I Alternatieve Geneeswijze I de Lakenpluizer I Summerstory I de Vruchtbare Fabriek I Art by Rolf Jordan I       
 

                          DE VRUCHTBARE FABRIEK

                          Het was een rustige zaterdagavond die voorspelde dat de daarop
                          volgende nacht eveneens rustig zou verlopen. Nadat hij het late nieuws
                          gekeken had deed hij de lichten in de kamer uit. Hij liep de gang in,
                          maakte een sanitaire stop, controleerde of het gas in de keuken uit was
                          en maakte aanstalten om naar boven te gaan. Een windvlaag kwam door
                          de straat, maar aan de verlichtte bomen kon hij zien dat de bladeren nau-     
                          welijks bewogen. Het was hem onbegrijpelijk dat plotseling de voordeur
                          open woei...... als aan de grond genageld bleef hij met een bonzend hart
                          staan, oog in oog met de grote platanen voor de huizenrij aan de overzijde
                          die roerloos de stormwind trotseerden, zonder ook maar de geringste be-
                          weging in het weelderige bladerdak. Wel zag hij de wolken haastig voorbij
                          de volle, ronde maan schuiven en in haar schijnsel de weerhaan op het hoge
                          dak aan de overkant als een dolle heen en weer draaien..... Hier was iets
                          goed mis..... Op de gangthermometer zag hij dat de temperatuur boven de
                          38 graden was gestegen. Het had de hele avond gesneeuwd, buiten was
                          het wit. Even dacht hij aan die ijsberen die weer rond de wakken liepen.
                          Heet, buiten sneeuw en deze wonderlijke windvlagen. Moest hij het W.I.N.
                          bellen? De vorige keer verklaarde ze hem ook voor gek. De temperatuur
                          bleef maar stijgen. Met grote argusogen bekeek hij de thermometer in de
                          gang. Inmiddels 39 graden. Hij zette de deur nog verder open in de hoop
                          dat daarmee de temperatuur in huis wat zou afnemen. In een halve minuut
                          steeg die alweer met een halve graad. Hij waagde het de voordeur achter
                          zich te laten en naar buiten te gaan....... De sneeuw, die inmiddels een tapijt
                          van minstens tien centimeter dikte had neergelegd, voelde raar aan. Niet koud,
                          niet warm, nee, helemaal niets. Het leek alsof op een wonderlijke manier zijn
                          voeten tegen de kou en de sneeuw beschermd waren. De koude had op geen
                          enkele manier invloed op het gevoel in zijn voeten. Ze koelden niet af ondanks
                          het feit dat er zich slechts een witte pantoffel tussen zijn blote voeten en de sneeuw
                          bevond. Het leek wel alsof ze door een grote witte vacht tegen de invloed van de
                          sneeuw op konden, zoals bij ijsberen de evolutie had bepaald. Ondanks de tem-
                          peratuur en de wind kreeg hij een niet te bedwingen verlangen naar vis, naar zo'n
                          groot spartelend, zilverkleurig exemplaar, waar hij vol zijn tanden in kon zetten. 
                          Maar de buren zouden hem voor gek verklaren! Daarom moest hij omzichtig te
                          werk gaan.

