Cees Sleven /// Homepage  



"Wer das Weinen verlernt hat, der lernt es beim Untergang Dresdens wieder" - Gerhart Hauptmann

|Het Florence aan de Elbe|Het landschap heeft (weer) gewonnen|Het verhaal van Dresden|Epiloog|





                HeT Florence aan de Elbe, dinsdag 11 maart

             Crisis, oorlog en wederopbouw...
               Met deze woorden in gedachten ben ik in de vroege ochtend van deze
               11e maart op reis gegaan naar de stad die ooit het Florence aan de
               Elbe werd genoemd. Als een feniks is zij echter verrezen uit de as van die
               verschrikkelijke vuurzee van februari 1945 toen Engelse en Amerikaanse
               bommenwerpers het hart uit deze prachtige stad wegsloegen in een
               storm van vuur die tussen de 35.000 en 250.000 slachtoffers maakte
               en 15 km2 van de  binnenstad met de grond gelijkmaakte. Ik wil graag
               met eigen ogen aanschouwen hoe deze stad dit alles te boven is gekomen
               en hoe passend is hiervoor mijn cadeau ter gelegenheid van mijn 65e
               verjaardag! Een diep gekoesterde wens komt uit wanneer een lange trein-
               reis in alle vroegte een aanvang neemt. Acht uur lang laat ik de wereld in
               panorama aan mij voorbij trekken. Eerst nog in nevelen gehuld, maar al
               spoedig blakend in de uitbundige voorjaarszon.Ik hou van het reizen per
               spoor. Het staren naar de wereld buiten maakt je hoofd leeg of brengt je
               op creatieve ideeën. Bovendien betrap ik mij op een verslavende vorm van
               voyeurisme wanneer ik vanaf mijn veilige plek achter het raam gluur in
               achtertuinen en op perrons. Voor ik er op aangesproken kan worden ben
               ik weer gevlogen. Duitse precisie  brengt mij via Hannover en Leipzig naar
               Dresden. En ergens daartussen passeer ik een onzichtbare grens die
               vroeger de DDR markeerde. In het landschap is na bijna 25 jaar hereniging
               de herinnering aan deze voormalige Oostblokstaat nog steeds heel goed
               zichtbaar.Overwoekerde emplacementen, voorbij draaiende betongrijze
               woonkazernes en overal half afgebroken fabrieken met bekladde gevels en
               ingevallen ramen. Verwrongen staal, roest en grauwheid. En dan zijn er de
               opdringende berken. Die lijken vanuit Siberië helemaal tot hier te komen.
               Hebben hun plek in het bos verlaten en parasiteren op beton en ijzer. En
               hen wordt geen halt toe geroepen. Hier heerst nog de crisis en ligt er een
               miljarden rekening te wachten om deze infrastructuur weer een beetje op
               orde te krijgen. En dan zijn er natuurlijk de duizenden volkstuintjes, nog
               zo'n overblijfsel uit de DDR-tijd toen de staat iedereen een stukje grond
               gunde voor de verbouw van eigen groenten en fruit. Elke strook, elke drie-
               hoek of onbestemd stukje grond wordt hier bewerkt. Het mooie weer heeft
               de mensen naar hun tuintjes gelokt, en er wordt druk gespit, gesnoeid en
               zaaiklaar gemaakt. Misschien wel noodzaak. De crisis, weet je...

               De snelheid van mijn ICE valt wat tegen. Slechts zo'n 175 km/u. wanneer
               wij de Elbe passeren en het indrukwekkende panorama van de Altstadt
               zich voor mij ontvouwt. Vanochtend begon mijn reis met bus 26, maar ein-
               digt hier met tramlijn 7 die mij middenin het centrum afzet. Ik logeer in
               een in oude stijl opgetrokken appartementengebouw, tegenover de Frauen-
               kirche. Dit 2e cadeau zal mijn uitvalsbasis zijn voor 2 dagen intensieve
               cultuurbeleving aan de hand van een uitgekiend programma van schoonzoon
               Martijn.
Ik schuif de gordijnen open en kijk naar mijn buurvrouw de
               Frauenkirche met haar machtige koepel die prachtig uitgelicht tegen de
               zwarte hemel staat. Gek genoeg heeft de kerk in die februaridagen van
               1945 nooit een voltreffer gehad, maar na 36 uur te hebben blootgestaan
               aan de enorme vuurzee kon op 15 februari 1945 om 10 uur in de morgen
               de koepel de zware last niet meer dragen en stortte in. Als symbool voor
               de trots van de burgers van Dresden staat zij er nu weer in haar oude glorie.
               En ik slaap onder haar vleugels. Met een gerust hart. Met de gordijnen open
               en het raam op een kier...



