Cees Sleven /// Homepage  


|Falling in love|Verborgen verleden|Winterklaar|Tervuren (epiloog)|

                 
            Ingeklemd tussen Maas, Nederlands Limburg en het Waalse land van Herve
            ligt een uniek stukje Vlaanderen (Limburg) met een overvloed aan natuurschoon:
            de Voerstreek. Een prachtig golvend landschap met grote hoeven in brede valleien
            met weilanden en bossen. En rustige dorpjes, de zes Voerdorpen: Moelingen,
            's Gravenmoeren, Sint-Martens-Voeren, Remersdaal, Teuven en Sint-Pieters-Voeren.
            Vele riviertjes, vaak gevoed door natuurlijke bronnen, doorstromen dit gebiedje waar
            ik mij graag in herfstige sferen "in vervoering" wil laten brengen. Mijn lichte weemoed
            wil toetsen aan het late middaglicht en aan een duizend-kleurenpracht...

               En dan treed ik uit dat schilderij en trek naar Tervuren bij Brussel om nader kennis
            te maken met de schilders van de Tervurense School. Zij vormden een soort
            artistieke protestbeweging tegen de stroeve, uitgebluste academische schilderkunst
            van hun tijd (19e eeuw) en lieten zich inspireren door het omringende landschap dat
            zij op pre-impressionistische wijze aan het doek toevertrouwden. Ik loop het School-
            van-Tervurenpad langs plekjes waar ze ooit geschilderd hebben en bezoek het
            museum Hof van Melijn waar hun schilderijen zijn te bewonderen.
            Uiteraard neem ik jullie weer mee op deze zwerftocht, om samen met mij te genieten
            van dit late herfstavontuur. Gewoon even halt houden, heel even maar, want alles
            gaat altijd verder... maar toch: van harte uitgenodigd!


                        

                 Falling in love, dinsdag 14 oktober
                
              

               "...Soms heel even stilstaan 
           bij het moment van nu 
           een kleine adempauze 
          
pas dan weer verder gaan..."

                 Vriendelijke welkomstwoorden van mijn gastvrouw Veerle van Bed & Breakfast
                 'Hof van Vervoering'te 's Graven-Voeren, één van de 6 Voerdorpen in de Belgische
                 Voerstreek, waar ik de komende dagen mijn domicilie heb gevonden. Ver genoeg
                 weg van de toeristische drukte van Maastricht en Valkenburg, maar toch dichtbij
                 genoeg om er binnen 2 uurtjes naar toe te rijden. Een smal strookje Vlaams Limburg
                 waar de Franse slag al duidelijk merkbaar is, maar waar men tegen alle verdrukking
                 in Nederlands is blijven praten. Na aankomst rond het middaguur besluit ik dit won-
                 derschone gebiedje met zijn vele glinsterende waterloopjes te voet te verkennen,
                 waarbij ik mij laat leiden door kaart en beschrijving van de 'Bronnenroute', door
                 'Vlaanderen Vakantieland' uitgeroepen tot één van de mooiste wandelroutes van
                 Vlaanderen. En alles zit mee vandaag: de hemel is strakblauw en herfstkleuren
                 worden meer en meer zichtbaar. Het licht is warm en ik laat het vol in mijn gezicht
                 schijnen. Alsof ik de zomer achterna wil lopen en nog niet wil denken aan de novem-
                 berstorm die straks weer kat en muis zal spelen met de hulpeloze bladeren. Statig
                 valt het blad nu, bijna loodrecht in de windstilte, als gouden druppels op het zachte
                 groen. Bospartijen op de oostelijke, steile hellingen wisselen af met weilanden op de
                 vlakkere westelijke hellingen. Maar het zijn de dalen, die prachtige dalen, die het
                 landschap van de Voerstreek vormgeven, uitgesleten door de vele riviertjes die
                 veelal hun oorsprong vinden in plaatselijke bronnen. Overal sijpelt er water. De
                 diepe holle wegen zijn modderpoelen, maar het deert mij niet, want steeds weer
                 wordt mijn geglibber beloond met een prachtig panorama wanneer ik het hoogste
                 punt heb bereikt.