                          Hij zou eerst het W.I.N. Bellen, die vis moest maar even wachten. Hij liep snel
                          door naar de belwinkel. Daar aangekomen ontdekte hij dat de deur gesloten was.
                          Dat was vreemd? Het licht branden volop, normaal was deze winkel 24 uur per dag
                          geopend. Hij keek door de etalage de winkel in en zag tot zijn grote verbazing dat
                          ook daar sneeuw lag. Nee, bij nader inzien was het geen sneeuw maar ijs. Geen
                          ijsblokjes of een gladde ijsvloer, nee het waren stukgeslagen stukjes ijs gecrunshed
                          dus. En wat was er op dat ijs gedrapeerd? Schoongemaakte en gefileerde zilver-
                          kleurige vissen. Dode glazige ogen keken hem aan.  De sneeuw bleef gestaag uit
                          de hemel vallen maar hij kreeg het warmer.  Plotseling realiseerde hij zich dat de
                          huizenrij waarin de belwinkel zich bevond slechts schijn was, een façade die boven-
                          dien op ieder moment een andere vorm kon aannemen. En zijn gedachten waren
                          daarbij het besturingselement. Denkend aan de warmte van de zomerzon, verdwijnt
                          de sneeuw even plotseling als zij gekomen is en verandert het grauwe decor van de
                          schaars verlichte belwinkel in het open panorama van de vissershaven. Zijn weg-
                          zoekend tussen touwen, netten en opgestapelde plastic bakken met de meest
                          vreemdsoortige zeebewoners, probeerde hij een telefooncel te vinden. Hij moest
                          nog steeds het W.I.N. Bellen. Hij zag overal de vlaggen halfstok hangen. Dat deed
                          hem denken aan het toch wel plotseling overlijden van de schoonmoeder van een van
                          zijn beste vrienden. Zij was al jaren in een andere wereld en had besloten er nu definitief
                          naar toe te gaan. Met die nieuwe WAO wet had ze toch geen schijn van kans meer.
                          Langzaam liep hij naar de rand van de kade waar het een drukte van jewelste was.
                          Overal liepen de halfstokvlaggen heen en weer alsof ze ergens op tijd moesten zijn.
                          Het volgende moment moest hij plotseling denken aan een savanne, maar ook aan
                          ijsberen. Het kookte in zijn hoofd, alles tolde en leek niet meer tot rust te komen. Hij
                          zag woestijnbergen drijven in de Noordelijke IJszee, had koude voeten terwijl hij het
                          idee had in een stoombad te zitten... of was het de mist die door het gesmolten ijs was
                          ontstaan? En waar was die telefooncel gebleven?

                          De mist trok op. Vaag werden de omtrekken zichtbaar van een verlaten industrie-
                          landschap met schoorstenen waar
geen rook meer uitkwam. Het zonlicht sloeg
                          spookachtige schaduwen over de vervuilde grond. Plassen met
drekkig water weer-
                          spiegelden dood en verderf. Het enige kleurelement in al die grauwheid was de rode
                          telefooncel
met ingeslagen ramen. De hoorn van het toestel hing bewegingloos aan
                          het snoer naar beneden, de telefoonboeken
nog nasmeulend in hun houder. Vanaf
                          hier het W.I.N. bellen leek hem onmogelijk. Een plotselinge ingeving deed hem denken
                          aan de kolonisten van Catan. Dit zou de nieuwste rage worden op het gebied van bord-
                          spellen. Het zou de
bekendheid van het Monopoliespel overschaduwen. Het W.I.N.
                          moest maar even wachten. Vandaag zou voor het
eerst de zondagskrant uitkomen.
                          Snel liep hij weer terug naar huis. Maar waar was zijn huis gebleven? Zijn huis? Had

                          hij wel een huis? Staat het huis niet symbool voor geborgenheid? Door zijn hallucinerende
                          waarnemingen was het hem onmogelijk in contact te komen en blijven met de werkelijkheid
                          (de afgebrande telefooncel met bungelende hoorn) en
de geborgenheid. Immers, alles was
                          weg. Hij was alleen, emoties hadden geen invloed meer op hem (koud en warm deden hem
                          niets), met anderen communiceren was onmogelijk (het zoeken naar een telefooncel) en de
                          geborgenheid
was ver te zoeken.  Wat hem restte was: de "uitstappil"! Dat kleine roze
                          exemplaar in de smoezelige verpakking dat hij altijd bij zich droeg. Met kloppend hart
                          graaide hij in zijn broekzak en zocht tussen papersnippers en veel kruimels naar iets wat
                          op een pilletje leek. Eenmaal gevonden legde hij de cellofaan verpakking met daarin het
                          roze wonder op de
vlakke hand en keek er gebiologeerd naar. Dit alleen al was aanleiding
                          voor hem om zo snel mogelijk het W.I.N. te
bellen. Ook zijn tegoed aan airmails moest hij snel
                          gaan opmaken. Deze periode van zweven tussen werkelijkheid en
fantasie was alweer enige
                          tijd geleden. Hij had eindelijk het W.I.N. kunnen bellen. Dit gesprek had hem goed gedaan.


