Piëta
(ca.
1400)
Crucifix
(1220)
Heilige Maagd met kind
(1313)
Vanaf de burcht heb ik een schitterend uitzicht over de omgeving, en
inderdaad: ik ben weer
in de Eifel! Ik trek verder naar de oude Romeinse vesting Tolbiacum,
het huidige Zülpich,
waar ik op zoek ga naar de kloosterkerk op het terrein van de
psychiatrische kliniek Mariaborn.
Hier zou zich een 12de-eeuwse romaanse Madonna met kind bevinden, een
kleine omweg meer
dan waard. Nonnen in het zwart schuiven mij voorbij op weg naar het
kloosterkerkhof, want
morgen is het Allerzielen. De graven van de kloosterzusters worden
voorzien van lichtjes en
gesierd met witte bloemen. Blijkbaar zijn de zielen van deze
overledenen ook niet zonder zonden.
Ze bevinden zich in het vagevuur en wachten op hun loutering om voor
God te kunnen verschijnen
en in de hemel te worden opgenomen. Bemiddeling en voorbeden van de
levende zusters kunnen
misschien helpen de schulden van de doden te verlichten en hun tijd in
het vagevuur te verkorten.
Of hoopt men op een tijdelijke terugkeer, waarbij de lichtjes de weg
moeten wijzen? Veel
patiënten lopen buiten in de herfsttuin. Ook zij zijn de weg kwijt,
daar helpt geen gouden middag-
licht aan. Opvallend veel bloeiende, witte rozen hier...
Nideggen -
burcht
Zülpich - Kloosterkerk Marienborn
Ik dwaal door het voormalig kloostergebouw. Lange, lege gangen. ‘
Beata solitudo,
sola beatitudo,
alleen de stilte leidt tot zaligheid’ Ik zie deuren van spreekkamers,
dokters voor het zielenheil.
Een vitrine met een crucifix wijst me de weg naar de kerk. Geen
romaanse Madonna met kind, wel
een deerniswekkende
Piëta.
Een man, eigenlijk een kind nog, uit zijn
lijden verlost, in de armen van
zijn moeder. Hoe toepasselijk kan een omgeving zijn?
Zülpich - Kloosterkerk Marienborn, Piëta
Ahrweiler, Allerzielen
Bad Münstereifel en Altenahr sla in over vandaag. Mij te druk. Tegen
vijven meld ik mij bij
Hotel Garni Schützenhof te Ahrweiler. Het weerzien is hartelijk. Heb
een mooie kamer aan de
voorkant. De zon strooit nog altijd met goudwarm licht wanneer ik vanaf
mijn balkon de straat-
scène gadesla: links het kerkhof waar honderden mensen druk doende zijn
met het zielenheil van
hun overledenen. Vannacht zullen er honderden lampjes en kaarsen voor
hen branden. En mocht men
tijdelijk terugkeren, dan wijzen de lichtjes richting Ahrtor, de
vriendelijke stadspoort aan mijn
rechterhand, die altijd toegang geeft tot wat aards vertier. Zonder
aanziens des persoons...
Op zoek naar de stilte..., woensdag 2 november
Het is haasten om voor het donker terug te zijn. Ik weet mij
achtervolgd door de invallende
duisternis en opkomende nevelslierten wanneer ik door de bossen afdaal
van de Hohe Acht,
met zijn 747 meter het hoogste punt in de Eifel. Draaien en keren,
misschien rij ik wel te hard.