                                                                       




                 Het landschap heeft (weer) gewonnen, woensdag 12 maart

             Om even voor zevenen ontwaak ik uit een dromen-loze, vaste slaap door
             bedrijvigheid die mij vanaf de Neumarkt  bereikt. De terrassen onder mijn
             raam worden bevoorraad voor weer een dag uitbundig voorjaarsweer en met
             de zon die voorzichtig de tafeltjes en stoeltjes inneemt komen ook schoor-
             voetend de eerste gasten. Ontbijters, vroege koffiedrinkers, het nachtleven
             van Dresden gaat moeiteloos over in de nieuwe dag.
             Ik ontbijt buiten de deur in Gasthaus am Neumarkt, type buffet. Veel zaken-
             lui, veel mannen alleen, ik val nauwelijks op of het moet mijn uitstalling op
             tafel zijn van plattegronden, reisgidsjes en printjes over wat mij vandaag te
             doen staat. En dat is veel, waarbij het bezoek vanochtend aan de Gemälde-
             galerie Neue Meister met 19de en 20ste  eeuwse schilderkunst het hoogte-
             punt moet worden.


                  

                                                                      Albertinum / Gemäldegalerie Neue Meister

            

                                                                   Kunstacademie


             Tot openingstijd zwerf ik door de langzaam tot leven komende binnenstad en
             word ik getroffen door het bijzondere ochtendlicht dat mij op menige hoek van
             de straat tegemoet komt. Mijn fotografenhart springt open bij al dit licht- en
             schaduwwerk en wanneer ik bij de opgravingen aan de Jüdenhofe ben aan-
             gekomen vergeet ik de tijd. Dit open terrein dat grenst aan de Neumarkt laat
             de fundamenten zien waarover in '45 de verwoestende vuurstorm trok. Poortjes,
             trapjes en gangetjes van dit voormalige Jodenkwartier worden zorgvuldig bloot-
             gelegd en voor de geschiedenis bewaard. Als monument of als respectvolle nieuw-
             bouw. Want niets in Dresden gebeurt zomaar. Over alles betreffende de weder-
             opbouw wordt in detail overlegd. Van materiaal tot kleur, ik ken geen stad waar
             oud en nieuw zo harmonieus samen gaan en een levende eenheid vormen.



            
                                                    
Opgravingen aan de Jüdenhofe

                                                                 


             Ik steek door van Neumarkt naar Altmarkt, het oudste en grootste plein van
          de stad. Op dit vroege uur is het er nog leeg en koud in de schaduw. Ik weet
          mij omringd door representatieve op de Barok geïnspireerde huizenrijen die
          hier na de oorlogsverwoestingen van 1945 herrezen. Ik raak geïnspireerd
          door het spel van licht en schaduw en de contrasten tussen oud en nieuw.
          Tussen het ultra-moderne cultuurpaleis aan de noordzijde, thuisbasis van de
          Dresdner Philharmonie, en de Kreuzkirche in de zuidoost-hoek, het enige
          nog overgebleven historische gebouw aan het plein. Hier stond eens de
          Nikolaikirche, een Romaanse Basilica, met aangebouwde Kreuzkapelle waarin
          een splinter van het Heilig Kruis bewaard bleef. Sinds die tijd wordt de kerk
          die daarna vele malen verwoest en weer opgebouwd werd, Kreuzkirche genoemd.
          Voor het gebouw stuit ik op een monument voor het beroemde jongenskoor van
          deze kerk en haar dirigent Julius Otto (1804 - 1877). Met ruim 47 jaar en met
          meer dan 800 composities was hij de langstzittende cantor sinds de Reformatie.


         

          Dresden, Altmarkt

                                                           

                             
Monument Kreuzchor


             "Wer das Weinen verlernt hat, der lernt es wieder beim Untergang Dresdens.
             Dieser heitere Morgenstern der Jugend hat bisher der Welt geleuchet.
             ... Von Dresden aus, von seiner köstlich gleichmäßigen Kunstpflege in
             Musik und Wort, sind herrliche Ströme durch die Welt geflossen... Ich
             habe den Untergang Dresdens unter den Sodom- und Gomorrha- Höllen
             der feindlichen Flugzeuge persönlich erlebt... Ich stehe am Ausgangstor
             meines Lebens und beneide meine toten Geisterkamaraden, denen dieses
             Erlebnis erspart geblieben ist."

