Het
was een rustige zaterdagavond die voorspelde dat de daarop
volgende
nacht
eveneens rustig zou verlopen.
Nadat
hij het late nieuws
gekeken had deed hij
de lichten in de kamer uit. Hij liep de gang in,
maakte een sanitaire
stop, controleerde of het gas in de keuken uit
was
en maakte aanstalten om naar boven te gaan. Een windvlaag
kwam door
de straat, maar aan de verlichtte bomen
kon hij zien dat de bladeren nau-
welijks bewogen. Het was
hem
onbegrijpelijk dat plotseling de voordeur
open woei...... als aan de grond genageld bleef hij met een bonzend
hart
staan, oog in oog met de grote platanen
voor de huizenrij aan de overzijde
die roerloos de stormwind
trotseerden,
zonder ook maar de geringste be-
weging
in het weelderige bladerdak. Wel zag hij de wolken haastig
voorbij
de volle, ronde maan schuiven en in haar
schijnsel de weerhaan op het hoge
dak aan de overkant als een
dolle
heen en weer draaien..... Hier was iets
goed mis..... Op de gangthermometer zag hij dat de temperatuur
boven
de
38 graden was gestegen. Het had de hele
avond gesneeuwd, buiten was
het wit. Even dacht hij aan die
ijsberen
die weer rond de wakken liepen.
Heet,
buiten sneeuw en deze wonderlijke windvlagen. Moest hij het
W.I.N.
bellen? De vorige keer verklaarde ze hem
ook voor gek. De temperatuur
bleef maar stijgen. Met grote
argusogen
bekeek hij de thermometer in de
gang.
Inmiddels 39 graden. Hij zette de deur nog verder open in de
hoop
dat daarmee de temperatuur in huis wat zou
afnemen. In een halve minuut
steeg die alweer met een halve
graad.
Hij waagde het de voordeur achter
zich
te laten en naar buiten te gaan....... De sneeuw, die inmiddels een
tapijt
van minstens tien centimeter dikte had
neergelegd, voelde raar aan. Niet koud,
niet warm, nee, helemaal
niets.
Het leek alsof op een wonderlijke manier
zijn
voeten tegen de kou en de sneeuw beschermd waren.
De
koude had op geen
enkele manier invloed op
het gevoel in zijn voeten. Ze koelden niet af ondanks
het feit dat
er
zich slechts een witte pantoffel tussen zijn
blote voeten en de sneeuw
bevond. Het leek wel alsof ze door een
grote
witte vacht tegen de invloed van de
sneeuw
op konden, zoals bij ijsberen de evolutie had bepaald. Ondanks
de tem-
peratuur en de wind kreeg hij een niet
te bedwingen verlangen naar vis, naar zo'n
groot spartelend, zilverkleurig exemplaar,
waar hij vol zijn tanden in
kon zetten.
Maar de buren zouden hem voor gek verklaren!
Daarom
moest hij omzichtig te
werk gaan.
Hij zou eerst het W.I.N. Bellen,
die vis moest maar even wachten. Hij liep
snel
door naar de belwinkel.
Daar aangekomen ontdekte hij dat de deur gesloten
was.
Dat was vreemd? Het licht branden volop, normaal was
deze winkel 24 uur per dag
geopend. Hij keek
door de etalage de winkel in en zag tot zijn grote verbazing dat
ook
daar sneeuw lag. Nee, bij nader inzien was het
geen sneeuw maar ijs. Geen
ijsblokjes of een gladde ijsvloer, nee
het waren stukgeslagen stukjes ijs gecrunshed
dus. En wat was er op dat ijs gedrapeerd? Schoongemaakte en
gefileerde zilver-
kleurige vissen. Dode glazige
ogen keken hem aan. De sneeuw bleef gestaag uit
de hemel vallen
maar
hij kreeg het warmer. Plotseling realiseerde
hij zich dat de
huizenrij waarin de belwinkel zich bevond slechts schijn
was, een façade die boven-
dien op ieder
moment een andere vorm kon aannemen. En zijn gedachten waren
daarbij
het besturingselement. Denkend aan de warmte
van de zomerzon, verdwijnt
de sneeuw even plotseling als zij gekomen
is en verandert het grauwe decor van de
schaars
verlichte belwinkel in het open panorama van de vissershaven. Zijn
weg-
zoekend
tussen touwen, netten en opgestapelde plastic bakken met de meest
vreemdsoortige
zeebewoners, probeerde hij een telefooncel te vinden. Hij moest
nog
steeds
het W.I.N. Bellen. Hij zag overal de vlaggen halfstok hangen. Dat deed
hem denken aan het toch wel plotseling overlijden van de schoonmoeder
van
een van
zijn beste vrienden. Zij was al jaren in een andere wereld en
had
besloten er nu definitief
naar toe te gaan. Met die nieuwe
WAO wet had ze toch geen schijn van kans meer.