Geesten doemen op in de bundels van mijn koplampen en slaan uiteen
tegen de oranje tunnel
waarin ik voortsnel. Een onverwacht spannend einde van een dag die in
het teken stond van de
serene stilte en de zoektocht naar Genoveva, dochter van de hertog van
Brabant en getrouwd
met graaf Siegfried. Toen de laatste gehoor gaf aan een oproep om ten
strijde te trekken tegen
de Saracenen, stelde hij voor zijn mooie vrouw onder de bescherming van
zijn vertrouweling,
ridder Golo te plaatsen. Huilend voorvoelde zij haar droevig lot,
waarna Siegfried haar bescher-
ming bood door de Heilige Maagd zelf. Siegfried was nog niet vertrokken
of Golo probeerde haar
wellustig te verleiden. Geen middel werd door hem geschuwd, in een door
hem zelf geschreven
brief werd verteld dat Siegfried op zee was omgekomen. Maar in een
droom liet Maria de gravin
weten dat Siegfried nog leefde. Bovendien bleek dat Siegfried, vlak
voor dat hij op kruistocht
ging, een kind verwekt had bij zijn vrouw. Toen bekend werd dat de
graaf al op terugtocht was,
ontstak Golo in grote woede en probeerde het vege lijf te redden door
Siegfried te laten weten
dat het kind van de kok was. Buiten zinnen ging Siegfried in op Golo’s
voorstel moeder en kind te
laten verdrinken, maar de knechten die het vonnis moesten uitvoeren
konden dit niet over hun hart
verkrijgen en lieten de twee ongedeerd in het bos achter. Na zes jaren
kwamen Siegfried en
Genoveva elkaar bij toeval tegen tijdens een jachtpartij van de graaf
en kwam de waarheid boven
tafel. Het gezin werd herenigd en Golo gevierendeeld. Uit dankbaarheid
voor haar jarenlange be-
scherming liet de gravin in het bos een kerk voor Maria bouwen...
Genoveva van Brabant
- Moritz Retzsch (begin 19e eeuw)
Ik ben in Fraukirch, een eenzaam kerkje naast een morsige boerenhoeve.
In het open land,
het bos is allang verdwenen. Evenals Golo’s trawanten: een biertent
hangt bijkans tegen de
kerkmuur aan. Er heerst hier volmaakte stilte. Zelfs de hoge bomen
houden hun bladeren nog
even vast. Ik open de kleine zijdeur en vrijwel onmiddellijk gaat mijn
blik naar een prachtig
altaarstuk met daarop afgebeeld de hele Genoveva-legende. Een
steenreliëf van pure, volkse
kunst. Op de grafplaats achter in de kerk staan een ridder en zijn
vrouw afgebeeld, Siegfried
en Genoveva. En honderden verzoeken aan Maria om hulp: ‘Heilige Moeder
Maria, spreidt uw
alles beschermende mantel over ons uit…’ Ik wil niet achterblijven en
voor ik de Fraukirche
verlaat steek een kaarsje aan bij het Mariabeeld: ‘Zolang het brandt,
blijf ik nog even, hoewel
ik allang weer onderweg ben... Op mijn reis door de tijd...
Kerkje van Fraukirch
Siegfried en Genoveva
Fraukirch -
interieur
Altaarstuk met Genoveva-legende
(1665)
Mariabeden
Deze brengt mij vervolgens naar Bassenheim aan de rand van het Rijndal,
op zoek naar de
“Ruiter van Bassenheim”, een reliëf in lichtgrijze zandsteen uit 1239,
voorstellende de
“mantel-legende”, een voorstelling die de christelijke naastenliefde
symboliseert. De ridder
die zijn mantel deelt met de armen is een voorbeeld van christelijke
barmhartigheid, die
–hoewel de vorm is veranderd- ook in onze tijd nog voortbestaat. In de
schemer van de
parochiekerk kijk ik naar het paard en de ruiter, naar het zwaard dat
doelbewust de mantel
verdeelt. Naar de bedelaar die naar zijn helft grijpt: het straalt
allemaal leven uit, doet
jezelf meeleven en dwingt tot bezinning. Deze St.-Martinus doet me
denken aan de Sint
Maarten maaltijd thuis: het gedoe met de veldsoep, de lange rij
goeddoorvoede wachtenden,
de klompendansers in de kerk, het hele circus compleet. Ik kan een
glimlach niet onderdrukken.