                   
                                                                                Boven St.-Martens-Voeren

             Merkwaardige bomen met maretakken in hun kroon bewaken als sprookjesfiguren
                de slingerende paadjes die omzoomd worden door geknotte haagbeuken, meidoorn-
                hagen en hulststruiken. En hoewel er een overvloed aan bessen is, getuigen late bramen
                dat de zomer pas sinds kort vertrokken is. Ik ben op slag verliefd op dit landschap, pure
                liefde op het eerste gezicht. Is het het weelderige najaarslicht dat hier elke onvolkomen-
                heid verbergt? Of is het de immense stilte die telkens terugkeert nadat weer een
                goederentrein de 23 meter hoge spoorbrug heeft gepasseerd van de lijn Tongeren - Aken,
                een aanvoerlijn die tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers werd aangelegd. Na
                de brug duikt de trein de langste spoorwegtunnel van Vlaanderen in, ruim 2 kilometer,
                en keert plotseling de stilte terug, slechts onderbroken door het ingehouden getjilp van
                de heggemus en het omzichtig geritsel van een schuwe eekhoorn.


                                      

                                

                                                                                
Boven St.-Martens-Voeren


                     
Mijn voettocht brengt mij via mooie uitzichten over het dal van de Voer naar
                  het gehucht Veurs met zijn pittoreske
vuurstenen huisjes met oorspronkelijk
                  vakwerk. Alles ademt hier herfst. En verder gaat het, tot aan de kerk van Sint-
                  Pieters-Voeren. Deze zaalkerk ligt enigzins verhoogd op een heuvel, te midden
                  van een ommuurd kerkhof in een mooie landelijke omgeving. Op dit kerkhof
                  ontdek ik een smeedijzeren kruis op een arduinen sokkel met een herinnering
                  aan een mysterieuze verschijning:
                 
"Ter eeren en memorie der vertooninge van een schroonig kruys en bloedig daeran
                      hangenden schoonsten levenden lichaem hier gesien door de gloefweerdigste getuygens
                      5ta May 1799 des avonds. Jesus, Maria, Joseph."

                  Uitingen van grote devotie zijn hier even talrijk als de bronnetjes die in de holle
                  wegen uitkomen. Een streek van kappelletjes, veldkruisen en natte voeten...



              
  

                 
                                                     
Veurs

  
            Tegenover de heuvel waarop de kleine zaalkerk is gebouwd neem ik pauze
                  en bevrijd ik mijn zere voeten uit hun omklemming. Voorbij rijdend landbouw-
                  verkeer doet de drogende modder op de weg opstuiven, waarna het stof zich,
                  door het zonlicht gefilterd, als een gouden deken over de omgeving neerlegt.
                  Het is oogsttijd. Bieten en maïs gaan van de velden, het landschap wordt opener.
                  Het jaargetijde schildert met bruin en zwart en werpt lange schaduwen naar de
                  winter.


              


                 

                 
                                                     
St.-Pieters-Voeren

              
Laat in de middag kom ik aan de voet van de hoge spoorwegberm en het
                  viaduct van Sint-Martens-Voeren, die deel uitmaken van de spoorlijn die
                  Tongeren verbindt met Aken. Nadat de Duitsers in 1914 Bergië bezet
                  hadden werd onmiddellijk begonnen aan dit traject, ook al konden zij op
                  op dat ogenblik nog niet vermoeden dat de oorlog vier jaar zou duren. De
                  lijn kreeg in de loop van de laatste oorlogsjaren een militaire betekenis als
                  verbinding met het front in Vlaanderen. Het bouwwerk getuigt van de be-
                  wogen geschiedenis van de Grote Oorlog in deze streken.


                 

              

                  Viaduct St.-Martens-Voeren

                                                                                               
                 

               Vanuit Sint-Martens-Voeren klim ik door het bos de steile oosthelling op,
                  wegglibberend in de modder daar waar spontane bronnen de aarde doorweekt
                  hebben. Ook de losse stenen vragen om voortdurende waakzaamheid. Maar
                  eenmaal boven wordt mijn inspanning beloond met één van de mooiste verge-
                  zichten van de Voerstreek: aan mijn zere voeten, diep in het dal, ligt St.-Martens-
                  Voeren met zijn dorpskerk St.-Martinus en het majestueuze spoorwegviaduct.
                  Daarboven spant zich de hemelboog met goudomrande wolken die reeds het
                  einde van deze bijzondere dag aankondigen. Spoedig zal de avond vallen en
                  alle kleur aan de natuur worden onttrokken. Een bleke maan zal over mij waken
                  wanneer ik in een vreemd bed de slaap probeer te vatten. Hoor, het is de stilte
                  die mij wenkt! Heel in de verte hoor ik een lange goederentrein het spoorviaduct
                  passeren. Antwerpen - Ruhrgebied, levensader... Morgen gezond weer op
!