                          Hij zou gaan werken bij een bedrijf dat zich bezighield met klimaatbeheersing. Volgende
                          week had hij een
afspraak met Dimitri Valjakov, zoon van de beroemde en zo triest aan
                          zijn einde gekomen professor Pjotr Valjakov.
Voor deze afspraak zou hij vertrekken naar
                          Ittoggortoormiit in het oosten van Groenland en per hondenslee de tocht ondernemen naar
                          de weerfabriek van Dimitri op de flanken van Gunnbjorns Feld. 'Terug naar het ijs! Terug
                          naar de beren!' schreeuwde hij uit voor een ieder die het maar horen wilde. De pil kon weer
                          in de broekzak, hij had weer een
doel voor ogen! Thuis zou hij gelijk op zoek gaan naar zijn
                          laatste airmiles overzicht, maar met een schok realiseerde hij
zich dat hij helemaal geen huis
                          meer had. Snel bladerde hij door zijn zondagskracht op zoek naar de woonbijlage. Tevergeefs.
                          'Die komt pas op woensdag uit en dat is te laat, verdomme!' siste hij met gespannen lippen.

                          'En bellen vanuit de rode telefooncel kan ook al niet. Van waar heb ik eigenlijk het W.I.N. gebeld?'
                          Toen hij zo zijn gedachten liet gaan over deplek waar hij nu stond, hoe hij daar gekomen was
                          en zijn fantasie
de vrije loop liet over klimaatbeheersing, Groenland, airmilessaldo, die uitstap-
                          pil! Hij begreep het niet meer.
Had hij nou die pil wel ingenomen en was of had hij die pil
                          gewoon weer in zijn broekzak gedaan. Of was dat zijn
wens geweest! Twijfel, twijfel twijfel.
                          En weer kwamen die onrustgevoelens boven. Hij voelde dat de grip op de werkelijkheid als
                          zand tussen zijn vingers weggleed. Hij stond daar met zijn beide handen in zijn zakken en voelde
                          tot
diep in de groezelige punten. In de linker vond hij een opgerold papiertje en toen hij dit op de
                          brugleuning waar hij zich
nu bevond met beide handen gladstreek, ontdekte hij de nauwelijks
                          leesbare teksten:

                          "Het innemen van deze pil is niet geschikt voor zwangere vrouwen. Deze pil behoort tot de
                          groep
werkelijkheid-bevorderaars en zal elke rem voor verdere ontplooiing van het bèta-
                          systeem bevorderen.
Door het innemen zal op de lange termijn het leven vrolijker worden.
                          Echter, het geeft geen enkele
garantie dat men van zijn oudendag voorziening gebruik kan
                          maken. Als u overgevoelig bent voor
voortplanting is het verstandig contact op te nemen met
                          uw plaatselijke W.I.N. afdeling. Deze
"Uitstappil" is ideaal voor mensen die de weg niet meer
                          weten. Hij laat u uitstappen of ontsnappen
uit moeilijke situaties. Hij zal de rijvaardigheid in
                          de zin van voortplanting niet beïnvloeden.
Ged.nr.1356-56739-768utyu-579".

                          Die laatste zin wilde hij zo snel mogelijk gaan onderzoeken. Dus op naar Ittoggortoormiit,
                          waar Dimitri Valjakov,
zoon van de beroemde professor Pjotr Valjakov, met zijn dochters op
                          hem wachtte.



                          De reis verliep voorspoedig. Zijn stoel 11a aan het raam gaf uitzicht op een eindeloze
                          witte vlakte die door haar eenkleurigheid daardoor aan schoonheid won. Groenland
                          vanuit de lucht gezien was fascinerend en opwindend.
De opwinding die hij, sinds hij
                          'de uitstappil' vanaf de brug in het water geworpen had, alleen maar voelde toenemen.

