* Voor de beschrijving van dit
gedeelte van de route laat ik het woord aan
Paul Theroux die in 'Het drijvende
koninkrijk ' het traject van Ballachulish
naar Mallaig, (en daarna de oversteek naar Skye) te voet en per trein
aflegt. Dat hij dit aartsnieuwsgierig , geconcentreerd luisterend
en kijkend doet, moge uit onderstaande duidelijk worden.....
Ballachulish leek
op een dal in de Alpen .waaruit alle zachtheid was weggeschuurd -de
geveerde bomen en de chalets en de bruine koeien waren van de hellingen
gesmeten, en alle zachte glooiingen waren weg geschraapt, totdat het
landschap kaal en ruig was, naakt, wachtend op gras en wouden. Het
grootste deel van deze Schotse westkust maakte zo'n elementaire indruk
-alsof alles was schoongeveegd, en alsof het geheel op vervolmaking
wachtte. Voor het merendeel was het hard en onmooi.....
Fort
William was
indrukwekkend rotsig. Ik begon te denken dat het de meest
spectaculaire kustlijn was die ik tot dusver in Groot-Brittannië had
gezien -imposanter dan Cornwall, donkerder dan Wales, wilder dan Antrim.
Ik keek er lang naar, en ik kwam tot de conclusie dat ik het eerder
woest vond dan mooi, en dat de omvang en structuur verrassend onvoltooid
waren. Alles veranderde, afhankelijk van het licht, zoals dat altijd het
geval was met kliffen aan de kust; massief was het overal, maar onder
een bepaalde bleke belichting leek het landschap moorddadig.
Ik
was anoniem in Fort William.
De andere bezoekers droegen ook rugzakken, en vettige schoenen en
verrekijkers. Vlak boven Fort William rees
Ben Nevis
op, en voorbij dit plaatje lagen alle kampeerplaatsen van de Hooglanden,
dus was het hier vol trekkers en frisse-lucht-adepten, die allemaal druk
bij elkaar informeerden naar voetpaden. Het stadje was vol en zag er
onaangenaam uit, het stond er bol van de kampeerders, dus veegde ik na
de lunch mijn mond af en wandelde ik weg in noordelijke en westelijke
richting, langs de spoorlijn, naar de kust. Opnieuw dacht ik: sommige
vormen van reizen zijn de vervulling van een fantasie van weglopen.....
Langs de spoorlijn naar Mallaig (Ben Nevis)
Het was een schitterende rit
naar Mallaig
-een van de fraaiste treinritten ter wereld..... Schotland bezat een
paradoxale schoonheid -het was zowel prachtig als streng; het was een
monotoon spektakelstuk. De stadjes waren saaier dan alles wat ik van
mijn leven had gezien, en de omringende bergen waren heel woest. Wat ik
zag, vond ik mooi, maar ik verlangde er steeds weer naar te
vertrekken..... Ik koos een andere zitplaats toen we langs de oever van
Loch Eilt
reden. Hoge bergen rezen op in het westen, en er waren nog meer lochs.
Enkele bergen waren negenhonderd meter hoog, en sommige lochs waren
driehonderd meter diep (Loch
Morar, een paar kilometer
verderop, was zelfs nog dieper). We reden over het viaduct van
Glenfinnan
-het liep in een bocht en was lang en had Romaanse bogen, en het stond
aan het noordelijke uiteinde van het glanzende, zwarte water van
Loch Shiel,
dat ook weer aan de voet van zulke ruige bergen lag. Het was hier
buitengewoon leeg..... Grote varens groeiden op de voorgrond, en er
stonden wat bomen in smalle, luwe kloven, buiten de wind, maar mensen
waren er niet. De westerstormen hadden de aarde van de meeste hellingen
weggewaaid. Het was een hard en beeldschoon landschap. De schoonheid
speelde een bijrol; je moest een harde zijn om hier te kunnen wonen.
De
eilanden voor de kust -Rhum,
Eigg,
Muck en
Canna-
droegen namen die leken op gerechten van een gebrekkig gespeld menu. De
Sgurr of Eigg
tekende zich tegen de hemel af als een tomahawk.
En nu strekte zich over vijf kilometer een dal met groene velden uit tot
aan de Sound of Sleat
-en boven de trein waren bergen die uit gebarsten rotsgesteente
bestonden, en plekken paarse hei. Plotseling zag ik, tegen de zon in,
het silhouet van een paard dat stond te grazen aan zee..... Die avond
staarde ik uit het raam naar de bizarre bergen op
Skye. Ze waren
scherpgetand, fantastisch en hoog als pieken in verhalen over draken.
Dat waren de Cuillins,
en door hun vreemde vormen leken ze onbeklimbaar.....
Mallaig, veerboot naar Skye
De boot voer langs
nog meer van die afgelegen huisjes. Het getuigde van Schotse
onafhankelijkheid en stoerheid dat mensen bereid waren te wonen in zulke
moeilijke omstandigheden. In heel Groot- Brittannië konden geen huizen
zijn die minder bereikbaar waren dan deze stulpjes aan de kusten van de
Western Isles.
De Schotten hier kozen een afgelegen richel of een eenzaam stuk kust, en
dan bouwden zij daar een huis van natuursteen, en sloten de wereld
buiten.
De kust
had diepe inhammen en hoge kliffen, en was zo steil dat het effect was
dat reizigers op specifieke plaatsen werden geconcentreerd. Op deze boot
bijvoorbeeld. Of op bepaalde wegen in de dalen. Of in
Fort William
en
Oban
en Mallaig.
In Engeland en Wales werden mensen al spoedig geabsorbeerd door het
platteland, en de kustplaatsen konden een heel lege indruk maken. Hier
in Schotland echter waren het land en de steile kusten afwijzend, en dus
reisde iedereen langs enkele routes; en ze hadden altijd langs die
routes gereisd.....
Oversteek naar Skye
Route naar Skye
(via Mallaig) :
Via de A82 naar Fort William
A830 naar Mallaig
Oversteek naar
Armadale (Skye), ca. 30 min.
Landschap
:
Ben Nevis (Fort William), Loch Shiel
(Glenfinnan
Monument en
spoorwegviaduct), uitzicht op de
Binnen-Hebriden
Afstand
:
Ca. 93 km
Overtocht
:
Caledonian MacBrayne,
Hebridean and Clyde
Ferries
info...
'Het
drijvende koninkrijk ' - Paul Theroux
Copyright (c) 1983 by Paul Theroux/CapeCod
ScrivenersCompany
Nederlandse vertaling: Tinke Davids
Copyright Nederlandse vertaling (c) 1991
b.v. Uitgeverij De Arbeiderspers/Tinke Davids
ISBN 90 295 4893 2/CIP
|