Langzaam liep hij naar de rand van de kade waar het een drukte
van jewelste was.
Overal liepen de halfstokvlaggen
heen en weer alsof ze ergens op tijd moesten zijn.
Het volgende moment
moest hij plotseling denken aan een savanne, maar ook aan
ijsberen. Het
kookte in zijn hoofd, alles tolde en
leek niet meer tot rust te komen. Hij
zag woestijnbergen
drijven in de Noordelijke IJszee, had koude voeten terwijl
hij het
idee had in een stoombad te zitten...
of was het de mist die door het gesmolten ijs was
ontstaan? En waar was
die telefooncel gebleven?
Die laatste zin wilde hij zo snel mogelijk gaan onderzoeken. Dus
op naar Ittoggortoormiit,
waar Dimitri Valjakov, zoon van de beroemde professor Pjotr Valjakov,
met zijn dochters op
hem
wachtte.
De reis verliep
voorspoedig. Zijn stoel 11a aan
het raam gaf uitzicht op een eindeloze
witte vlakte die door haar
eenkleurigheid daardoor aan schoonheid won. Groenland
vanuit de lucht
gezien was fascinerend en opwindend. De opwinding die
hij, sinds hij
'de uitstappil' vanaf de brug in het
water geworpen had, alleen maar voelde toenemen.
Dat de inname van de pil de prikkels in zijn onderlichaam hoegenaamd
niet zouden
beïnvloeden bij een bezoek aan de vruchtbare
fabriek, waar dan ook gesitueerd, had
weinig indruk op
hem gemaakt. Zijn meest intrinsieke motivatie was het om, zonder
middelen van buiten af, dus geheel op eigen kracht
en gevoel, de ervaringen uit de
'vruchtbare fabriek' in zijn
meest pure vorm te beleven. Warme gevoelens vlogen met
hem mee naar het meest bizarre en koude oord ter wereld.
Een ding was hem echter
niet verteld: de vruchtbare
fabriek en haar omgeving waren niet van ieder gevaar ontbloot
- ze
waren gebouwd op een drijvende ijsschots waarvan verwacht werd dat hij
in snel tempo
zou smelten zodra hij
in aanraking zou komen met de steeds meer naar het
noorden op-
rukkende Warme Golfstroom. Deze alles
vernietigende warmwater stroom, op een on-
bewaakt moment
ontsnapt uit Valjakov's weerfabriek, keerde zich nu
mogelijk tegen zijn
nazaten, het zou slechts een kwestie
van tijd zijn.....
Precies op
tijd raakte het
toestel de bevroren grond, en ondanks het brullende geluid van
de
remmende motoren overviel hem reeds
de immense stilte van dit godverlaten oord.
Het
toestel taxiede omzichtig naar de vier stipjes in het oneindige wit
en een grote opwinding
maakte zich nu van hem
meester. Toen hij de contouren van het ontvangstcomité
duidelijke
kon onderscheiden. Het waren de dochters van
Prof. Pjotr Valjakov die in twee rijen van 5
een ontvangsthaag vormde. Deze beeldschone dames hadden totaal
niets aan. Ook zij
waren natuurlijk besmet met het
W.I.N. virus. Dit virus beschermt je tegen kou en
warmte.
Ondanks de snijdende koude windvlagen begon
hij te zweten. Hij voelde hoe het bloed niet
alleen door zijn hoofd stroomde maar ook rijkelijk een ander
lichaamsdeel bevoorraadde.