                       

                        
St.-Martens-Voeren   


                      Verborgen verleden, woensdag 15 oktober

                      De nieuwe dag maakt de belofte van gisteren volledig waar: de sluimerende
                      ochtendnevel onthult slechts subtiel en bijna discreet de velden en bossen.
                      Hoog in het hemelblauw trekken ijle windveren komma's en aanhalingstekens
                      in de lucht, verder wijst niets op een komende verandering. Ik maak nader
                      kennis met Veerle tijdens het ontbijt, haar ontbijt, dat werkelijk zijn weerga
                      niet kent. Want Veerle legt de lat hoog, hoog voor zichzelf en voor haar gasten.
                      Haar oude
posthuis, waar eens de postkoets stopte en de postmeester de post
                      afhandelde, ademt gezelligheid in elk hoekje, en warmte ondanks de inrichting
                      op hoog niveau van design en Engelse chic. Detail tot kunst verheven, in een
                      perfecte balans tussen nieuw en doorleefd. En zo is haar ontbijttafel gedekt,
                      opgemaakt volgens de seizoenen en met verse produkten die getuigen van een
                      diep respect voor de natuur. Ik kan er alleen maar intens van genieten. Ik raak
                      met haar aan de praat en ontmoet in haar de perfecte gastvrouw, gul en met een
                      warm hart, maar altijd met de vraag in haar ogen of zij het wel goed genoeg doet.
                      Naast haar baan als succesvolle zakenvrouw kocht zij het oude posthuis hier in
                      's-Graven-Voeren, dat met respect voor het verleden en voor de ziel van het
                      gebouw gerestaureerd werd en begon een B&B, geheel op haar gevoel. Ze sprong
                      in het diepe, met alleen haar intuïtie als reddingsboei. Maar het werkte en het is
                      haar een groot genoegen om het haar gasten naar de zin te maken.
 

                 
     

                                 
Veerle's *****-ontbijt        

 
                  Al pratend en genietend van mijn ontbijt besluit ik een bus later richting
                      Tongeren te nemen. Het zal een gedenkwaardige rit worden van bijna 1 uur
                      voor slechts 3 euro. We rijden in westelijke richting de Voerstreek uit, de
                      prachtige vergezichten zijn een zegen voor mijn ogen. De hoogstam fruitbomen
                      lijken vermoeid door het dragen van een overvloedige oogst. Ook zij zullen
                      weldra kleur bekennen en straks weer kaal en ingetogen in het winterlandschap
                      staan. Bijna al het maïs is nu van het land gehaald.
Wat blijft zijn de stoppelvelden
                      en de modderige wegen. Ook de bieten zijn binnen en over de percelen trekken
                      tractoren keurige voren, waardoor de akkers veel weg hebben van lappen corduroy.
                      Sommige velden zijn boomloos groen en reiken tot aan de horizon: bus 37b rijdt
                      over een leeg Windows buroblad richting Visé...

                            Visé blijkt niet die triestigheid in het kwadraad die mij voorspeld is. Gezellige
                      bedrijvigheid in het morgenlicht. En is alles franstalig, grenzen worden hier blijkbaar
                      scherp getrokken. Dat blijft zo wanneer we de Maas passeren en door het Mergelland
                      rijden. Wij ronden Maastricht aan de zuidkant. Alles is hier mergel, gips, Knauf...
                      De wereld lijkt met een laagje stof bedekt. Weg is de frisheid van de morgen. Bij Riemst
                      rijden wij weer Vlaams Limburg binnen en is ineens alles weer nederlandstalig. Ik
                      speur naar iets Frans, maar tevergeefs. Ik moet glimlachen als ik terugdenk aan de
                      papagaai van Veerle. Die is wel degelijk franstalig, want ondanks jarenlange verwoede
                      pogingen het beestje "Sjefke" te laten zeggen, praatte hij wel gelijk het nieuwe Franse
                      dienstmeisje na: "Comment ça va? Comment ça va? Bien!"
 

                                          
De dorpen rijgen zich bij het naderen van Tongeren als een lang lint aaneen in een
                      bonte verzameling van huizen van baksteen, pleister, vakwerk en vuursteen in rood,
                      wit, grijs en bruin. Belgisch ongeregeld. Wanneer de gebouwen statiger worden
en wij
                      langs een stadswal rijden,
bereiken wij onze bestemming. Op de Grote Markt, onder
                      de machtige toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, nestel ik mij op het terras om
                      eerst wat aantekeningen te maken en van het uitzicht op de kerk, één van de mooiste
                      gotische bouwwerken van België, te genieten.