                          Dat de inname van de pil de prikkels in zijn onderlichaam hoegenaamd niet zouden
                          beïnvloeden bij een bezoek aan
de vruchtbare fabriek, waar dan ook gesitueerd, had
                          weinig indruk op hem gemaakt. Zijn meest intrinsieke motivatie
was het om, zonder
                          middelen van buiten af, dus geheel op eigen kracht en gevoel, de ervaringen uit de
                          'vruchtbare
fabriek' in zijn meest pure vorm te beleven. Warme gevoelens vlogen met
                          hem mee naar het meest bizarre en koude
oord ter wereld. Een ding was hem echter
                          niet verteld: de vruchtbare fabriek en haar omgeving waren niet van ieder gevaar ontbloot
                          - ze waren gebouwd op een drijvende ijsschots waarvan verwacht werd dat hij in snel tempo
                          zou
smelten zodra hij in aanraking zou komen met de steeds meer naar het noorden op-
                          rukkende Warme Golfstroom.
Deze alles vernietigende warmwater stroom, op een on-
                          bewaakt moment ontsnapt uit Valjakov's weerfabriek,
keerde zich nu mogelijk tegen zijn
                          nazaten, het zou slechts een kwestie van tijd zijn.....



                          Precies op tijd raakte het toestel de bevroren grond, en ondanks het brullende geluid van
                          de remmende motoren
overviel hem reeds de immense stilte van dit godverlaten oord.
                          Het toestel taxiede omzichtig naar de vier stipjes in
het oneindige wit en een grote opwinding
                          maakte zich nu van hem meester. Toen hij de contouren van het
ontvangstcomité duidelijke
                          kon onderscheiden. Het waren de dochters van Prof. Pjotr Valjakov die in twee rijen
van 5
                          een ontvangsthaag vormde. Deze beeldschone dames hadden totaal niets aan. Ook zij
                          waren natuurlijk
besmet met het W.I.N. virus. Dit virus beschermt je tegen kou en warmte.
                          Ondanks de snijdende koude
windvlagen begon hij te zweten. Hij voelde hoe het bloed niet
                          alleen door zijn hoofd stroomde maar ook rijkelijk
een ander lichaamsdeel bevoorraadde.
                          Toen de naakte dochters van prof. Valjakov zijn richting opkwamen om
hem te begroeten
                          kon hij zijn opwinding niet meer bedwingen. Hij wist, dat als hij zich in een dergelijke staat

                          bevond, dit lichaamsdeel in grootte meestal dat van soortgenoten overtrof. Ruim zittende
                          kleding wist dat vaak te verbloemen, maar de gewoonte van het land was dat bij aankomst
                          een borrelglaasje met W.I.N. gedronken moest worden alvorens ook te bewijzen dat kleding
                          niet meer nodig was voor bescherming tegen de kou. Normaal deed
de koude zijn opge-
                          wonden deel weer verkleinen tot normale proporties, maar nu? Hij nam een slokje W.I.N.
en
                          tien blote vrouwen stonden klaar om zijn kleren te aanvaarden.


                          Gespannen en een tikkeltje beschaamd las hij deze laatste zin die hij zojuist aan het papier
                          had toevertrouwd
nog eens over en vroeg zich af of dit nu de wending was die zijn verhaal
                          moest nemen. Blote vrouwen in een ijzige vrieskou, een extremiteit die misschien nog niet
                          ver genoeg ging, waar het de reclamecampagne voor het merk
'W.I.N.' betrof. Wat was
                          hierbij uiteindelijk zijn persoonlijk gewin? Een orgie in de sneeuw? Of dronkenschap
aan
                          de rand van de ijsschots? Plots veranderde het witte ijs rondom hem in glazig nat en verloor
                          hij de vaste
grond onder zijn blote voeten. Terwijl hij langzaam het wak inschoof, veranderde
                          de vrouwen in rondvormige
worsten. Deze worsten namen de kleur van oranje aan en er
                          verschenen zwarte zeskantige stippen op. Het was
een sensationeel gezicht. De worsten
                          begonnen zich te vermenigvuldigen. Overal zag je nu worsten. Het water
was nu tot aan zijn
                          kuiten gekomen waardoor hij badend in het zweet, draaiend als een tol en met een
kolossale
                          erectie wakker werd. Het digitale beeld op het grote LCD-scherm aan het voeteneind van zijn
                          bed
gaf aan dat hij een keuze moest maken. De DVD waarop de softporno film "De vruchtbare
                          fabriek" stond
was naar het beginpunt terug gesprongen. Moest hij nu kiezen om deze nacht-
                          merrie scène voor scène te
herbeleven of moest hij gewoon plaatjes kijken van blote Valjakov-
                          meisjes? Hij staarde naar het plafond terwijl
'het beeld' om keuzes vroeg.  Hij kon natuurlijk
                          ook het zilveren schijfje uit de speler halen maar daarvoor moest
hij wel zijn bed uit. Staan
                          - opstaan - op zijn benen staan. En juist dat was zo pijnlijk. Zijn erectie was zo
enorm dat hem
                          het uitzicht op zijn bedstede-brede panoramascherm goeddeels ontnomen werd, dus was

