirkstraat in, er was niets veranderd. De fontein spoot nog steeds met grote kracht zijn sappen de
lucht in. Achter enkele ramen zag ze de nieuwe verkiezingsbiljetten.  Ze begon de
nummers hardop te noemen 168, 170, 172, 174,176, 178, 180. De spanning in de taxi
was voelbaar. Chauffeur en inzittenden zwegen. Stapvoets ging de taxi vooruit. 182 werd gepasseerd en noch Sees of Marieke, noch de taxichauffeur durfden letterlijk vooruit te kijken. De stilte werd pijnlijk. Ieder geluid was hoorbaar. Het gezicht van Sees werd nog pijnlijker, Marieke kon zich met moeite nog bewegen en de chauffeur kreeg zwarte vlekken voor zijn ogen toen zij nummer 182 passeerden. Het was het laatste intact zijnde huis, nummer 184 een zwartgeblakerde puinhoop, daarna restte nog slechts dood en verderf.

Noodgedwongen stapte het gezelschap uit en begaf zich naar de open ruimte voorbij nummer 184. Ze zagen hoe een galg zich donker aftekende tegen de lichte avondhemel. Een dun maantje was boven de huizenrij aan de overzijde verrezen en er hing een vreemd geelgroen licht om de dode gedaante heen die zachtjes aan het touw heen en weer bungelde. 'Chauffeur, wat is dat vreemde licht?' wilde Sees weten. 'Dat betekent dat de schrijver van dit verhaal onschuldig is veroordeeld' sprak de chauffeur zonder emotie. 'Onzin,' zei Marieke, 'ik zal je vertellen waar dat geelgroene licht vandaan komt'  Het heeft te maken met de evolutietheorie. Hierdoor zijn de ijsberen ook wit geworden. Door de jaren heen heeft men altijd gedacht dat het licht wit was. Nu men beschikt over moderne technieken heeft men ontdekt dat dit berust op een misverstand. De geleerde Paul Rozenmuller bleek namelijk kleurenblind te zijn en zoals dat ook ging bij de kleren van de keizer, zei niemand dat'. 'Maar.....' zei Sees..... Het bleef stil.

Uit het licht kwam een gestalte te voorschijn. Op vriendelijke, doch op niet mis te
verstane toon zei deze: 'Kleurenblindheid betekent in dit geval veelkleurigheid, voor
anderen onzichtbaar. Nummer 186 is de symboliek van de leegte, de dood, het verderf.
Het slechte dat moest verdwijnen om plaats te maken voor iets moois, iets mondiaals.
Voor iets onschuldigs, zo maagdelijk wit als pas gevallen sneeuw. De grote beer moest
weer klein worden met een wit/onschuldig geweten. Nog steeds zijn jullie op zoek naar
nummer 186, maar in welke plaats ligt Kerkstraat 186.....? De grote beer werd door de loop van de geschiedenis een kleine beer en als symbool de nieuwe tijd laat zij zich in vele kleuren aan de wereld zien'. 'Der Bär wurde klein, wurde also ein Bärlein und
in den Strassen stehen viele farbigen Bären'.


BERLIJN

De 'Kirkstreet' is een zijstraat van de Albrechtstrasse  en op nummer 186 staat een
bunker, overgebleven uit de oorlog. De deur staat er altijd open..... uitnodigend..... Daal de trap af en betreedt de stinkende ingewanden van dit monster. Reis terug in de tijd en onderga opnieuw het 'Terror des Schreckens'. Voor een tweede maal geboren, met 'n opdracht ditmaal: Om de mensheid vreugde te schenken. Alles wat je nu doet, moet je medemens vreugde schenken. Voor elke vreugde die je schenkt krijg je zelf vreugde-punten. Met deze vreugdepunten kun je je geweten sussen om daarna te proberen de draad van het leven weer op te pakken. Door proberen te vergeten wat je daar in het "Terror des Schreckens" ervaren hebt, en in ieder geval nooit na te zullen doen wat je daar gezien hebt, zul je de mensen vreugde schenken. En niet alleen vreugde, maar ook vrede en gerechtigheid, zaken die in de periode van het "Schrecken" zo ver te zoeken waren.