            
- Gerhart Hauptmann (1862 - 1946)


            

                                                                        V
óór 1945 - der Altmarkt - in 1946                                                                                 

             Later dan gepland bevind ik mij in het Albertinum tussen de schilderijen.
             Het is opvallend stil in het museum. Ik heb de Duitse romantici en impressionisten
             helemaal voor mijzelf en hoewel ik Vogeler's "Träume" en Dix's triptychon "Der Krieg"
             moet missen (zaal wordt opnieuw ingericht) raak ik onder de indruk van Caspar David
             Friedrich, Max Liebermann en Gustav Klimt. Hun schilderijen te zien, in deze ambiance
             en op deze bijzondere dag grijpt me naar de keel en maakt mijn bezoek aan Dresden nu
             al tot een succes.
Wat maakte op mij de meeste indruk? Was het het naakt van Paula
             Modersohn-Becker waarvoor zij zelf poseerde? Nog nooit vertoond door een vrouw en
             verfoeid door haar eigen man, de schilder Otto Modersohn. Mijn gedachten gaan onwil-
             lekeurig terug naar mijn bezoek aan Worpswede, de kunstenaarskolonie in het Duivels-
             veen bij Bremen. Ook Paula was ooit naar Worpswede gekomen, maar haar artistieke
             hart bleef altijd in Parijs waar zij kennismaakte met het werk van Gauguin, Cézanne en
             van Gogh. Haar schilderijen werden gedomineerd door een interesse in vorm en vlak.
             Het beeld was, vaak tegen de academische standaard in, in platte vlakken verdeeld in
             een stijl die weinig gemeen had met die van de overige “Worpsweders”. Er was dan ook
             veel onbegrip voor haar werk. Nee, niet Paula Modersohn-Becker en ook niet het beroemde
             "Taschener Altar" van Caspar David Friedrich. Maar wel zijn "Das große Gehege bei Dresden"
             uit 1831/32. Het universele landschap in avondstemming, zoals je dat overal kunt tegen-
             komen. Op de heide in Worpswede, vanuit de trein naar Dresden, ja zelfs aan de IJssel
             wanneer de stroming oplicht na het avondrood wanneer de zon haar aanwezigheid nog
             slechts verraadt in de okerkleurige strepen op de horizon.


            
            
Paula Modersohn-Becker, zelfportret (1906)                                  Caspar David Friedrich - "Das Große Gehege bei Dresden"


               
               


             In de middag slenter ik over de Brühlse Terrasse, het "Balkon van Europa",
             de meest geliefde promenade van Dresden. Van de Belvedere-Garten tegen-
             over het Albertinum naar het Theaterplatz over de oude vestingwallen langs
             de Elbe. Ik geniet van het mooie voorjaarsweer en het unieke uitzicht op de
             rivier met de historische raderboten. Om een nog mooier overzicht te hebben
             op de contouren van het oude stadscentrum steek ik de Augustusbrücke over,
             de brug die de Altstadt en Neustadt met elkaar verbindt. Middenop zet ik een
             zwerver samen met zijn Heidewachtel op de foto, en natuurlijk moet Dresden's
             skyline op de achtergrond. De hond al bijna 15 jaar trouw aan zijn baas, of die
             nou arm is of rijk, het maakt het dier niets uit. De man kijkt blij wanneer ik de
             foto voor hem maak, de hond toont geen emotie. Misschien wel de laatste foto
             samen. Niet lang meer of er zullen tranen vloeien, en wel echte en geen kroko-
             dillentranen...



            
                                                    
Brühlse Terrasse

                                                    
Hofkirche

               "Endlich eröffnete sich die Dresdner Gegend, in dem reichen Lande
               der im Morgenlicht glänzende Strom, daran die im Dufte schimmernde
               Stadt mit ihren Türmen, mit der sich über den Fluß spannenden
               imposanten Br
ücke. Mich überkam das volkommene Fühlen der
               Sch
önheit, des Zaubers der Stadt und der Herrlichkeit, die die grauen
               H
äusermassen und Türme bargen."

                   - Ernst Rietschel ( beeldhouwer uit Dresden, 1804 - 1861)


              

                                     


             Op het Theaterplatz zet ik mij neer onder het ruiterstandbeeld van
             Koning Johan (1801 - 1873). Van hier heb ik het mooiste uitzicht op
             de omliggende gebouwen. Ik ben door een barokke cirkel omgeven:
             Hofkirche, Residentieslot, Zwinger en Semperopera. Ik laat mij door
             de zon verwarmen en wil niet uit de cirkel breken. Maar ook niemand
             erin toelaten. Dit is ijdele hoop, want 4 Hollandse dames strijken ook
             neer aan de voeten van Koning Johan. Hun gesprekken gaan nergens
             over, de keus die hen voorlag was een paar dagen naar Center Parcs
             of naar Dresden. Volgende keer wordt het zeker weer een midweek in
             een bungalow voor de dames.