                          de keuze om het bed uit te zwaaien snel gemaakt. De werkelijk actie daarentegen was een
                          stuk moeilijker,
zeker toen hij ontdekte dat de mens niet van de aap afstamde. Hoe hij dat
                          ontdekte was vrij simpel. Hij keek
naar zijn voeten en zag duidelijk dat daar nooit geen handen
                          hadden kunnen zitten. Het is hetzelfde als dat je
kippen geen chocolade voert, je krijg toch
                          geen chocolade eieren. Laat staan als je hen gebak geeft met het
doel gebakken eieren te
                          krijgen.

                          Terug naar de werkelijkheid.... De gedachte aan chocolade en gebak hadden zijn erectie niet
                          doen
verminderen. Nog steeds was deze enorm, ja bijna op het pijnlijke af. Even was het hem
                          ontgaan dat apen,
als voorlopers van de mens, ook over erecties konden beschikken. De DVD
                          vroeg nog steeds om actie,
zijn erectie nam niet af en in zijn gedachten doolden nog steeds de
                          blote Valjakov-meisjes in het rond.
Hoe deze vicieuze cirkel te doorbreken. Toch opstaan en
                          het schijfje verwisselen? De daad bij het woord
voegende wankelde hij in grote onbalans naar
                          het DVD-apparaat dat zich terzijde van het enorme beeldscherm
bevond. Maar voor hij het
                          bedieningspaneel kon beroeren ging hij overstag en door een flinke bloedarmoede
in het hoofd
                          stortte hij ter aarde. Zijn erectie verdween plots als een regenboog tegen een blauwe lucht en
                          bevrijd
van deze zware last kon hij weer helder denken. Hij was hier met een missie, die hem nu
                          -ondanks de vele
dwaalwegen- weer helder voor ogen stond. Hij was uitverkoren om vandaag
                          voor de W.I.N.-commissie nu eens
eindelijk de waarheid boven tafel te brengen. Welk pak zou
                          hij aandoen? Welke kousen? Zijn nieuwe?
Hij pakje het rode ruitjes jasje uit 1997 en zijn rode
                          lange broek. Toen hij aangekleed was zag hij er uit als een betrouwbaar mens. Iedereen zou
                          hem geloven. Na uitgebreid gefouilleerd te zijn -wat was dat toch altijd
zalig- stapte hij de zaal in.
                          Achter de tafel zag hij tot zijn schrik het glaasje WIN-water staan waarvan hij de
uitwerking zo
                          goed kende. Nog zo'n erectie zou hij niet overleven - dus zou één druppel van dat vocht al