Toen de naakte dochters van
prof. Valjakov zijn richting opkwamen om hem te begroeten
kon hij zijn opwinding niet meer bedwingen. Hij wist,
dat als hij zich in een dergelijke staat
bevond, dit lichaamsdeel in grootte meestal dat van soortgenoten
overtrof. Ruim zittende
kleding wist dat vaak te verbloemen, maar de
gewoonte van het land was dat bij aankomst
een borrelglaasje met W.I.N.
gedronken moest worden alvorens ook te bewijzen dat kleding
niet meer
nodig was voor bescherming tegen de kou. Normaal deed de koude zijn opge-
wonden deel weer verkleinen tot normale proporties,
maar nu? Hij nam een slokje W.I.N. en
tien blote vrouwen stonden klaar om zijn kleren te aanvaarden.
Gespannen en een tikkeltje
beschaamd las hij deze laatste zin die hij zojuist aan het papier
had
toevertrouwd nog eens over en
vroeg zich af of dit nu de wending was die zijn
verhaal
moest nemen. Blote vrouwen in een ijzige vrieskou, een
extremiteit die misschien nog niet
ver genoeg ging, waar het de
reclamecampagne voor het merk
'W.I.N.' betrof. Wat was
hierbij uiteindelijk zijn persoonlijk
gewin? Een orgie in de sneeuw? Of dronkenschap aan
de rand van de ijsschots? Plots veranderde het witte ijs
rondom hem in glazig nat en verloor
hij de vaste grond onder zijn
blote voeten. Terwijl hij langzaam het wak inschoof,
veranderde
de vrouwen in rondvormige
worsten. Deze worsten namen de kleur van oranje aan en er
verschenen
zwarte zeskantige stippen op. Het was een sensationeel gezicht. De worsten
begonnen zich te vermenigvuldigen.
Overal zag je nu worsten. Het water was nu tot aan zijn
kuiten gekomen waardoor hij badend in het zweet,
draaiend als een tol en met een kolossale
erectie wakker werd. Het digitale beeld op het grote
LCD-scherm aan het voeteneind van zijn
bed gaf aan dat hij een keuze
moest maken. De DVD waarop de softporno film
"De vruchtbare
fabriek" stond was naar het
beginpunt terug gesprongen. Moest hij nu kiezen om deze
nacht-
merrie scène voor scène te herbeleven
of moest hij gewoon plaatjes kijken van blote
Valjakov-
meisjes? Hij staarde naar het plafond terwijl 'het beeld' om keuzes vroeg. Hij
kon natuurlijk
ook het zilveren
schijfje uit de speler halen maar daarvoor moest hij wel zijn bed uit. Staan
- opstaan - op zijn benen staan. En juist
dat was zo pijnlijk. Zijn erectie was zo enorm dat hem
het uitzicht op zijn bedstede-brede panoramascherm
goeddeels ontnomen werd, dus was
de keuze om het bed uit te zwaaien snel gemaakt. De werkelijk actie
daarentegen was een
stuk moeilijker, zeker toen
hij ontdekte dat de mens niet van de aap afstamde. Hoe hij
dat
ontdekte was vrij simpel. Hij keek naar zijn voeten en zag duidelijk dat daar
nooit geen handen
hadden
kunnen zitten. Het is hetzelfde als dat je kippen geen chocolade voert, je krijg toch
geen chocolade eieren. Laat
staan als je hen gebak geeft met het doel gebakken eieren te
krijgen.
Terug naar de werkelijkheid....
De gedachte aan chocolade en gebak hadden zijn erectie niet
doen verminderen.
Nog steeds was deze enorm, ja bijna op het pijnlijke af.
Even was het hem
ontgaan dat apen, als voorlopers
van de mens, ook over erecties konden beschikken. De DVD
vroeg nog steeds om actie, zijn erectie nam
niet af en in zijn gedachten doolden nog steeds de
blote Valjakov-meisjes in het rond. Hoe deze vicieuze
cirkel te doorbreken. Toch opstaan en
het schijfje
verwisselen? De daad bij het woord voegende wankelde
hij in grote onbalans naar
het DVD-apparaat dat zich
terzijde van het enorme beeldscherm bevond. Maar voor
hij het
bedieningspaneel kon beroeren ging hij
overstag en door een flinke bloedarmoede in het hoofd
stortte hij ter aarde. Zijn erectie verdween plots als een
regenboog tegen een blauwe lucht en
bevrijd van deze zware
last kon hij weer helder denken. Hij was hier met een
missie, die hem nu
-ondanks de vele dwaalwegen- weer
helder voor ogen stond. Hij was uitverkoren om vandaag
voor de W.I.N.-commissie nu eens eindelijk de
waarheid boven tafel te brengen. Welk pak zou
hij aandoen?