            
      


            
          Theaterplatz met Opera,
                                                                                                                              Residentieslot en Hofkerk

                    
                                       Hofkerk met altaarschilderij en rococo-preekstoel


             Ik haak af, breek uit en zoek een terras op. Een Salata Primavera
             smaakt mij prima zonder mij al te schuldig te voelen. Op de Frauen-
             kirche zie ik het zonlicht langzaam kleuren. Van geel tot oker. En
             daarna rood tot grijs ophoog kruipt en alle kleur doet verdwijnen.
             De terrassen stromen weer leeg, men zoekt de warmte binnen op.
             Het is tenslotte pas half maart. Dan begint alles wat klok is te luiden.
             Te beieren, oorverdovend en uit volle kracht. Het geluid rolt langs de
             gevels en over de keien. De dag wordt uitgeluid, de lucht geklaard.
             Het avond- en nachtleven kan weer een aanvang nemen...

             Ik daal af naar de Italiaan beneden en neem het opschrijfboekje mee
             om mijn gedachten over vandaag te ordenen.

             Ik wordt uit mijn mijmeringen gewekt als het aantal wachtenden voor
             een tafeltje onrustbarend toeneemt. Ik besluit mijn koffie aan de bar
             op te drinken om plaats te maken voor een dankbaar trio. Het levert
             mij een gratis grappa op die mij in strijd met een eerder glas stevige
             Chianti direct naar het hoofd stijgt. Naar boven red ik nog wel en op
             de verzendknop drukken ook. De foto's volgen later... Welterusten!



            
het verhaal van Dresden, dondersdag 13 maart


               


             Als ik mijn gordijnen open schuif baadt de Frauenkirche al weer tot haar
             trappen in het ochtendlicht. Mijn 3de dag in Dresden begint in het vertrouwde
             decor van omringende huizen in pasteltinten onder een strak blauwe hemel.
             De belofte van de vorige avond wordt volledig waargemaakt. Weer een prachtige
             lentedag kondigt zich aan en de keuze tussen de bakker en een geheel verzorgd
             ontbijt valt mij daarom niet zwaar.



              


             Weer stap ik Gasthaus Neumarkt binnen waar alles "echt Saksisch" is
             en waar men "geen grotere opdracht in het leven heeft dan de mens
             gelukkig te maken". Dat kan ik lezen boven het buffet vanaf mijn stra-
             tegisch gekozen tafeltje. Waarom krijg ik toch steeds een schuldgevoel
             als ik bij het spek en de eieren sta en mijn portie vergelijk met die op de
             volgeladen borden van de zakenmannen? Ik word hier toch gelukkig van
             en dat is volgens de spreuk toch echt de bedoeling. Ik sus mijn geweten
             verder met het feit dat ik de hele dag ga lopen en mijn lunch er wel bij
             in zal schieten.



                                                  


             Dan komt de teleurstelling: de Gemälde Galerie Alte Meister is deze hele
             week gesloten. Dat betekent geen Sixtijnse Madonna van Rafaël voor mij,
             geen Jan van Eyck of "Heilige Nacht" van Correggio. Ik had mij verheugd
             op Rubens en Rembrandt en door deze teleurstelling vind ik de Zwinger
             waarin de Galerie zich bevindt opeens een stuk minder mooi. Op het binnen-
             terrein kies ik een bankje voor strategisch overleg met mijzelf en besluit dit
             Barokke paleis toch te "doen". Ja, kritisch dat wel, want echt mooi vind ik
             het nog steeds niet. In de bouwkunst is dit duidelijk niet mijn tijdperk, maar
             gaandeweg de paviljoens kom ik toch onder de indruk van dit totale kunst-
             werk van architectuur en beeldhouwkunst. De vele lieftallige en ondeugende
             engeltjes doen mij al snel ontdooien en ze worden uiteindelijk dan ook uitge-
             breid op de foto gezet.



