Verwoeste brug bij Arnhem, met
daarnaast de door de geallieerden
gebouwde tijdelijk Bailleybrug, 1945/1946
"The" bridge from 'a Bridge to
far' at Arnhem and the temporary allied Baillybridge, 1945/1946
Al is het geen
Rembrandt waarmee je plotseling oog in oog
komt te staan op een inlooptaxatie, er zijn van die
momenten dat het verleden
onverwachts bij het heden aanklopt en dwingend om onze aandacht vraagt.
Een
verleden dat schreeuwt om niet vergeten te worden en daarvoor soms
bizarre
middelen gebruikt die alle wer-
kelijkheidszin en fantasie te boven gaan. Het
volgende toeval gaat om beelden, foto’s om precies te zijn. Ver-
loren gewaande
beelden van een door oorlogsgeweld verwoeste stad. Van het in het
bevrijdingsjaar 1945 ge-
ëvacueerde Arnhem.....
Turfstraat
Het is 1990 wanneer een
kennis langs gaat bij veilingbedrijf Derksen in Arnhem waar hij voor
een klein
bedrag
2 dozen met overgebleven spullen koopt, zonder van tevoren te weten wat
precies de inhoud is. De dozen, ge-
kocht onder één nummer, bevatten naast de
gebruikelijke prullaria ook een roestige bonenmolen, een papier-
snijmachine en
enkele zeer door het weer aangetaste fotocamera’s. Bijna wordt de hele
inhoud
als waarde-
loos en niet te gebruiken terzijde geschoven wanneer zijn oog valt op
een langwerpig pakketje onder in één
van de dozen, verpakt in smoezelig
krantenpapier. Na het papier afgerold te hebben blijkt het te gaan om
en-
kele
filmstroken in 6x9 formaat met totaal 52 negatieven.
Nieuwsgierig
geworden houdt de kennis
de stroken tegen het licht en meent daarop voornamelijk
stadsgezichten te zien die hij –als rechtgeaarde
Arnhemmer- bij de fotograaf
laat afdrukken. Groot is zijn verbazing als blijkt dat het gaat om
straatbeelden uit
het pas bevrijde Arnhem. Een spookstad met veel verwoeste
gebouwen aan nog lege straten, want de bevol-
king was nog niet teruggekeerd na
de evacuatie van 1944. En natuurlijk beelden van de brug die het zo
tragisch
middelpunt vormde van “Operatie Market Garden”. De kennis, die vermoedt
uniek
materiaal in handen te heb-
ben, zoekt contact met de “de Gelderlander” en samen
met een medewerker van deze krant wendt hij zich tot
dhr. P.R.A. van
Iddekinge van het Gemeentearchief Arnhem.
Deze beziet de afdrukken met groeiende interes-
se en selecteert er 18 als zeer
waardevol, vanwege het bijzondere standpunt van waaruit de opnamen zijn
ge-
maakt. Ook de hoge fotografische kwaliteit speelt een rol bij zijn
keuze. Op
15 februari 1999 staat de kennis
geheel bereidwillig de negatiefstroken af aan
het Gemeentearchief Arnhem in ruil voor
een aantal mooie ver-
grotingen. Later onderzoek zou uitwijzen dat het mogelijk
ging om opnamen van de Arnhemse fotograaf
P.J. de Booijs.
English
version:
Even though it is not a Rembrandt you
are suddenly faced with at a walkvaluation, there are moments that the
past unexpectedly becomes the present
and demands our attention. A past that begs not to be forgotten and
thus uses bizarre methods that exceed
our sense of reality and fantasy. The following coincidence is about
images, photographs to be exact. Long
lost images of a city devastated by war. The city of Arnhem, evacuated
in the liberation year of 1945…..
It is 1990 when an acquaintance stops
by at auction house Derksen in Arnhem where he buys two boxes of left
over stuff for a small sum of money,
not knowing their exact content. Apart from the usual knickknacks, the
boxes,
bought in the same lot, contain a
rusty bean mill, a paper cutter and a few photo cameras, among which
was a
rangefinder in the 6x9 format. The cameras were severely damaged by the
weather. The content is almost
dismissed as useless and of no value, when his eye catches a
rectangular parcel wrapped in
a smudged news-
paper at the bottom of one of the boxes. After unwrapping the paper it
turns out the parcel contains
some film strips
in 6x9 format, with, in total, 52 negatives. Having become curious, the
acquaintance holds the strips
to the light
and thinks they depict townscapes. Being born and bred in Arnhem he has
a photographer develop them.
How
amazed he is when it turns out the photographs depict city scenes of
Arnhem that had just been liberated.