Sees en Marieke hadden het gewaagd een bezoek te brengen aan de bunker en hadden zich stellig voorgenomen hun ervaringen in hun harten op te slaan en er met
niemand over te praten. Maar de vreugdepunten die ze gekregen hadden bij het verlaten van de bunker zouden hen bij inlevering verraden - immers zouden anderen aan die punten kunnen zien dat ze daar geweest waren. Echter, midden in de "Bärenstadt" is een Konditorei waar je, zonder dat je er op aangekeken word, je punten kunt inleveren voor echte, ovenverse, eetbare, slagroompunten. Ze maakten er geen punt van, maar juist deze houding leidde tot onvoorzichtigheid, erger nog: tot loslippigheid. Het was Marieke die bezweek voor de aanbieding. "Vandaag slechts 777 punten voor een puntzak Duitse ballen". Er was slechts één probleem, ze had niet genoeg punten. Hoe kwam ze voor middernacht aan nieuwe punten? Ze was, zonder het te weten in een ernstig dilemma geraakt. 777 punten en dat voor een paar Duitse ballen. Wat kon ze doen? De hoer uithangen, drugs verkopen of een combinatie van beide opties. Maar eigenlijk interesseerde Duitse ballen haar in het geheel niet. Ze kon zich niet aan de indruk onttrekken dat de eigenaar van de Konditorei haar terug wilde sturen naar de bunker om de resterende punten te bemachtigen. Terug dus naar het verleden, terug naar de verschrikking. En dat was het laatste wat ze nog een keer wilde ervaren. "Maar hoeveel punten moet ik eigenlijk inleveren voor een slagroompunt?" dacht ze toen ze haar blik nogmaals door de vitrine met heerlijkheden liet dwalen. "Is het niet beter
dat ik mijn vreugdepunten bewaar voor belangrijker zaken. Het moest toch mogelijk zijn
deze punten ook ergens anders in te leveren. "Whoo kanten ich mijn Puonten noch
inleberen ?" sprak zij in haar beste Duits. "Nouw die punten kan je ook inleveren bij het
Roze Beddenpaleis hier om de hoek" zei de eigenaar in vloeiend Amsterdams. Dat
opende geheel nieuwe mogelijkheden. Marieke zei: "Zie je wel, ze willen me toch de
prostitutie in hebben om van mijn punten af te komen. Het Roze Beddenpaleis. Een beddenpaleis is al erg, maar dan nog een roze. "Weet die taartpunteigenaar eigenlijk wel wat dat betekent, roze?" Er liep een koude rilling over haar rug.

Sees zei niets, keek voor zich uit. Herinneringen kwamen boven. Herinneringen aan
Marieke toen hij haar voor het eerst zag - in het bed met Ted, haar favoriete teddybeer,
en met haar duim in de mond. Ze had de ogen half gesloten en haar blik was wazig, haar gedachten afgedwaald. Alles leek zo vredig, totdat Ted uit zichzelf begon te trillen.
Het was een prettig gevoel. Ze had het al zo vreemd gevonden dat Ted zo zwaar woog.
Nu begreep ze waarom. In zijn trillende lijf zat een ruimte voor 6 zware batterijen. Hoe kon Ted nu ineens zo warm worden ? Terwijl ze Ted aan een grondig onderzoek
onderwierp kwam Sees binnen, gauw deed ze net of ze sliep. Sees bleef als aan de grond genageld staan, want uit het linkeroor van de Teddybeer verscheen rook. Rook die ontstaat als er hitte vrijkomt. Snel rende hij naar het bed, greep de Teddybeer uit Marieke's handen die nog onder de dekens waren, sneed de Teddybeer open en gooide een van de zware batterijen eruit. Nog bibberend lag de beer na te trillen en Marieke was vanaf dat moment niet meer voor rede vatbaar. Ze staarde voor zich uit naar het plafond. "Zal ik de batterij er weer in doen om Marieke te kunnen benaderen?", overlegde Sees bij zichzelf. Hij deed het niet, want een ander lumineus idee kwam in hem op. De batterij bij hem zelf inbrengen, dat was nog nooit eerder vertoond! Slechts een kleine insnijding onder plaatselijke verdoving, wat organen opzij leggen en de batterij in de vrijgekomen ruimte laten zakken. Dichtmaken, pleister erop en klaar is Cees! Maar wat een mogelijkheden zou hij dan hebben! Om te beginnen zou hij.....