                                                

                                             



                      Ook Tongeren is een pelgrimsoord, waar in de basiliek de O.-L.-Vrouwe van Tongeren
                      wordt aanbeden door honderdduizenden pelgrims, wanneer eens in de 7 jaar het beeld
                      van Maria met Jezuskind wordt gerkroond.
In 2016 is het weer zover en om die reden is
                      de kerk op dit moment onderworpen aan een grootse restauratie, waarbij de hele kelder-
                      ruimte onder het gebouw toegangkelijk zal worden voor het publiek, evenals de uit 2 ver-
                      diepingen bestaande romaanse kloostergang. Het verborgen verleden -van oude Romeinse
                      fundamenten tot de verblijfplaats van de kanunniken uit de 12e eeuw- zal zichtbaar worden
                      en ook de Schatkamer met meer dan 100
bijzondere kerkschatten zal een plek ondergronds
                      krijgen. Enigzins teleurgesteld dit waarschijnlijk te moeten missen spreek ik de koster aan
                      over de kroningsfeesten van 2016. Met een spontaan gebaar nodigt hij mij uit de restauratie-
                      werken te bekijken, iets wat hij zegt wel vaker te doen met "speciale" gasten. Ik voel mij zeer
                      vereerd en volg hem en zijn sleutelbos gedwee. Hij opent inderdaad deuren die voor anderen
                      (voorlopig) gesloten zullen blijven. Ik mag een blik werpen op één van de mooiste en merk-
                      waardigste romaanse kloostergangen van het land en ondergronds mag ik de oude Romeinse
                      fundamenten aanschouwen.


                           
                     
Tintinnabulum (pauselijk ereteken)            "Causa Nostrae Laetitiae" (1479)                 Altaar met Mariaretabel (1500 - 1520)
 
                                                        

                                                                                              Renaissance glasraam (16e eeuw)


                     
Tongeren, de Onze-Lieve- Vrouwebasiliek
                      Tongeren is als Romeinse vestingplaats gesticht  omstreeks 10 - 15 voor Christus.
                      Onder de O.-L.-Vrouwebasiliek zijn resten gevonden van de verschillende perioden
                      uit de Romeinse- en kerkgeschiedenis van Tongeren. Er zijn resten van rijkelijke
                      bewoning van de 1e, 2e en 3e eeuw na Christus. Reeds in de 4e eeuw werd daar een
                      grote ruimte mert absis gebouwd als kerkgebouw. Men mag aannemen dat het hier
                      gaat om de bisschopskerk van Sint Servatius die in die periode de eerste bisschops-
                      zetel van de gewesten in Tongeren vestigde. Resten hiervan zijn teruggevonden en
                      kunnen, als de crypte eenmaal ontsloten zal zijn, bezocht worden. Verder zijn er
                      resten van kerkenbouw van omstreeks 550 -600. Deze kerk werd in de 9e - 10e eeuw
                      verbreed. Vermoedelijk was dit de eerste kapittelkerk. Omstreeks 1100 begon men
                      met de bouw van weer een grotere kerk. Deze romaanse kerk was een driebeukig
                      gebouw met een transept. Bij de belegering door de hertog van Brabant in 1212 werd
                      de kerk zo zwaar beschadigd dat men besloot haar af te breken en een nieuwe kerk
                      te bouwen. De werken aan het huidige gotische gebouw werden begonnen in 1240 en
                      beëindigd in 1536. De toren, die UNESCO werelderfgoed is, is 64 meter hoog en bevat
                      een beiaard met 49 klokken. In haar eenvoud is de basiliek één van de mooiste
                      gotische gebouwen van België.


                           
                     
Romeinse verdedigingsmuur (2e eeuw na Christus)


                      Tongeren, "Atuatuca Tungrorum", groeide onder Romeins bewind uit tot één van
                      de grootste steden in Noord-Gallië, een strategische halte op de heerbaan van
                      Keulen naar Noord-Frankrijk. De Romeinse bouwwoede vormt het bewijs van het
                      belang van de stad: overblijfselen van een aquaduct, een tempel en imposante ver-
                      dedigingsmuren.
Dankbaar voor deze onverwachte preview neem ik afscheid van mijn
                      gelegenheidsgids en start mijn zwerftocht door deze oudste stad van België. Een
                      wandeling langs 2000 jaar geschiedenis
die begint en eindigt bij de grootste held van
                      Tongeren, Ambiorix. In '54 voor Christus verslaat hij met zijn Galliërs het Romeinse
                      leger, maar de vreugde hierover is slechts van korte duur: belust op wraak keren de
                      legioenen terug en hakken de Galliërs in de pan. Ambiorix ontspringt de dans en wordt
                      nooit gegrepen. Een legende en een stripheld zijn geboren...