De zandstenen Martinus ook niet. Voor het eerst sinds 1239…
Bassenheimer Reiter (1239)
Mayen - > Marktplatz met Genoveva-burcht en Rathaus
> Scheve toren van de Sankt Clemenskirche
>
Brückentor
Rond de levendige stad Mayen
wijst alles op basalt. Deze poreuze lavasteen wordt in
de omringende bergen gewonnen en gebruikt als goed te bewerken
bouwmateriaal. Ik
neem de weg omhoog naar Ettringen en na een paar kilometer rij ik op
een dam dwars
door een voormalige vulkaankrater. Wanneer ik later terugloop naar de
groeve en mid-
denop over de reling naar beneden kijk, opent zich voor mij een
grandioos panorama,
een mengeling van oerlandschap en industrieruïne. Aan de rand van de
bizarre, loodrechte
rotswanden staan nog de oude kranen van waaruit nog kabels hangen en
tandwielen steken,
terwijl diep beneden de vegetatie allang is teruggekeerd. Opnieuw
prachtige herfstkleuren,
afgetekend tegen het zwarte basalt. De kranen als verstilde wachters
uit een ver verleden…
Basaltgroeve Ettringer Bellberg
Klik op de onderstaande
thumbnails om in een nieuw venster de 3D-foto's te openen
die ik in de basaltgroeve van de Ettringer Bellberg heb gemaakt. Voor
het diepte-effect
is wel een rood - cyaan brilletje nodig, dat ik desgewenst graag
toestuur. Meer weten over
mijn 3D-fotografie? Klik hier!
"Fast
drohend erhebt sich im Norden über Mayen der Ettringer Bellberg, ein
mächtiges Kraterrund,
das nach zwei Seiten von Lavaströmen
aufgebrochen wurde und nun daliegt wie in seinen eigenen Laven
ertrunken" - Frieder
Sauer
Hier vloeide het gloeiende
gesteente van de voormalige vulkaan ongeveer
3 km tot in de
straten van Mayen, alvorens het stolde tot basalt. Bijna over
deze gehele lengte is eeuwen-
lang dit poreuze en makkelijk te bewerken materiaal uit de lavastroom
gedolven. De grote
bedrijvigheid die dat met zich meebracht heeft hier een imposante
groeve van grote af-
metingen achter gelaten.
Het donkere basalt is in de
gebouwen van Mayen en in die van de
verre omgeving terug te vinden. De Brückentor is hier een mooi
voorbeeld van.
Mayener Bellberg
In de namiddag geniet ik van de stilte in het bijna uitgestorven
Monreal. Ik waan mij in
een landschapsschilderij met daarop smalle steegjes van een
vakwerkstadje dat zich aan
de nauwe oevers van een riviertje nestelt, omgeven door bosrijke
hoogtes, en met twee ruïnes
en een oude parochiekerk als blikvangers. Zou Koekkoek tot hier gekomen
zijn? Deze kaap
ik voor zijn neus weg: mijn camera maakt overuren. De middeleeuwse
bruggen over de Elz,
-de middelste versierd met een kruis gedragen door 4 leeuwen en een
beeld van de heilige
St.-Nepomuk- , de vele vakwerkhuizen aan het stroompje, het hoogaltaar
in de parochiekerk,
niets ontsnapt aan mijn aandacht:
Monreal - Vakwerkhuizen, burcht,
St.-Nepomuk, gedenkteken met leeuwen, riviertje de Elz
En dan ontmoet ik ook nog een oude liefde: het stationnetje! Duidelijk
zijn beste tijd gehad,
mogelijk niet meer in gebruik als zodanig. Ik denk aan een woongroep,
gezien de entourage
er omheen. Toch stopt er even later een trein. ’n Man met snor en
rugzak stapt in. Ik blijf
nog even, eet een verlate lunch. Laura heet het meisje dat bedient.
Italiaanse schoonheid met
een gezicht als een madonna. Zou Genoveva kunnen zijn. Droevig lot hier
vast te zitten in dit
speelgoedstadje. Laura heeft moeite met mijn wisselgeld en laat het
briefje van 20 achteloos
op mijn tafeltje liggen. Even denk ik… nee, ik ben geen Golo en… red
Genoveva. Ook hier ein-
digt het met een glimlach...
Monreal - station
De landschapschilders achterna..., donderdag 3 november
Vandaag toont de herfst een heel ander gezicht. De wind komt uit de
westhoek, speelt eerst
nog pak-me-dan met de opwaaiende bladeren, om ze dan al snel zonder
enig mededogen op een
hoop te smijten. Gekleurde slierten trekken over straat en eindigen
daar waar de luwte enige
bescherming biedt. Het staat op regenen. Grijs wordt aan het palet
toegevoegd en verhardt
de kleuren. Ik aanschouw de Eifel deze dag goeddeels vanuit de auto,
met David Sylvian als
metgezel: een perfecte mix in melancholie. De vele stille zijdalen zijn
vandaag helemaal van
mij en die deel ik slechts met herten, roofvogels en wat verdwaald vee
dat nog in de velden
staat. Ik volg het riviertje de Ahr vanaf zijn oorsprong in Blankenheim
tot in Ahrweiler, maar
ben zijn loop voortdurend ontrouw als zich weer een kerkje of mooi
uitzichtpunt aandient.