Ring....Dong.... Tataa.... Zijn mobieltje ging af. Het was een SMS bericht. "Onmiddellijk hoofdkantoor bellen!" Konden ze hem nou nooit met rust laten. Hij belde het hoofdkantoor. "Met Ahold",  zei een vriendelijke mannelijke stem. "Met CV, wat is er aan de hand ?" zei Sees niets vermoedend. "De grote batterijen die we speciaal voor teddyberen op de markt hebben gebracht zijn in verband met de oorlog in Irak uit de handel gehaald. Ze hebben een dermate kracht en uitstraling dat het effect heeft op de eventuele overwinning van de geallieerden", klonk het nu een stuk zakelijker. Sees schrok, zeker nu hij net op het punt stond de beslissing te nemen om één zo'n batterij in zijn lichaam te plaatsen. Marieke in bed, en vooral niet aanspreekbaar. Een teddybeer die letterlijk stomend lag na te trillen en door de eventuele plaatsing van een batterij in zijn lichaam stond Sees op het punt een oorlog in Irak op mysterieuze wijze te beïnvloeden. Sees moest kiezen, voor Marieke met een batterij in zijn lijf of voor de geallieerden en dan zonder batterij, dus tegen Marieke. Een dilemma.....

Na ampele overwegingen besloot hij, met die zware batterij in zijn hand, naar buiten te gaan en in te stappen in de gereedstaande taxi. Hij mompelde iets tegen de chauffeur. "Kunt u het wat duidelijker zeggen" vroeg deze aan Sees. En opnieuw herhaalde deze zijn zin: "Naar de persconferentie van de Minister van Voorlichting, please! Hotel Palestine. En snel graag, anders hoeft het niet meer"! De taxichauffeur keek bedenkelijk, terwijl hij aan de punt van zijn snor draaide. Via de achteruitkijkspiegel kon hij een blik werpen op iets vierkants dat naast zijn passagier op de achterbank stond. Het zag er vervaarlijk uit. Hij overwoog een aantal mogelijkheden om van de man en zijn bezittingen af te komen. In de eerste plaats zou hij hem gewoon naar de persconferentie van de Minister van Voorlichting kunnen brengen. Maar als daar iets 'mis zou gaan' zouden niet alleen de sporen naar zijn passagier leiden, maar zeker ook naar hem. En dat kwam hem nou net niet zo goed uit. Zijn oosters sprekende collega had hem al eens gepolst of hij er niet voor voelde mee te werken aan een 'project' waarover de hele wereld zou spreken. Dat vierkante ding op de achterbank zag er precies zo uit als die collega beschreven had. Zoiets had hij nodig. Had hij gezegd, om zijn daad te kunnen volbrengen. Hij minderde vaart voor het consulaat van Afghanistan in de Instanboelstrasse. Hij stopte en wist de strenge blik van de bewakers van het consulaat op zich gericht. Hij stapte uit, liep rondom de wagen en opende het portier om zijn passagier uit te laten stappen. Onwillekeurig werd zijn blik naar het pakket op de achterbank getrokken. 'Verpakt in Sinterklaaspapier' mompelde hij onverstaanbaar. 'Vieren jullie ook Sinterklaas?' wierp zijn passagier hem van enige afstand toe. 