                        
                     
Ambiorix                                                                                      Begijnenhof

  
                      Ook in de stad is de herfst nadrukkelijk aanwezig. De afgevallen, bruine bladeren
                      contrasteren mooi  met het lichtgrijze plaveisel van keien en keitjes. Al slenterend
                      word ik naar schilderachtige buurtjes geleid, zoals het Begijnhof en de bijbehorende
                      kerk. Het Sint-Catharinabegijnhof stamt oorspronkeliojk uit de 13e eeuw, maar de
                      huidige gebouwen gaan terug naar de 17e en 18 eeuw. De huisjes aan het idyllische
                      pleintje 'Onder de Linde', de oude kerk, de voormalige herberg, alles ademt hier in
                      de stilte van de middag nog de sfeer van eigen haard, oord van rust en welbehagen.
                      Wie waren zij, deze begijnen? De vrouwen die, los van elke kerkelijk erkende regel,
                      erin slaagden een zelfstandig leven te leiden te midden van een wereld die beheerst
                      werd door mannen. Zij zijn geen leek en ook geen kloosterling. Zij kozen voor een
                      derde weg naast die van het huwelijk of het klooster. Ze zijn geen 'madam' of 'zuster',
                      maar 'juffrouw' en houden het midden tussen leken en kloosterlingen. Ze zijn noch van
                      de wereld, maar leven er wel in, noch van de kerk, maar leiden wel een religieus leven.


                    
              
                                                         Het Sint-Catharinabegijnenhof

                  
                      Ik vervolg mijn zwerftocht langs de Moerenpoort, de enige middeleeuwse stadspoort
                      die de tijd en mensen weerstond. Hier verliet men de stad in de richting van Wezet,
                      oftewel
Visé. Ik volg de oude stadswal die oorspronkelijk 6 poorten kenden. Na de
                      Romeinse periode kende de stad een tijd van verval, maar vanaf de 13e eeuw brak
                      weer een tijd aan van grote bloei en werd begonnen aan wat men tegenwoordig de
                      "Middeleeuwse muur" noemt. Op deze omwalling stonden een aantal torens, waarvan
                      nu nog slechts wat resten te zien zijn.


                        
                     
Moerenpoort                                                        "Middeleeuwse muur"

                        
                      Dan maak ik een stap nog verder terug in de
                      tijd wanneer ik oog in oog kom te staan met
                      een replica van een Romeinse tempel die op deze plaats zou hebben gestaan iets
                      na het begin van onze jaartelling. Via het hedendaagse ontwerp op schaal 1:1
                      kun je je een levendig beeld vormen van de imposante afmetingen van deze Gallo-
                      Romeinse tempel. Het concept is gebaseerd op de vele opgravingsresultaten ter
                      plaatse en vergelijkbare tempels in Xanten en Triër in Duitsland en Elst in ons
                      eigen land.Zo zou een verheven plaats eruit hebben gezien zo'n 2000 jaar geleden.
                      Uit de oude opgravingen is gebleken dat het tempelcomplex van 80 bij 130 meter
                      al was aangelegd toen men rond 150-160 de grote omwalling bouwde. Hoogst waar-
                      schijnlijk werd het complex rond 70 gebouwd, vermoedelijk omdat Rome de pax
                 romana
(Romeinse vrede) van keizer Augustus opnieuw wilde bekrachtigen na de
                      Bataafse opstand van 66-70. Aan welke godheid de tempel gewijd was en of hij werd
                      gebruikt voor de keizerscultus is nog altijd niet duidelijk.


              

                        

              


                      Ik keer terug naar het centrum en heb nog een bijzondere ontmoeting met de man
                      die mede verantwoordelijk was voor de taalgrens tussen Vlaanderen en Walloni
ë,
                      namelijk Flavius Claudius Julianus die in 358 te Tongeren een verdrag sloot met
                      de Franken, waarbij deze grens werd vastgelegd. In 361 volgde hij zijn oom
                      Constantinus II op als keizer van het Romeinse Rijk, maar sneuvelde reeds twee
                      jaren later. Ook het centrum van de stad ademt geschiedenis. Ik kan nog net een
                      blik werpen op de restanten van een Romeinse heerbaan alvorens de bouwput zal
                      worden dichtgegooid ten gunste van een parkeergarage. Boven de HEMA wordt mijn
                      blik gevangen door de oude gevel van Dommershausen, een koopmanshuis van meer
                      dan 500 jaar oud.