Welke kousen? Zijn nieuwe? Hij pakje het
rode ruitjes jasje uit 1997 en zijn rode
lange broek.
Toen hij aangekleed was zag hij er uit als een betrouwbaar mens.
Iedereen zou
hem geloven. Na uitgebreid gefouilleerd te zijn -wat was
dat toch altijd zalig- stapte hij
de zaal in.
Achter de tafel zag hij tot zijn schrik
het glaasje WIN-water staan waarvan hij de uitwerking zo
goed kende. Nog zo'n erectie zou hij niet overleven - dus
zou één druppel van dat vocht al
dodelijk zijn. Nu wist hij het zeker dat dat de inhoud van zijn betoog
zou zijn: dit vocht leeft niet,
integendeel dit vocht is het vocht
van de dood en verderf. Net zo dood en
verderfelijk als de
natuur van Ittoggoormorrit. Dat was het doel
van zijn ontbering, dat was het doel van zijn reis.
De
schrik van het glaasje water had een intense innerlijke
warmte bij hem losgemaakt. Gloedvol
begon hij aan
zijn omstreden speech. Hij stond op het podium, keek de
zaal in en sprak zijn
eerste woorden uit. Plotseling
ging de deur, achter in de zaal, open en werd er een
manshoge
fallus binnengereden die op een wit onderstel was
geplaatst met een aanduiding erop: "NIEUW!
Vruchtbare Fabriek - Collectie 2005". Een luid applaus klonk op
dat spoedig overging in een
staande ovatie, terwijl de
wagen met het ivoorkleurige beeld door het middenpad
het spreek-
gestoelte naderde. Plotseling lichtte de fallus
op en stierf het applaus uit. Even kon je een speld
horen vallen. De stilte werd ruw onderbroken door zijn
mobieltje. Ondanks het uitdrukkelijke
verbod op gebruik van
deze communicatiemiddelen in het openbaar keek hij
toch op het kleine
schermpje. Er verscheen een SMS
bericht. "Je wordt grootvader". Dit bericht kwam
van zijn
oudste dochter. Hoe is dat nu mogelijk ???
Hadden zij ook het "WINWONDER" ontdekt? Snel
herstelde hij zich en deed of er niets aan de hand was.
Met "Majesteit, leden der commissie,
en andere nieuwsgierigen" begon hij zijn pleidooi "Het is mij een groot
genoegen u te kunnen
mededelen dat mijn fallus te
vergelijken is met het lichtend voorbeeld dat net binnen
gereden is".
De majesteit kon een glimlach en enige opwinding
niet onderdrukken en deed een poging ge-
shockeerd om
zich heen te kijken. Nooit was het zijn bedoeling
geweest om de grootte van zijn
geslacht publiekelijk
met anderen te delen. Immers, hij wist dat hij altijd de
winnaar was. Een
gevoel van schaamte overviel hem dat
hij zijn grote geheim had prijsgegeven en het gloedvolle
betoog dat hij wilde afsteken verzandde in het
stotteren van een aantal onverstaanbare zinnen.
Het publiek werd onrustig, ging onderling met elkaar van gedachten
wisselen en van achter uit
de zaal werd een zacht maar steeds
duidelijk wordend spreekkoor hoorbaar. "Laten zien,
laten
zien" werd er gescandeerd. Het publiek stond als
één man op. Zelfs de majesteit liet zich niet
onbetuigd en met zelfs een koninklijke 'goedkeuring' liet hij, vol
schaamte en gene, zijn herme-
lijnen mantel openvallen
waardoor een gekunstelde constructie van bamboe en
kippengaas
zichtbaar werd, in de verste verte niet te
vergelijken met het lichtend voorbeeld dat tussen hem
en de spreker stond opgesteld. Een vreselijk gejoel boegeroep steeg
nu op uit de zaal en hij
-de koning- weende bittere,
maar vorstelijke tranen. En dit maakte indruk op de
woedende
menigte, want zo hadden zij hun koning nog niet
eerder gezien. De spreker, onaangenaam
verrast door
deze onverwachte actie van zijne majesteit,
probeerde de situatie te redden door
te wijzen op het
overbekende verhaal van de onlangs overleden Donald Jones. Hij
was immers
de man die een doosje had wat hij
verzekerd had voor een miljoen. Niemand had zich, al die
jaren, afgevraagd wat er in dat doosje zat.
