|
|
|
|
Nachttrein
naar
Toscane
- Cees Sleven, 12/13 september 2015
|
De trein
Zijn
opdracht was duidelijk: "haal twee koppen
sterke koffie en neem wat lekkers mee. Zullen ze vast wel hebben". Met
enige tegenzin stond hij op van zijn plek aan het raam en manouvreerde
zich
naar het middenpad van de hevig schuddende trein. De exacte plaats van
het
restauratierijtuig was hem onbekend, maar gevoelsmatig koos hij de weg
naar
voren, richting locomotief. Dit had hij afgemeten naar de positie van
zijn
eigen rijtuig in de trein en zijn drang om eerder op de eindbestemming
aan te
komen dan ieder ander. Na de eerste scheidingsdeur met het volgende
rijtuig,
die met een simpele druk op een geelverlichte knop te openen was,
veranderde
het looppad van richting en liep langs compartimenten waarvan van velen
de wat
smoezelige gordijntjes reeds gesloten waren. Wat zich daarachter
afspeelde kon
hij slechts raden. Het volgende rijtuig was moeilijker te betreden. Met
flinke
kracht moest hij twee deurhendels uit elkaar drukken om een open ruimte te
kunnen betreden waarin zich in het midden een donkerhouten tafel bevond
die
door artdeco-lampen flauw verlicht werd. Terwijl hij zich nog zorgen
maakte over
hoe hij straks op de terugweg, met in beide handen dampende koffie,
deze hendels
uit elkaar zou krijgen, viel zijn oog op een viertal zwaar bebaarde
mannen die
onder het gedempte licht op fluisterende toon met elkaar spraken. Bij
zijn
binnenkomst viel onmiddellijk het gesprek stil alsof zij iets kwaads in
de zin
hadden en op heterdaad betrapt werden. Wie waren zij en wat deden zij
hier? Hij
gunde zich geen tijd voor de antwoorden op deze vragen en zich tegen de
zijwand
van het rijtuig drukkend passeerde hij voorzichting dit tafereel,
nagestaard
door de baardmannen die hun gesprek pas voortzette toen hij achter de
volgende
scheidingsdeur was verdwenen. Hij stond nu tussen twee rijtuigen in op
ijzeren
platen waaronder de rails ratelend werd voorbij getrokken. Met enige
tegenzin
opende hij de volgende deur die in tegenstelling tot alle andere
geblindeerd
was. Na de druk op de knop opende deze zich langzaam en enigzins
plechtig. Ook
deze nieuwe ruimte was schaars verlicht, maar rijkelijk versierd met
barokke
ornamenten en vazen met de prachtigste bloemboeketten. Ook schitterde
er overal
kaarslichtjes die een dans tussen licht en schaduw op de wanden
projecteerden.
Tegen de achterwand van de wagon stond een beeld van een Madonna op de
maansikkel. In al zijn eenvoud was dit misschien wel het meest
imponerende dat
hij tot nu toe was tegengekomen. De Madonna keek meewarig op hem neer.
Altijd
maar die kaarsjes, de vragen en smeekbeden aan haar adres. Wat zou zij
toch
graag haar maansikkel eens verlaten en zich mengen tussen de reizigers
of
plaatsnemen achter de ramen om in alle rust te bekijken wat wij van de
wereld
gemaakt hebben. Maar dat Kind. Nee, ze heeft nu eenmaal de zorg voor
dat Kind
op haar arm. En dat geniet van de vele kaarsjes om Hem heen. Terwijl
hij zich
met moeite op de been kon houden omdat de trein schuddend
en bonkend over een spooremplacement
denderde, maakte hij oogcontact met het Kind en meende dat het zachtjes
naar
hem lachte. Hij had hier graag nog even gebleven, maar wilde ook zijn
opdracht
-twee koffie met wat lekkers- niet verzaken, dus ging hij verder op
zoek naar
de restauratie. Het volgende rijtuig had twee gangpaden aan weerszijde
van
compartimenten in het midden van de ruimte. Hij koos het linker pad en
kon zijn
nieuwsgierigheid niet onderdrukken door een blik naar binnen te werpen.
Het
waren de kijkdozen uit zijn jeugd: zijn oude schoolklas met de
vertrouwde
platen aan de muur. Het uitzicht over de daken van de stad vanuit zijn
jongenskamer. Het park waar hij zijn eerste meisje kuste, gadegeslagen
door de
eendjes in de vijver. Hij schuifelde van compartiment naar compartiment
tot de
beelden zich vervormden tot kaleidoscopische proporties. Draaiend glas
in
honderdduizend kleuren, die in de laatste vitrine langzaam maar zeker
uitdoofden tot slechts diep zwarte donkerte overbleef. Wat had dit te
betekenen? Waarom moest hij dit zien? Bevatte het misschien een
voorspellende
boodschap? Nieuwsgierig naar antwoorden betrad hij de volgende wagon,
een
helemaal lege ruimte zonder ramen, met alleen in het midden op een
sokkel
geplaatst, een helder verlichte wereldbol. Voorzichtig liet hij deze
ter
orientatie om zijn as draaien, toen hij een rode stip met de tekst "U
bevindt
zich HIER" ontdekte, ergens middenin het water van de oceaan. Met een
lichte aarzeling plantte hij zijn wijsvinger op de stip en vanaf dat
moment
kroop een onaangename vochtigheid vanaf zijn voeten naar omhoog. Eerst
nog een dun
laagje, maar al snel klotste het water van wand naar wand op het ritme
van de
schokkende wagon. Nu nam angst volledig bezit van hem en als in een
paniekreactie probeerde hij half wadend de overliggende deur te
bereiken. Toen
het water hem tot borsthoogte was gestegen, kwam de wereldbol -waarvan
het
licht inmiddels gedoofd was- los van de sokkel en kwam hem al rollend
over het
water achterna. De deur was met geen mogelijkheid te openen en na het
ondoorzichtige folie op de ruit eraf getrokken te hebben was daar...
niets,
geen locomotief, het einde... Slechts twee sporen die over oneindig
water naar
de horizon liepen. Op het moment dat de druk van de wereldbol op zijn
rug het
hevigst was, riep een stem: "Wat ben jij nou aan het doen?" Hij
ontwaakte
als uit een droom, maar de vochtigheid bleef. "Kijk nou wat je gedaan
hebt! Je hele broek is nat!" Terug in de werkelijkheid realiseerde hij
zich dat zijn waterflesje zich langzaam maar zeker, schuivend en
schokkend, los
had gemaakt van zijn raamtafeltje en op zijn schoot was gevallen. Vol
schaamte
keek hij naar zijn natte kruis en kon in zijn hulpeloosheid geen woord
uitbrengen. "Zal ik dan maar even koffie halen? En dat lekkers kun je
wat
mij betreft wel vergeten!".....
Je
reactie graag
naar: ceessleven@gmail.com
Website: http://cees.geldersnetwerk.nl
BASECK
Inc./Marco Polo
Productions Timeflyer © 1998-2015
|
|
|
|