                    
              
Flavius Claudius Julianus                                   Dommershausen                                                 Dommershausen (detail)


                      Laat in de middag verlaat ik Tongeren weer, de lucht is inmiddels dichtgetrokken.
                      Het staat op regenen, alle reliëf is inmiddels uit het landschap verdwenen. Ik
                      verlang ineens hevig naar het huiselijke, warme en dorpse van mijn logeeradres,
                      waar ik mij aan het schrijven zal zetten van dit reisverslag. Waar de regen tegen
                      het dakraam zal kletteren en mij straks in slaap zal wiegen. Een slaap die het hart
                      verlicht en het hoofd even tot rust brengt. Om morgen gezond weer op te staan...


                     



                           Winterklaar, donderdag 16 oktober

                     
Mijn laatste dag in de Voerstreek nodigt uit tot stilte. Stilte die ik zoek
                     aan de noordzijde van de Voer, een pittige wandeling die mij brengt tot
                     aan het Hoogbos en voert langs holle wegen, hoogstamfruitbomen en
                     kale akkers en die gemarkeerd worden door talrijke veldkruisen en
                     kapelletjes. En dat alles onder grijze, jagende wolken waaruit het ieder
                     moment kan gaan regenen. De natuur is nu echt bezig zich winterklaar
                     te maken en dat wordt tijd, want er is een grote achterstand in te halen.
                     De zomer duurde en duurde, en was lang de beste maatjes met de herfst.
                     Maar nu eist het najaar zijn eigen plek op, laat de wind over het land
                     blazen en de takken eerbiedig voor zich buigen. Voor de bladeren is er
                     geen houden meer aan. Nauwelijks tijd om te kleuren worden zij in een
                     oneindige dans op grote hopen geblazen, rusteloos, onstuitbaar...



                 
                                                                                                                                                                                                    Hoogstamfruit

                        


                          Zelf deel graag in dit gevoel van losmaken en opruimen.
                     Het maakt een beetje weemoedig, maar zeker niet triest,
                     omdat het de belofte van iets nieuws in zich draagt.
                     Daar op wachten vergt geduld en dat op zich is weer een deugd.



                     
                                                                                                                                                                       Denijs-kapel

                        
                                                                                                                                                                        Trichterbeeldje


                           Al mijmerend kom ik aan het Hoogbos waar de holle weg  sterk afdaalt
                     naar de bosrand. Glibberen en glijden en voortdurend waakzaam voor
                     losliggende stenen. Een verstuikte enkel is zo opgelopen en ik ben hier
                     helemaal alleen. Hoog boven mij ruist de wind in de bomen. Het enige
                     geluid hier. Hoe verder ik het bos in trek, hoe groter de eenzaamheid
                     en klemmender de stilte. Mijn voeten branden in mijn schoenen die af
                     en toe diep wegzakken in de modder. Ik schuifel naar een boomstronk
                     om mijn voeten uit hun beklemming te kunnen bevrijden en net op het
                     moment van mijn grootste hulpeloosheid is hij er, de zon! Het beukenblad
                     licht op en een prachtig reliëf wordt zichtbaar in het bos. Het wordt mijn
                     sprookjesbos waar het plots ruist van legenden en mysterieuze verhalen,
                     meegebracht door reizigers met de postkoets op weg naar Luik of Aken.
                     Hier aan de bosrand, in afspanning "De Swaen", gaan in de gelagkamer
                     nog altijd de verhalen rond boven de pullen bier en de dampende trip met
                     appelschijven. Al meer dan 4 eeuwen gaat het zo op deze wisselplaats voor
                     ruiter en postzak, rustplaats voor mens en paard.


                      


                            
                          Hoogbos

                          Als de bomen gaan wijken, kom ik in het volle licht. Helder blauwe lucht
                     met dreigend opbollende wolken. Ik hou de paraplu onder handbereik,
                     want de herfst is boos. Op een bankje maak ik een selfie en hervind de
                     stilte ondanks de onrust in de lucht. Ik kijk gebiologeerd naar een roofvogel
                     die cirkels draait boven een bosje en het durft op te nemen tegen de wind...