'Graag voorzichtig uit de auto tillen!' Door het aanraken van het pakket realiseerde hij zich dat hij nu een van hen was, medeplichtig aan HET project van de 21e eeuw. Het was nu niet meer alleen “zien, ruiken, voelen en horen”, er kwam nog een vijfde dimensie bij. Eva had nooit die appel gegeven als zij dit had geweten! Het bekende lied van Frans “Heb je even voor mij” gonsde in het hoofd toen CV uitstapte. Waar moest hij dat vandaan halen? "Sinterklaaspapier" gonsde het door zijn hoofd. "Sinterklaaspapier, hier aan de Instanboelstrasse in het hartje van Berlijn". Waar worden pakjes met een dergelijke verpakking vergeven? Plotseling werd het hem duidelijk dat het pakketje dat hij juist had aangeraakt in verbinding moest worden gebracht met een land met een 'sinterklaas papiertraditie'. Nederland misschien? Bij die gedachte hoorde hij een vreemd tikkend geluid. Hij keek naar de doos verpakt in sinterklaaspapier en dacht: 'Baby's, ja zelfs prinsenkinderen, werden toch door de ooievaar bezorgd, of minstens toch uit de boerenkool getrokken? In een luier gewikkeld, of besmeurd met klei? Maar verpakt in sinterklaaspapier was wel héél bijzonder en bovendien erg tijdsgebonden!' Het tikken was inmiddels overgegaan in een niet te negeren gebons, dat hem deed besluiten -tegen alle regels in- de doos van zijn verpakking te ontdoen, ondanks dat op het aangehechte adreskaartje de naam vermeld stond van een voor hem onbekend persoon. De doos, die tevoorschijn kwam, was bedrukt met een roze rietenmotief zodat het leek op een grote roze mand. Voorzichtig deed hij de deksel open. In de doos zag hij een paar kranten liggen. Een van de kranten kwam uit Holland. Met sierlijke letters stond op de voorkant "we noemen haar Amalia". De kranten in de mand bolde enigszins op. Het bevreemdde hem  dat de kranten niet plat op de bodem van de doos lagen. Hij kon bijna zijn oren niet geloven maar hij hoorde opnieuw duidelijk een getik. Zeer recentelijk was bekend geworden dat dierenactivisten vanuit Engeland, via Nederland hun werkterrein naar Duitsland wilden verplaatsen. Amalia duidt wellicht op het net geboren koningskind, maar wie of wat is een koningskind voor een dierenactivist? Het getik werd luider, het getik van nagels die zich een weg naar buiten probeerde te krabben. Een prachtige leeuwenwelp met vacht van puur oranje sloeg de voorpoten over de rand van de doos. Eén pootje glee terug en nam met een scheurend geluid het sinterklaaspapier met zich mee. De volgende poging om uit de doos te klauteren was meer succesvol. Het leeuwenjong liet zich op de achterbank glijden en waagde tenslotte de laatste sprong naar de stoeprand. Bij het zien van deze mascotte van ons nationale elftal knielden de omstanders neer uit groot ontzag, alsof de uitslag van het komend treffen al vaststond. De toegestroomde menigte week uiteen toen het leeuwenjong langzaam en trots richting de MacDonalds liep.