Zo brengt een
zijstroompje mij naar Kesseling, waar op een vooruitstekende rotspunt
de
dorpskerk over het
plaatsje uitkijkt. De steile voetweg er naartoe is een kruisweg, geen
slechte opgave om deze
dag te beginnen. De beloning is een prachtig barok altaar, dat eerder
de abdij van Maria Laach sierde. Ook hier steek ik een
kaarsje aan: ‘Dieses
Licht, das leuchtet,
ist ein Zeichen meines Gebetes, das ich fortsetzen möchte
während
ich weitergeh…’ Rondom de
kerk is nog maar net plaats voor de overleden dorpelingen, jammer dat
zij niet langer kunnen
genieten van het prachtige uitzicht over dit verlaten gebied.
Dorpskerk van Kesseling
Interieur
Barokaltaar
Ligging op vooruitspringende rotspunt
En verder trek ik, in
weldadige eenzaamheid, langs de Herschbach gestaag omhoog naar
het hoogste punt van vandaag op precies 620 meter. Door wonderschoon
gekleurde bossen,
waarin nu bij elke windvlaag een gordijn van bladeren naar beneden
komt. Dan weer wijken
plotseling de bomen en ontvouwt zich voor mij een breed panorama onder
de jagende wolken.
Duidelijk zijn aan de horizon de oude kegelvormen te herkennen van de
eertijds in dit gebied
aanwezige vulkanen. De natuur hier is gul geweest voor haar bewoners:
de akkers zijn vrucht-
baar, het bronwater is er zuiver en er zijn voldoende gesteenten om te
bouwen. Terwijl ik
naar de licht gekromde verte staar onderga ik de absolute stilte. Uren
zou ik hier kunnen door-
brengen, de rauwe schreeuw van een roofvogel die hoog boven mij
cirkelt, is dan slechts een
accent, geen verstoring van deze perfectie. Wanneer ik even later weer
afdaal in het bos,
weet ik mij omarmd door dit Eifel-landschap, door zijn dalen, door zijn
hoogten, en langzaam
geeft het mij zijn schatten prijs…
In
het Herschbachtal In de Vulkaaneifel
In Blankenheim ontspringt de
Ahr, in een onaanzienlijke put, en stroomt
geulbreed langs
de vele fraaie vakwerkhuizen van het stadje, uitgeleide gedaan door de
heilige Nepomuk…
Blankenheim, bron van de Ahr Blankenheim,
vakwerkhuis
Ik vlucht voor de regen de
donkere H. Maria-Hemelvaartkerk binnen en ook hier ontdek
ik een aantal prachtige kunstschatten, zoals het monumentale,
laat-gotische houtsnijwerk-
altaar uit 1545 en een bijzondere houten preekstoel waarvan de
toegangstrap in de muur
is verwerkt. Opvallend zijn ook de grote apostelfiguren uit het einde
van de 16e eeuw die
de ribben van het gewelf lijken te dragen.
Blankenheim, H. Maria Hemelvaartkerk
Ik blijf nog wat hangen in
Blankenheim, ondanks de regen. De straten en steegjes lopen op
en af. Veel schilderachtige plekjes met vakwerkhuizen. Ik loop door de
Hirtentor de
Zuckerberg op, ik kan het fotograferen niet laten... De bron van de Ahr
zelf is een beetje
een teleurstelling: op een pleintje, tussen vakwerkhuisjes, ontspringt
de rivier onder een
bronhuis uit 1726. Nu is het er rustig, in het hoogseizoen ongetwijfeld
een toeristische
kermis. Dat men van hieruit het mooiste zicht op het plaatsje heeft,
met zijn vakwerkhuizen,
parochiekerk en helemaal boven de burcht, zal menigeen ontgaan...
Blankenheim, HirtenTor (1404)
Schilderachtig Blankenheim
Door dalen met brede weidegronden, omgeven door beboste hoogten, gaat
het stroompje door
dit mensverlaten landschap. Ik volg het als een hond die zijn baas voor
de voeten loopt: eerst
links, dan weer rechts, nu eens van boven, dan weer op gelijke hoogte.