                          dodelijk zijn. Nu wist hij het zeker dat dat de inhoud van zijn betoog zou zijn: dit vocht leeft niet,
                          integendeel dit
vocht is het vocht van de dood en verderf.  Net zo dood en verderfelijk als de
                          natuur van Ittoggoormorrit.
Dat was het doel van zijn ontbering, dat was het doel van zijn reis.
                          De schrik van het glaasje water had een
intense innerlijke warmte bij hem losgemaakt. Gloedvol
                          begon hij aan zijn omstreden speech. Hij stond op het
podium, keek de zaal in en sprak zijn
                          eerste woorden uit. Plotseling ging de deur, achter in de zaal, open en
werd er een manshoge
                          fallus binnengereden die op een wit onderstel was geplaatst met een aanduiding erop:
"NIEUW!
                          Vruchtbare Fabriek - Collectie 2005". Een luid applaus klonk op dat spoedig overging in een
                          staande
ovatie, terwijl de wagen met het ivoorkleurige beeld door het middenpad het spreek-
                          gestoelte naderde. Plotseling
lichtte de fallus op en stierf het applaus uit. Even kon je een speld
                          horen vallen. De stilte werd ruw onderbroken
door zijn mobieltje. Ondanks het uitdrukkelijke
                          verbod op gebruik van deze communicatiemiddelen in het
openbaar keek hij toch op het kleine
                          schermpje. Er verscheen een SMS bericht. "Je wordt grootvader".
Dit bericht kwam van zijn
                          oudste dochter. Hoe is dat nu mogelijk ??? Hadden zij ook het "WINWONDER"
ontdekt? Snel
                          herstelde hij zich en deed of er niets aan de hand was. Met "Majesteit, leden der commissie,

                          en andere nieuwsgierigen" begon hij zijn pleidooi "Het is mij een groot genoegen u te kunnen
                          mededelen dat
mijn fallus te vergelijken is met het lichtend voorbeeld dat net binnen gereden is".
                          De majesteit kon een glimlach
en enige opwinding niet onderdrukken en deed een poging ge-
                          shockeerd om zich heen te kijken. Nooit was
het zijn bedoeling geweest om de grootte van zijn
                          geslacht publiekelijk met anderen te delen. Immers, hij wist
dat hij altijd de winnaar was. Een
                          gevoel van schaamte overviel hem dat hij zijn grote geheim had prijsgegeven
en het gloedvolle
                          betoog dat hij wilde afsteken verzandde in het stotteren van een aantal onverstaanbare zinnen.

                          Het publiek werd onrustig, ging onderling met elkaar van gedachten wisselen en van achter uit
                          de zaal werd een
zacht maar steeds duidelijk wordend spreekkoor hoorbaar. "Laten zien, laten
                          zien" werd er gescandeerd. Het
publiek stond als één man op. Zelfs de majesteit liet zich niet
                          onbetuigd en met zelfs een koninklijke 'goedkeuring'
liet hij, vol schaamte en gene, zijn herme-
                          lijnen mantel openvallen waardoor een gekunstelde constructie van
bamboe en kippengaas
                          zichtbaar werd, in de verste verte niet te vergelijken met het lichtend voorbeeld dat tussen
hem
                          en de spreker stond opgesteld. Een vreselijk gejoel boegeroep steeg nu op uit de zaal en hij
                          -de koning-
weende bittere, maar vorstelijke tranen. En dit maakte indruk op de woedende
                          menigte, want zo hadden zij hun
koning nog niet eerder gezien. De spreker, onaangenaam
                          verrast door deze onverwachte actie van zijne
majesteit, probeerde de situatie te redden door
                          te wijzen op het overbekende verhaal van de onlangs overleden
Donald Jones. Hij was immers
                          de man die een doosje had wat hij verzekerd had voor een miljoen. Niemand had
zich, al die
                          jaren, afgevraagd wat er in dat doosje zat.


