Scott Walker - 'It's
Raining
Today'
...It's raining today
and I'm just about to forget
the train-window girl
that wonderful day we met.
She smiled through the smoke
of my cigarette...
...It's raining today,
but once there was Summer and you
and dark little rooms and sleep in late
afternoons.
Those moments descend
on my windowpane...
...I've hung around to long,
listening to the old landlady's hardluck
stories.
You out of me, me out of you
we go like lovers
to replace the empty space
repeate our dreams to someone new...
...It's raining today
and I watch the cellophane streets.
No hangups for me,
'cause hangups need company.
The street gonna curl
the cold, trembling leaves...
...It's raining today
It's raining today...
( Scott Noël Engel, 1969 )
We dwalen door oud-West,
Kinkerbuurt. Speelplaats
van mij jeugd.
Ik tuur over het water van de gracht naar de brug waarop
ik voor het eerst haar hand mocht vasthouden.
En terwijl de kinderen 'n eind vooruit lopen,
realiseer ik mij dat ik nog steeds diezelfde hand mag vasthouden.
Die leidende,
en bovenal veilige hand. De leegte vult zich met dankbaarheid:
"You out
of me, me out of you... we go like lovers, to replace the empty
space..."
Zaterdagmiddag,
Vondelpark.
We spoelen letterlijk het theehuis binnen
en onderbreken er noodgedwongen onze nostalgische wandeling
door de buurt
waar wij beide geboren zijn. De regen slaat tegen de terrasramen,
wanneer
wij achterin een tafeltje opzoeken en -uitdruipend- onze warme
consumpties
omklemmen.
Vijf dampende koppen voor nog geen tientje, prijzen uit mij
jeugd...
April '96, Huize
'Vondelstede'.
Aan de rand van het park, voorlaatste halte
in de rit van het leven. Mijn schoonmoeder wil niet meer opstaan,
wil niet
meer verder leven. Is door onze zorgzame samenleving hier weggestopt.
En mijn Mieke is flink, lijdt met haar. Kijkt in de moegestreden ogen
en vangt
haar blik.
Door de angst heen ziet ze, heel even maar, een glimp van dat
leven van zonnedagen,
maar ook van grenzeloos verdriet dat bleef. En alles
wat geweest is, en gebeurd is,
het licht en donker van een mensenleven,
legt beslag op haar gedachten...
Hier ben ik een buitenstaander, voel me ongemakkelijk,
weet me geen raad met de situatie.
Ik ga voor het raam staan en kijk het
park in. Door het uitlopend groen kan ik nog net het theehuis zien...
April '98
Ondanks de neerkletterende regen buiten is
de stemming binnen aangenaam.
De meeste tafeltjes zijn bezet, het publiek
is divers. En plots is daar de zon,
werpt haar stralen over het werk van
Herman Brood aan de wand.
Het theehuis is één en al licht,
een uitverkoren plek.
We stromen met het licht naar buiten, en zien huize
'Vondelstede' nog in de sombere schaduw liggen.
Op ons tafeltje
blijft het vijfde kopje onaangeroerd achter...
(Uit: a rainy day
in the parc,
voorjaar '98)