Bij Müsch verlaat even
het dal op zoek naar het gehucht Kirmutscheid, niet veel meer dan een
kerk, een pastorie en een
schoolgebouw. Ik wil mij laten imponeren door het verstilde
kerkinterieur met zijn beschilderd
gewelf en op het altaar, in zandsteen, de bewening van het dode lichaam
van Christus bewonderen.
Dat is mij niet gegund, de eerste kerk die voor mij gesloten blijft…
Geen levende ziel te bespeuren
hier. Ik moet het doen met wat verbleekte foto’s bij het toegangshek.
Wanneer ik tegen beter
weten in nog een keer de deurkruk uitprobeer, fluit de wind mij
nadrukkelijk terug naar de auto.
Kirmutscheid
In Schuld zie ik de Ahr weer terug, nu stromend door een breed dal, en
ondanks het gestreepte
asfalt voor de wielen, kost het mij geen enkele moeite mij voor te
stellen, hoe verlaten dit dal er
in voorgaande eeuwen moet hebben uitgezien. Geen toeristen, alleen
reizigers te voet. O ja, en in
de 19e eeuw natuurlijk ook de schilder van landschappen! Barend
Cornelis Koekkoek deed het en
met hem vele andere romantici. Zelf zou ik ook graag eens… …Ik stop op
een mooi punt, pak mijn
camera, en rijg een fraai panorama in elkaar. Zo doe je dat in de 21e
eeuw! Terug met beide benen
op de grond…
Het toerisme is er ook weer terug, tussen Altenahr en Ahrweiler. Want
deze streek is bijzonder: het
noordelijkste gebied van Europa waar nog wijnbouw mogelijk is. Het is
moeilijk niet onder de indruk
te raken van de hoge, steile hellingen die volstaan met wijnranken,
vaak op de meest onmogelijke plaat-
sen van waar mens en machine nog een goede druivenoogst proberen binnen
te halen. De plaatsjes tussen
Altenahr en Ahrweiler zijn typische wijnbouwersdorpen, met alle
commercie die daar bij hoort:
Kellerijen, wijnproeverijen en wijnfeesten op momenten dat er nog geen
druif is binnengehaald.
Waren de onderste meters boven het maaiveld maar weg te gummen… Wat dan
zou overblijven zijn
volgens B.C. Koekkoek: ‘de
heerlijkste natuurtafereelen. Zij brengen de gevoeligen mensch in
harmonie
met dezelve, en doen gewaarwordingen in de ziel geboren worden, die het
hart verheffen, het kunstgevoel
ontgloeijen…’ * De camera
blijft maar verder in de tas. Ik onderging vandaag de bekoring van het
eerste
stuk van de rivier, dan weer kronkelend tussen de hoge rotsen, maar
even verder weer stromend in een
breder dal. Laat men hier zijn zorgen maar wegdrinken met een goed glas
wijn. Ik heb baat bij de rust
en het indrukwekkende natuurschoon van de bovenloop van de rivier. Maar
ik kan het niet ontkennen:
de wijn is van grote klasse! Op mijn hotelkamer schenk ik mijzelf,
zonder wroeging, een Walporzheimer
Klosterberg Spätburgunder in. Lieblich, dat wel…
* Uit: ‘Mijmeringen en Mededeelingen van eenen Landschapschilder’
(1841) – B.C. Koekkoek
Weer terug naar huis..., vrijdag 4 november
Ik kan de Eifel niet loslaten op de dag van mijn vertrek naar huis. Ik
blijf nog wat aan het
noordwestelijk voorland hangen, daar waar de heuvels wijken en een
bredere horizon zichtbaar wordt.
Dorpen als Elsig, Frauenberg en Frauwüllesheim liggen, door hoge bomen
beschermd tegen de wind,
in de open ruimte. De lucht is knisperend, veel modder op de wegen,
want het is oogsttijd, het gewas
gaat van het land. Aardappelen, maïs, kolen en bieten worden door
machine of mensenhand binnengehaald,
diepe tractorsporen in de losse bovenlaag zijn er de stille getuigen
van.