A
desolated city with numerous destroyed buildings lining empty streets
since the population of Arnhem had
not
returned after the evacuation of 1944. And of course images of the
bridge that had become the tragic centre of
‘Operation Market Garden’. The acquaintance, suspecting to have unique
material contacts ‘De Gelderlander’
and together with an employee
of this newspaper turns to Mr P.R.A van Iddekinge of Arnhem’s municipal
archives.
The latter becomes more and
more interested in the prints and selects 18 as being very valuable
because of the
special position from
whichthe photographs were taken. The high quality of the photographs
also played a part in
making the selection. On 15
February 1999 the acquaintance volunteers to offer the negatives strips
to the
municipal archives in return
for some beautiful enlargements. Later research would suggest that the
pictures were
shot by photographer P.J de
Booijs from Arnhem.
Arnhem,
schade rondom Stationsplein
Henk Berensen fietste kort na de
bevrijding naar Arnhem. "Aan de Velperweg haalden we bij het militair
gezag
een permit en we mochten toen de stad
in". Die was totaal veranderd. "We liepen richting de brug en konden
ons nauwelijks meer oriënteren. Een
tramwagen lag in een bomtrechter. Links en rechts waren veldgraven,
soms bedolven door puin. Vuil en
afval lagen een meter hoog langs de straten en bijna de helft van de
binnen-
stad was totaal verwoest. Het was in
één woord verschrikkelijk". "Iedereen begon direct zijn huis schoon te
maken'', vertelt fotohandelaar Pieter
de Booijs van de Jansplaats. "Alle rotzooi werd naar buiten gewerkt,
met
als resultaat dat de Jansstraat
uiteindelijk nog maar twee meter breed was. Vuilnisophalers waren er
niet. Maar
burgemeester Chris Matser had in Den
Haag goede relaties. Er kwamen vrachtwagens met soldaten die eerst
de binnenstad en daarna de
buitenwijken hebben schoongemaakt....''
Fragment uit: "Arnhem
Spookstad"
van André Horlings (c)
English
version:
Shortly after the liberation Henk
Berendsen was cycling towards Arnhem. "At the Velperweg we picked up a
permit at the militairy authority and
we were allowed to enter the city". That had entirely changed. "We
walked
towards the bridge and we
almost lost orientation. A
tramcar was lying in a bombcrater. At the left and right were
graves in the fields, sometimes
covered with rubbish. Dirt and garbage piled up to 3,5 feet height
along the
streets and almost half the
city centre was completely ruined. A downright horror". "Everyone
picked up cleaning
their homes almost immediately", quoted photographer
Pieter de Booijs from Janssquare.
All the rubbish was
thrown out, resulting the Jansstreet
became only 7 feet wide in the end. There were no
dustmen. But city's Mayor
Chris Matser had valuable connections in The Hague.
Trucks with soldiers were on their
way, cleaning the city
centre first, just after that the
suburbs.....
Fragment from: "Ghostcity
Arnhem" by André Horlings (c)
Willemsplein
Een
toevallige ontmoeting...
Dmitri
Ivanovitsj Jermakov / Vroeg-Oriëntalistische Fotografie
Dmitri
Jermakov, 1885
I love art and worship
it. Photographer D. Jermakov. March 3, 1912. Tiflis
Nog nagenietend van deze wonderlijke plaatjes uit verre, geheimzinnige
oorden
en uit al even ver vervlogen tijden, onderneem ik de virtuele reis naar
het
Georgisch
Museum voor Fotografie, waar ik heel veel meer te weten kom over deze
reizende
fotograaf en kunstliefhebber.
Dmitri Jermakov reisde in de verschillende regionen van Georgië,
Armenië, Azerbaijan, Perzië, Turkije en de Noord Kaukasus,
altijd vergezeld door
een speciaal door hemzelf ontworpen mo-
biele camera, waarmee hij foto's
maakte van steden, landschap-
pen, architectonische monumenten en ethnische
groepperingen.
Hij nam deel aan vele wetenschappelijke expedities en
fotogra-
feerde in detail de vele beroemde monumenten, waarvan er een
aantal al lang
niet meer bestaan en slechts voortleven in zijn foto's.
Dimtri Jermakov
overleed op 10 november 1916 in zijn geliefde Tiflis.
Zijn fotografische erfenis
bestaat uit 127 albums met ruim 30.000
negatieven, een weergave van zijn grote geografische reikwijdte,
van Tiflis en omgeving tot Samarkand en
Konstantinopel. Maar
speciale aandacht ging altijd uit naar de
stad die zijn creatieve in-
spiratiebron zou blijven vormen: de bewaarde negatieven tonen een
schilderachtig beeld van Tiflis en haar ontwikkeling gedurende meer
dan 50 jaar.