CV twijfelde, moest hij het leeuwenjong achterna of een persconferentie geven. De emissie van nieuwe aandelen was een groot succes. 92% van de nieuwe aandelen waren inmiddels volgestort. Wat was belangrijker? Hij kwam bij op het roze laken van de recovery. In zijn gedachten ging hij terug naar het moment dat hij in een taxi zat met naast hem een tikkende doos. Daarna werd het in zijn herinnering zwart. Zijn maag knorde - hij had honger. En honger ging vaak samen met onlustgevoelens en om die op te heffen ging hij vaak naar de MacDonalds en liet dan zijn fantasie de vrije loop als hij zijn blik liep varen over de placemat met afbeeldingen uit The Lion King. Hij voelde zich dan aan hem gelijk. Hij zag weer hoe de doos opengemaakt werd, hij zag de kranten weer met in zwarte letters Amalia, hij zag de bolling en toen voelde hij een tinteling in zijn linkerhand, wilde krabben, maar ......... er was geen linkerhand meer. Paniek bekroop hem.....een Big Mac met alleen een rechterhand eten is onmogelijk. Wat was er toch gebeurd? Het hongergevoel oversteeg zijn nieuwsgierigheid. Een milkshake, of zo'n salade in een beker, dat redde hij wel met één hand, al was het geen volwaardige maaltijd. De sfeer in het restaurant was voldoende onpersoonlijk om zich heimelijk over zijn situatie te beraden. De rechterhand functioneerde nog op en top, gezien het feit dat de inhoud van zijn MacSalat in de kraag van zijn nietsvermoedende buurvrouw belandde. Deze tamelijk volkse vrouw, de echtgenote van een aankomende koning uit een klein landje aan de Noordzee, bleek echter niets in de gaten te hebben. Ze had al haar aandacht nodig voor haar pasgeboren tweeling. Het viel hem nu pas op dat de situatie nog erger was dan hij zich had voorgesteld. Het feit dat hij dacht  zijn
rechterhand onder controle te hebben bleek een ernstig misverstand te zijn. De bewegingen waren namelijk zo ongecontroleerd dat daardoor de inhoud van de MacSalat in de kleding van de mederestaurantbezoekster belandde, terwijl hij zich dat niet besefte. De chef van de MacDonalds werd erbij gehaald. Er ontstond iets van een samenscholing. De chef  keek naar een ietwat verdwaasde man zonder linker- en met een trillende rechterhand. De wijsvinger van die hand duidde op iets bij kassa 3. Terwijl hij in elkaar zeeg keek hij in de ogen van een oneindig mooie vrouw die hem wenkte om mee te komen, een gebaar waaraan hij maar al te graag gevolg gaf. Volkomen rustig zweefde hij -en dit was een geheel nieuwe ervaring- langs kassa 3 een roze gloed tegemoet. Vaag ontdekte hij de contouren van volkomen ontkleedde personen. Was hij terecht gekomen in een wereld waar het dragen van couture niet alledaags was of was dit een filiaal van Pabo? Een van de personen kwam op hem af en vroeg waarom hij zo onaangekondigd over het hek van een FKK-terrein was komen gevlogen. Hij keek om zich heen en realiseerde zich plotseling dat de BigMac in zijn rechterhand een verticale op- en neerwaartse beweging maakte en tussen het kadetje totaal in vorm verschilde van de afbeelding boven de counter. Tot zijn verbazing schaamde hij zich niet waardoor hij -als was het de gewoonste zaak van de wereld- ongegeneerd tussen een haag van joelende bloteriken voortbewoog, zonder zich druk te maken over het feit dat hier méér dan het hele assortiment van de hamburgerketen stond uitgestald. Cadetten in alle maten, frikadellen met groezelige garnering, palappen, malappen, niets deed hem blozen, hij ging recht op zijn doel af. In de uiterste hoek van het terrein, waar nog slechts een handjevol -duidelijk over de uiterste houdbaarheidsdatum zijnde- vleesmassa's lui in flets gekleurde ligstoelen bivakkeerden, ontmoette hij dan eindelijk de kapitein van dit kamp.  Hij was herkenbaar aan een grote rode pet en een soort fietsbel om zijn geslacht. "Wat kan ik voor u doen?", vroeg de kapitein vriendelijk. "Heeft u misschien klachten over het broodje? Is het broodje te" klein?" "Nee...Nee...  Nee.... Ik wil graag weten waarvoor die fietsbel is?"