De rit er naartoe is van een onbeschrijfelijke schoonheid: Bij Liers
neem ik afscheid van de Ahr
en klim langzaam in het dal van de Liersbach omhoog. Ik ben terug in
mijn herfstkalender. Misschien
zijn dit wel de mooiste kilometers van mijn ontdekkingstocht… Aan het
eind van de vallei slinger ik steil
omhoog en is mij nog eenmaal een blik gegund op dit bergland, in al
zijn pracht en praal, als cumulatief
hoogtepunt van wat de natuur vermag. Het vervolg van de tocht naar Bad
Münstereifel is als de kers
op de taart. Eeuwig zingende bossen met bladeren die, vallend van tak
naar tak, zich bewegen als
muzieknoten op een notenbalk, tegen een klankbord van hoog oprijzende,
altijd groene naaldbomen.
In het
Liersbachtal Elsig, Heilig Kreuzkirche
In het dorpje Elsig sta ik voor een gesloten Heilig Kreuzkirche, maar
na aangebeld te hebben
bij de pastorie, gaat een vriendelijke mevrouw mij voor met de sleutel
en ik betreed de oorspronkelijk
11e-eeuwse basilica, nu bewaard gebleven als laatgotisch kerkje met
kleurrijk decoratieve, middeleeuwse
muurschilderingen en gewelfversieringen. Prachtig is ook het
geschilderde drieluik met voorstellingen uit
het lijdensverhaal. Weer een parel toegevoegd aan mijn ontdekkingen…
Elsig, interieur Heilig Kreuzkirche
Hier in het vlakke land liggen de kunstschatten werkelijk voor het
oprapen. In Frauenberg vind ik
in de parochiekerk St. Georg naast romaanse ook gotische elementen en
ook weer de laatgotische
gewelf- en muurversieringen. Ik maak een foto van een aandoenlijke
aanbidding van het Jezuskind.
Deze door der tijd flets geworden muurschildering zal dit jaar mijn
kerstwens sieren… Ook hier
een prachtig geschilderd vleugelaltaar en een romaans houten Crucifix
uit 1160, die nog zijn originele
kleuren draagt. Het hangt of staat hier allemaal zo maar, in dit door
het katholieke geloof doordrenkte
land.
Frauenberg, interieur parochiekerk St.
Georg
Pronkstuk in deze kerk met zijn gotische en romaanse delen is zonder
twijfel het Triptychon,
een geschilderd vleugelaltaar uit de laat-Keulse School (ca. 1480).
Kenmerkend hierbij zijn de
prachtige kleuren, de geidealiseerde personen en de zorgvuldige
composities. Met enige gêne
betreed ik het altaar om dit kunstwerk in panorama vast te leggen...
Een schildersjongen,
aan het werk in de kerk, waardeert mijn
belangstelling. Alle hoop voor de jeugd is dus nog niet
verloren… Buiten, tegen de kerkmuur, hangt de
jeugd en speelt met hun mobieltje.
Andere interesses…
Frauenberg, Parochiekerk Sankt Georg
Langzaam begint de lucht te betrekken uit het zuidoosten. Mijn laatste
reisdoel is de kerk
van Frauwüllesheim, een juweel van puur gotische architectuur, en
hoewel het gebouw uit 1300
gesloten blijft, geniet ik van de elegante vormen en de perfecte balans
tussen muurvlakken en
de hoge vensters die als filigraanwerk oplichten in de laatste
zonnestralen. Hier stel ik mijn navi
in op ‘naar huis’ en verlaat ik definitief de Eifel, het blauw volgend
naar het noorden…
Pure gotiek in Frauwüllesheim
O ja, bij Zülpich toch nog even afgeslagen en langs de psychiatrische
kliniek Mariaborn
gereden, want met de speurzin van de afgelopen dagen wil ik zeker weten
de tronende
Moedergods in de voormalige kloosterkerk niet gemist te hebben. De
sokkel waarop dit
indringende 12e-eeuwse beeld zou moeten staan is inderdaad leeg. De
‘Hovener Madonna’
is naar Keulen. Naar een tentoonstelling over Middeleeuwse beeldende
kunst. Net als ik,
die de afgelopen dagen zo genoten heb van al het moois dat de
Eifelstreek te bieden heeft,
hebben ook heiligen recht op hun uitje…