                       

                       
                   
Selfie met Tilleyhat                                                                      Langs de Greb
                                                                                  

                    Morgen moet ik weer afscheid nemen van dit bijzonder stukje Vlaanderen
                    en op doorreis gaan naar Tervuren om nader de kennis te maken met de
                    groep landschapsschilders die zich aldaar rond 1870 rond Hippolyte Boulenger
                    vormde. Net als in Oosterbeek aan de Veluwezoom hadden deze schilders de wil
                    gemeen zich te bevrijden van het academische keurslijf en in de vrije natuur te
                    gaan schilderen in navolging van de School van Barbizon. Ik verruil dus mijn
                    Tilleyhat voor een strooien hoed, pak mijn schilderskistje en trek naar Tervuren!
                    Maar niet zonder mij eerst verzekerd te hebben van de Voerse specialiteiten
                    appelstroop en Voerdrupke. In voldoende mate om de winter mee door te komen!



                           
                                                                                  Zicht op 's-Gravenvoeren

                           
                         Dassenburcht

                        
                         Berken met maretakken


                         Tervuren (epiloog), vrijdag 17 oktober

                    De nieuwe dag begint helder en fris na een nachtelijke regen die de okergele
                    herfstbladeren nog aan het donkere asfalt vast doet plakken. Hanengekraai
                    en het geblaf van een erf hond in de verte benadrukken de stilte van het
                    ochtenduur. Een paar laatste wolken trekken achter het regenfront weg naar
                    oosten, de zon strooit uitbundig haar vroege herfstlicht over de glimmend natte
                    daken van 's Gravenvoeren. In die ochtendstilte neem ik afscheid van Veerle en
                    haar B&B "Hof van Vervoering" en verlaat ik de Voerstreek op weg naar Tervuren,
                    het kunstenaarsdorp bij Brussel. Maar niet nadat ik bij de plaatselijke VVV het
                    boekje "Door den Oorlog moeten lijden - De Voerstreek in 1914 - 1918" heb
                    opgehaald, dat de geschiedenis vertelt van de doortrekkende Duitsers in die
                    eerste oorlogsdagen van augustus 1914. Voor Nederland was het toen kantje
                    boord, maar de neutraliteit van België werd WEL geschonden en de Voerstreek
                    lag op de marsroute van de vijand.



           

                  

                                 
                                                               Veerle Reekmans' perfecte B&B "Hof van Vervoering"


                          Nu is de weg van Luik naar Brussel 6-baans en voorzien van het snelste
                     asfalt en na iets meer dan een uur neem ik de afslag naar Tervuren, waar
                     ik mij in café "de Keizerskroon" probeer in te lezen in de School van Tervuren,
                     een groep kunstschilders die zich rond 1870 te Tervuren vormde, rondom
                     Hippolyte Boulenger. Ik kan mijn aandacht nauwelijks bij mijn papieren
                     houden want het is gezellig druk in de Keizerskroon. Het is markt in Tervuren
                     en dat is hier bij uitstek een sociale aangelegenheid die zich voornamelijk in
                     de cafés afspeelt. Opvallend veel vrouwen die al zo vroeg aan het bier zitten.
                     En ook de witte wijn is populair. Ik hou het bij een kopje koffie, weggedoken
                     in een hoekje en geflankeerd door twee oude baasjes die, steeds na een periode
                     van lang stilzwijgen, een paar woorden onverstaanbaar Vlaams met elkaar
                     wisselen.



Markt te Tervuren, Café "De Keizerskroon"


                          Zo moet het er ook aan toegegaan zijn in herberg "In den Vos", hier schuin
                     tegenover aan de Markt, waar de schilders elkaar vanaf midden 19e eeuw
                     regelmatig ontmoetten en over hun kunst van gedachten wisselden. Zij
                     hadden het landelijke dorpje Tervuren ontdekt en kwamen er in de vrije
                     natuur schetsen en schilderen, net als eertijds in het Franse Barbizon.
                     Hyppolyte Boulenger was de eerste en sterkste persoonlijkheid van de
                     groep en bedacht tijdens een gezellig samenzijn met zijn kunstvrienden
                     “In den Vos” de naam “School van Tervuren” aan dit Belgisch Barbizon.
                     De uittocht van kunstenaars uit het Brusselse was niet meer te stuiten en
                     3 opeenvolgende generaties schilders portretteerden het dorp, het feeërieke
                     Zoniënwoud met de bronnen van het riviertje de Voer, en de directe landelijke
                     omgeving. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 kwam er een
                     einde aan de School van Tervuren, maar de plekjes bleven hun schilderachtig-
                     heid behouden tot op de dag van vandaag. Voor de schilder, de fotograaf en de
                     wandelaar…