Tiflis - Winkeltjes op de
Michael Brug, 1885
De
foto's van Dmitri Jermakov hebben niet alleen een grote
historische waarde,
maar zijn zeker ook van een hoog tech-
nisch en artistiek niveau, getuige de professionele afwerking
van zijn producten. Ook verdiepte hij zich in de laatste
tech-
nische ontwikkelingen op fotografisch gebied. Aanvankelijk
werkte hij met natte colloïde platen, later met droge bromide
gelatine platen van diverse formaten. Contactafdrukken
wer-
den gemaakt op bruin papier. Veel van zijn foto's
hebben hun
oorspronkelijke uitsnede behouden. Karakteristiek voor
zijn
fotografische stijl is het benadrukken van de ruimte in
zijn
composities.
Waterdragers, ca. 1880-1915
Tiflis, Kaukasus - ca. 1880
Piatigorsk, Elbrus
- ca. 1880
In opdracht van
Stichting Horizon werkt het Nederlands
Fotomuseum sinds 1999 samen met het Georgian
National Museum in Tbilisi aan de conservering en ontsluiting van het
archief van de Georgische fotograaf
Dmitri Jermakov (1846-1916). Vanaf 1999 wordt er onderzoek gedaan naar
dit bijzondere archief dat bestaat
uit zo’n 20.000 natte collodiumplaten, 15.000 stereokaarten, 25.000
originele afdrukken en meer dan 100
fotoalbums. Na een grondige renovatie van een vleugel van het Georgian
National Museum is een archief-
en bezoekersruimte ingericht waar een reconstructie van Ermakov’s
studio uit 1890 zal worden tentoon-
gesteld. Het archief van Ermakov wordt gereinigd, omgepakt en
digitaal ontsloten.
Fotografische stempel van Dmitri Jermakov
Kaukasus,
Georgië
Tapijtverkopers
"des Mädchens Klage" Schiller als inspiratiebron voor de kunsten
In het onlangs heropende Dordrechts Museum werd in
de zaal "Weemoed en Verlangen" mijn aandacht
getrokken door een schilderij van Ary Scheffer, getiteld:
'Een meisje in tranen aan de oever van de zee',
in het verleden ook wel onjuist geduid als 'De klacht van het meisje'.
De schilder zou geinspireerd zijn
door Schiller's gedicht 'des Mädchens Klage':
Der Eichwald brauset,
Die Wolken ziehn,
Das Mägdlein sitzet
An Ufers Grün,
Es bricht sich die Welle mit Macht, mit Macht,
Und sie seufzt hinaus in die finstre Nacht,
Das Auge vom Weinen getrübet.»Das Herz ist gestorben,
Die Welt ist leer,
Und weiter gibt sie
Dem Wunsche nichts mehr.
Du Heilige, rufe dein Kind zurück,
Ich habe genossen das irdische Glück,
Ich habe gelebt und geliebet!«Es rinnet der Tränen
Vergeblicher Lauf,
Die Klage, sie wecket
Die Toten nicht auf,
Doch nenne, was tröstet und heilet die Brust
Nach der süßen Liebe verschwundener Lust,
Ich, die himmlische, wills nicht versagen.»Laß rinnen der Tränen
Vergeblichen Lauf,
Es wecke die Klage
Den Toten nicht auf,
Das süßeste Glück für die traurende Brust,
Nach der schönen Liebe verschwundener Lust,
Sind der Liebe Schmerzen und Klagen.«
Maar niet alleen de Dordtse schilder Ary Scheffer liet zich door dit
gedicht inspireren, eerder al was het
Franz Schubert die dit gedicht van Schiller getoonzet heeft. Schubert
componeerde de pianocyclus
Impromptus, met als leidmotief het onbeantwoord verlangen naar geluk en
harmonie, in 1827.
Gecomponeerd een jaar voor zijn dood, in de laatste maar uiterst
creatieve levensfase van zijn leven,
behoren deze pianosonates tot de mooiste van de componist. Zij werden
door hem opgevat als afzonderlijke
stukken, die zowel alleenstaand als in een samenhang konden gespeeld
worden. 'des Mädchens Klage'
is één van hen...
Choreografe Sasha Waltz liet haar keuze vallen op deze klassieker uit
het romantische muziekrepertoire
als uitgangspunt voor een intieme choreografie, vertolkt door zeven
dansers. Het theatrale karakter van haar
vorige producties treedt in 'Impromptus' naar de achtergrond en maakt
plaats
voor pure dans. De sfeer is
ingetogen, romantisch en weemoedig. Esthetiek, eenvoud en abstractie
overheersen.
Drie intieme duetten
contrasteren met dynamische groepschoreografieën, die af en toe ook
begeleid worden door
live gezongen
liederen van Schubert. Het hele register van spontane gevoelens en
wisselende stemmingen, van
diepe
melancholie tot zuivere vreugde komt aan bod.