                         Terwijl de spreker de zaal stil kreeg en hij zijn hermelijnen jas weer had dichtgedaan en de
                         ME met groot
vertoon Den Haag binnenreed, landde het vliegtuig met de wereldberoemde
                         plastisch chirurg, die gevraagd
was om cosmetisch in te grijpen. Maar nu hij publiekelijk had
                         laten zien dat hij de afgelopen tijd over zijn
grootste geheim gelogen had, was er voor hem
                         geen weg meer terug. Ook al had hij de zaal tot bedaren
gekregen -de koning de onwaarheid
                         voorschotelen waardoor er tranen van teleurstelling vloeiden- druiste
tegen alle regels van het
                         land in. Dat de zaal stil werd was niet ZIJN verdienste. Men werd stil om wat er te
gebeuren
                         stond. De enorme fallus was gedoofd, de zaalverlichting ging aan, de koning stond op en liep

                         richting sprekersgestoelte. Hij zei op strakke toon dat de hermelijnen mantel afgedaan moest
                         worden en
vanuit de coulissen van het toneel werd hem een elektrische heggenschaar over-
                         handigd. Krachtig genoeg om
een constructie van bamboe en kippengaas te doorklieven. De
                         stekker ging in het stopcontact, de heggenschaar
liet haar tanden over elkaar heel schuiven,
                         de koning sloot zijn ogen alvorens hij handelend zou gaan optreden.
Het enige geluid dat te
                         horen was, was het geluid van de heggenschaar en die kwam gevaarlijk dicht bij. Het
trom-
                         geroffel zwol aan. De heggenschaar had enige moeite om zich een baan door de bamboe en
                         het kippen
gaas te banen. De bamboe viel al snel op de vloer. Het kippengaas bleef steken in
                         de heggenschaar en de
vonken spatten overal. Het licht in de zaal viel uit. Hoe vaak moest de
                         arbo-dienst nog vertellen dat een
heggenschaar niet voor kippengaas was. Was de plastisch
                         chirurg voor niets gekomen? Zeker niet! Zijn bijdrage
aan de totale verwarring bij de toehoorders
                         in het donker zou de geschiedenis ingaan als 'de avond van de
sterrenregen'. Want dat was
                         alles wat overbleef van deze op zich legitieme bijeenkomst in het hoge noorden
van Groenland:
                         een regen van sterren die tot ver in de omtrek van Ittoggortoormijt als een verlichte koepel

                         zichtbaar was. De eskimo bij het wak kon er niet warm of koud van worden. Lichtverschijnselen
                         waren in het
geheel niet van invloed op zijn lichamelijk gestel, laat staan een wetenschappelijke
                         verhandeling over W.I.N.-
water. Zolang het maar vloeibaar bleef, dat was zijn enige zorg. Plot-
                         seling bewoog de vislijn die het donkere
wak inliep. Gespannen tuurde hij in het donkerblauwe,
                         ja bijna zwarte gat. Als door een onzichtbare kracht,
een soort magneet, voelde hij een drang in
                         zich opkomen die niet meer te beheersen leek. De eskimo stond op,
ontdeed zich van zijn
                         kleding en keek nogmaals in het donker gat. Voor zijn gevoel was zijn hartslag op kilometers

                         afstand te horen. Ondanks zijn naaktheid en de bittere kou stond het zweet hem op het voorhoofd.
                         Een druppel
viel op het water in het wak en deed het rimpelen. Hij bleef kijken, bleef zweten.
                         Hij keek omhoog en bewonderde
de sterren aan het firmament, toen pakte hij de vislijn beet en
                         liet zich langzaam in de duisternis zakken. In een wolk
van opstijgende luchtbellen daalde hij af
                         naar de duisternis van de zee. Na een paar uur onderwater te hebben gezwommen -met een glas
                         W.I.N.-drank is dat geen probleem- kwam hij bij een kruising. Links zag hij een
silhouet. Het was
                         een slanke, lange, elegante vrouw met een kastanjeachtige bruine huid en zwarte haren. Haar

                         gezicht was onmiskenbaar Italiaans, niet uitgeproken mooi, maar met brede aardse trekken die
                         zelfs op twintig
meter afstand een rauwe sensualiteit leken uit te stralen. Doordat ze in een water-
                         stroom lag werden haar kleren
tegen haar lijf gedrukt en kwamen haar tengere kleine borsten
                         duidelijk uit. Hij wenkte haar met de bedoeling..... (wordt vervolgd)

 



                         Wilt u meer over deze schrijvers lezen kijk dan op:
                         http://www.rijnen.nl/korte.verhalen



                                                                                                                                    Art by Rolf Jordan