Een rinkelend geluid deed hem ontwaken uit een verdoving die zijn weerga niet kende. In de verte refereerde het enigszins aan een fietsbel. Het was het teken van de wisseling van de wacht. Letterlijk: de ene ploeg verplegers werd door een andere afgelost. Wazig kon hij tussen zijn wimpers de vingers herkennen van de hand van, wat later bleek, de chirurg te zijn. Ze zaten, na de operatie, nog vol bloed. Hij ijlde, was aan het bijkomen. Hij lag op de recovery van een Berlijns ziekenhuis en herinnerde zich nog een doos met sinterklaaspapier in een taxi en daarna een enorme knal. Toen ging hij zweven om uiteindelijke weer tussen de roze lakens van de Charité (ziekenhuis in Berlijn) te landen. Even overwoog hij er helemaal uit te stappen en elders een nieuw leven te beginnen. Ja, dat was een mogelijkheid! Hij zou er zelfs een vreemde taal voor willen leren, of een nieuwe identiteit aannemen. Weg uit dit grauwe bestaan, de zon tegemoet! Op Fuerteventura zou hij zich willen vestigen, als hij tenminste de taal machtig zou zijn. En zo besloot hij na zijn herstel Berlijn te verlaten en het zonnige eiland van zijn dromen te bezoeken. Maar eerst was het zaak om zijn lidmaatschap op te zeggen. Hij was namelijk lid van het groot Zweeds kamerorkest. Hij speelde al jaren piano. Maar met één hand zou dat moeilijk worden. Ook het lidmaatschap van de plaatselijke breivereniging had geen zin meer. Wat bracht zo'n handicap een leegte in zijn leven. Wat kon hij nog met één hand? In wezen was die hand niet nodig. Bij een nieuwe identiteit was het lidmaatschap van de diverse verenigingen overbodig geworden. In het bestaan met zijn nieuwe  'ik'  zou slechts één hand toereikend zijn. Niet een tweede hand had hij nodig, maar een knobbel. Op het reisbureau keek men hem enigszins verbaasd aan toen hij een ticket Fuerteventura bestelde - maar dan wel een enkele reis. "Nee", antwoordde hij desgevraagd  "terugkomen zal ik niet. Mijn hand zal niet meer aangroeien, het enige dat nog zal moeten groeien om te overleven is mijn knobbel".

Hij zag een wit besneeuwd Berlijn onder zich wegglijden toen het vliegtuig richting zuiden koers zette. Het taleninstituut in Corralejo, gelegen aan de Calle del Nudo nummer 38, leek hem een geschikt vertrekpunt voor de zoektocht naar dit toch zeldzame lichaamsdeel. Normaal gesproken komt dit over de beide seksen gelijkelijk verdeeld voor, maar meer uit gewoonte richtte hij zich tot het manspersoon achter de welkomsbalie. "¿En qué puedo servirle?", trad deze hem vriendelijk tegemoet (vriendelijker dan de norse vrouw die zich schuin achter hem bevond en die
-kijkend over haar smalle brilmontuur- een duidelijke gelijkenis met Marieke vertoonde).
"De afdeling Spaans, graag!", antwoordde hij met onvervalste Amsterdamse rollende a's. De man achter de balie keek hem niet-begrijpend aan en wendde zich tot de vrouw achter zich. "¿Ke estte ke estte" De vrouw begon daverend te lachen. Dit had ze nog nooit meegemaakt. Ze liep snel naar de telefoon "¿Comma prada alte salute por riënte del forcia Hollandio?" Nu verdween de lach. "!!!! Par domme suitelok" Er was niets meer van de norse vrouw over. Ze was nu een en al een en al vriendelijkheid. Ze zag dat er een arm mistte en dat deed haar denken aan die verschrikkelijke zandstorm waarin zij en haar wijlen echtgenoot een paar jaar geleden terechtgekomen waren. Het leek er wel alsof al het zand uit de Sahara over hen heen kwam. Wervelend stoof het op en toen de lucht enigszins opklaarde was het enige dat van haar man nog zichtbaar was was zijn .......... afgerukte arm. En nu stond er plotseling een man voor haar die een arm mistte. Zou het dan toch..... na al die jaren van onzekerheid, na al het eindeloze wachten..... Het kan niet waar zijn! En juist hier..... ze had toch niemand verteld van haar verhuizing naar Fuerteventura. Ze wilde hem omhelzen, maar de man maakte een afwerend gebaar met zijn ene, overgebleven arm. Hij deinde terug, waarbij hij achterover viel en met zijn hoofd tegen de glazen tafel kwam. We zullen nu nooit meer weten of hij de vermiste man was. Hij is nog naar het ziekenhuis gebracht waar hij regelmatig kwam, ook daar konden ze niets meer voor hem doen. Hij is door de ANWB naar Holland gebracht waar ze hem in Buitenveldert in het familiegraf hebben bijgezet.

 

Wilt u meer weten over die vrouw op Fuerteventura, lees dan haar belevenissen in het pas verschenen boek "de Vruchtbare Fabriek"
 

                                                                                                                       de Vruchtbare Fabriek