 
          
    

                               Markt te Tervuren met de voormalige herberg "In den Vos"


                          Voor ik hun werken ga bewonderen in museum “Hof van Melijn” betreed ik eerst
                     het School-van-Tervuren-pad dat mij langs de mooiste plekjes zal voeren waar
                     Hyppolyte Boulenger,Joseph-Théodore Coosemans, Alphonse Asselbergs en    
                     andere pleinairisten ooit hebben zitten schilderen. Op deze ultieme herfstdag
                     wandel ik langs de oude pastorie, zo vaak door de schilders van de Tervuurse
                     School op het doek gebracht. Aan de Hertenbergstraat blijf ik even stil staan
                     tussen de vijvers voor het Robiano kasteel, dat ook ontelbare malen is afgebeeld,
                     steeds omlijst door het omringende natuurschoon met zijn vijvers en bomen.


                       
                    
Tervuren, oude pastorie                                                           Tervuren, vijvers met Robiano kasteel

                                                    
                                                 
Tervuren, Robiano kasteel                              Tervuren, de Wolvenweg


                         
Ik bevind mij hier in het brongebied van de Voer, moerassig bosland waarin de
                     schilders heel wat inspiratie vonden voor hun ‘sous-bois’, doeken die helemaal
                     gevuld zijn door een bosgezicht. Ook mijn fototoestel maakt overuren wanneer de
                     schilderachtige weg naast het moerassig gebied afloop. Ik geniet van het warme
                     invallende licht tussen de bomen, zie water glinsteren tussen het bladerdek. Zilver
                     tussen goud, goud tegen zwart. De herfst prikkelt nu al mijn zintuigen en vormt
                     een grandioze finale van mijn zwerftocht.


                                                                                                                  In het feeërieke Zoniënwoud, aan de bronnen van de Voer...
                        
 
        

  


                          Museum “Hof van Melijn” is helemaal gewijd aan de schilders van de
                     Tervuurse School en waar ik na afloop van mijn wandeling de enige
                     bezoeker ben. Op de schilderijen herken ik moeiteloos de plekjes waar
                     ik zojuist ben langsgekomen, in realistische en impressionistische stijl
                     op doek gezet. De Wolvenweg, een van de meest schilderachtige holle
                     wegen deze ‘Wolvengracht’, zoals hij ook wel genoemd werd, met kapellen
                     boven en beneden. Ook de Robiano-vijvers zijn veelvuldig vereeuwigd,
                     vaak in uitbundige herfsttooi. De prachtige winterlandschappen die er
                     hangen, maken in mij een nieuw verlangen los: dat naar die onbestemde
                     winterdagen wanneer dikke sneeuwvlokken uit loodgrijze luchten omlaag
                     dwarrelen en het hele land een onwerkelijk, haast magische aanblik geven.
                     Misschien is het wel daardoor dat ik altijd van het intieme van de winter zal
                     blijven houden: het verkleint zo de wereld om je heen en vanuit die veilige
                     geborgenheid is het heerlijk dromen van wat daarna weer komt...



                    
  

                                                   
                                                                                                                            Tervuren, Museum "Hof van Melijn"


                          Hier neem ik afscheid van mijn schilders, de herfst en de drie dames
                     achter de balie die mij binnen lieten zonder te betalen omdat zij niet
                     wisselen konden… Ik sla mijn biljet van € 50,- stuk in de Taverne aan
                     de Markt voor de plaatselijke lekkernij, de garnalenkroket. Een verlate
                     lunch waarna ik mij in de file stort op weg naar huis, een spookrit van
                     vele uren die mij weer terug brengt in de realiteit van alle dag...

   



                  Dank weer voor al jullie reacties en wees vrij om
                  een opmerking te plaatsen in mijn gastenboek!
                

                 
De titel-illustratie is gemaakt door Peter van Hugten
                 
Foto's werden gemaakt met een Samsung L100 digitale camera.
                     
Baseck Inc./Marco Polo Productions - © Timeflyer 2014



                              
                      B&B "Hof van Vervoering"
                      Veerle Reekmans                    
                      Kloosterstraat 13
                      3798 's Gravenvoeren / België
                     
+32 (04) 285 56 31                                                       
                      info@hofvanvervoering.be
                      http://www.hofvanvervoering.be