Terwijl
de spreker de zaal stil
kreeg en hij zijn hermelijnen jas weer had dichtgedaan en de
ME met
groot vertoon
Den Haag binnenreed, landde het vliegtuig met de wereldberoemde
plastisch chirurg, die gevraagd was om cosmetisch
in te grijpen. Maar nu hij publiekelijk had
laten
zien dat hij de afgelopen tijd over zijn grootste geheim
gelogen had, was er voor hem
geen weg meer terug. Ook
al had hij de zaal tot bedaren gekregen -de
koning de onwaarheid
voorschotelen waardoor er tranen van
teleurstelling vloeiden- druiste tegen alle regels
van het
land in. Dat de zaal stil werd was niet ZIJN
verdienste. Men werd stil om wat er te gebeuren
stond. De enorme fallus was gedoofd, de zaalverlichting ging
aan, de koning stond op en liep
richting sprekersgestoelte. Hij zei op strakke toon dat de hermelijnen
mantel afgedaan moest
worden en vanuit de
coulissen van het toneel werd hem een elektrische
heggenschaar over-
handigd. Krachtig genoeg om een constructie
van bamboe en kippengaas te doorklieven. De
stekker
ging in het stopcontact, de heggenschaar liet haar tanden
over elkaar heel schuiven,
de koning sloot zijn ogen
alvorens hij handelend zou gaan optreden. Het enige geluid
dat te
horen was, was het geluid van de heggenschaar
en die kwam gevaarlijk dicht bij. Het trom-
geroffel zwol aan. De heggenschaar had enige moeite om zich een
baan door de bamboe en
het kippengaas te banen. De
bamboe viel al snel op de vloer. Het kippengaas bleef
steken in
de heggenschaar en de vonken spatten
overal. Het licht in de zaal viel uit. Hoe vaak moest de
arbo-dienst nog vertellen dat een heggenschaar niet
voor kippengaas was. Was de plastisch
chirurg voor
niets gekomen? Zeker niet! Zijn bijdrage aan de totale
verwarring bij de toehoorders
in het donker zou de
geschiedenis ingaan als 'de avond van de sterrenregen'.
Want dat was
alles wat overbleef van deze op zich
legitieme bijeenkomst in het hoge noorden van Groenland:
een regen van sterren die tot ver in de omtrek van
Ittoggortoormijt als een verlichte koepel
zichtbaar was. De eskimo bij het wak kon er niet warm of koud van
worden. Lichtverschijnselen
waren in het geheel niet van
invloed op zijn lichamelijk gestel, laat staan een
wetenschappelijke
verhandeling over W.I.N.-water. Zolang het
maar vloeibaar bleef, dat was zijn enige zorg.
Plot-
seling bewoog de vislijn die het donkere wak inliep.
Gespannen tuurde hij in het donkerblauwe,
ja bijna zwarte
gat. Als door een onzichtbare kracht, een soort magneet,
voelde hij een drang in
zich opkomen die niet meer
te beheersen leek. De eskimo stond op, ontdeed zich van
zijn
kleding en keek nogmaals in het donker gat. Voor
zijn gevoel was zijn hartslag op kilometers
afstand te horen. Ondanks zijn naaktheid en de bittere kou stond het
zweet hem op het voorhoofd.
Een druppel viel op het water
in het wak en deed het rimpelen. Hij bleef kijken,
bleef zweten.
Hij keek omhoog en bewonderde de sterren aan het
firmament, toen pakte hij de vislijn beet en
liet
zich langzaam in de duisternis zakken. In een wolk van opstijgende
luchtbellen daalde hij af
naar de duisternis van de
zee. Na een paar uur onderwater te hebben gezwommen -met een glas
W.I.N.-drank is dat geen probleem- kwam hij bij een kruising. Links zag
hij een silhouet. Het was
een slanke, lange, elegante vrouw met een
kastanjeachtige bruine huid en zwarte haren. Haar
gezicht was onmiskenbaar Italiaans, niet uitgeproken mooi, maar met
brede aardse trekken die
zelfs op twintig meter afstand een
rauwe sensualiteit leken uit te stralen. Doordat ze
in een water-
stroom lag werden haar kleren tegen haar lijf
gedrukt en kwamen haar tengere kleine borsten
duidelijk
uit. Hij wenkte haar met de bedoeling..... (wordt vervolgd)