                                                                    
                                                                    
Madonna van Rafaël (fragment)


               
             Zwinger                                                                                     Wallpaviljoen

            
   Nymphenbad / Wallpaviljoen
                                           
   Kronentor
                                      Glockenspielpaviljoen  



             


             
Aan het eind van de ochtend keer ik terug naar de Neumarkt na eerst nog
           een blik geworpen te hebben op de binnenplaats van het Residentieslot.
           De imposante, open ruimte doet Italiaans aan, ademt nog helemaal de sfeer
           van de zestiende eeuw.
Het prachtig gerestaureerde gebouwencomplex met
           zijn vele torens en torentjes herbergt verschillende musea die ik op een later
           moment in de tijd nog eens hoop te bezoeken.


             
           Residentieslot gezien vanaf de Zwinger                                  Residentieslot, binnenplaats


          
Even later sta ik weer voor de karakteristieke koepel van de Frauenkirche,
           die om zijn vorm ook wel 'stenen klok' wordt genoemd. Herrezen uit de as van
           de allesverzengende vuurzee van februari 1945. Herbouwd godshuis als symbool
           van verzoening en van de veerkracht van de Dresdense bevolking. Terwijl ik mee-
           gevoerd word door de stroom toeristen en het interieur 'doe', verbaas ik mij over
           de barokke reconstructie en probeer mij voor te stellen hoe het hier geweest moet
           zijn zo vlak na de verwoesting en in de zwaar gehavende benedenkerk weer de
           eerste kerkdiensten werden gehouden.



                  
              Frauenkirche                                                     1946

             
              Dresden, 1946                                                    Mijn lunch haal ik 'zum mitnehmen'
                                                                        bij het bakkertje op de hoek en trek
                                                                        opnieuw naar de Belvedere-Garten
                                                                        met uitzicht op de Elbe. Hier vind ik
                                                                        het moderne plastiek "Staffelei am
                                                                        Fenster" voor de schilder Caspar
                                                                        David Friedrich (1774 - 1840) met
                                                                        de intrigerende inscriptie: "Der Maler
                                                                        soll nicht bloß malen, was er sieht,
                                                                        sondern was er in sich sieht. Sieht
                                                                        er also nichts in sich, so unterlasse
                                                                        er auch zu malen, was er vor sich
                                                                        sieht - C.D.F." Gevoelige jongen die
                                                                        Friedrich. Maar wel een om helemaal
                                                                        voor naar Dresden te komen...



                                                           


          De middag is bestemd voor het Stadtmuseum Dresden, want ik wil
            meer te weten komen over die afschuwelijke februaridagen in 1945,
            over de verwoestingen van het bombardement van Dresden en hoe
            van de pracht en praal van deze barokstad slechts één grote ruïne
            over bleef. "Wer das Weinen verlernt hat, der lernt es beim Untergang
            Dresdens wieder." Zo beleefde de dichter Gerhart Hauptmann  die 13de
            en 14de februari 1945. In het museum probeer ik te achterhalen hoe
            de geschiedenis met dit gevoel omgaat.



            
          Dresden, Stadtmuseum                                        Stadtmuseum, trappenhuis


          Het museum is een openbaring voor mij, een reis in de tijd vanaf de
            eerste handelaars aan de oevers van de Elbe tot het einde van de DDR
            en de eenwording van Duitsland. En altijd met Dresden in de hoofdrol.
            Ik ben de enige bezoeker en waan mij al snel in een tijdcapsule die mij
            afzet rond 1200, de tijd dat Dresden als stad vorm krijgt en de ene na
            andere kerk wordt ingewijd. Ik maak kennis met het alledaagse stads-
            leven in Dresden's Middeleeuwen toen de pest ook hier dood en verderf
            zaaide. Ik zie de bouw van de brug over de Elbe en de uitbreiding van de
            stad op de andere oever, de Neustadt. De tot bloei komende handel ligt
            met Duitse precisie in de vitrines, mooi vormgegeven en rijkelijk voorzien
            van moderne media. Veel dagboekfragmenten, muziek en klankbeelden
            illustreren de tentoongestelde objecten. Zo reis ik door de tijd en beleef
            ik de glorietijd van de Barok en Renaissance, maar zie ik ook de honger
            naar geld en macht. De donkere wolken van de oorlog pakken zich samen
            boven de stad, de strijd tussen de keurvorsten, Napoleon...
            De 20ste eeuw kondigt zich aan en ik beleef de Eerste Wereldoorlog nu
            eens van de andere zijde als ik luister naar de briefwisseling tussen Suse
            Krause en haar vriend Kurt Arnold die gelegerd is aan het front in Frankrijk.
            Hoewel ik de triptiek van Otto Dix, waarin hij zijn ervaringen uit de Eerste
            Wereldoorlog heeft verwerkt gisteren gemist heb, zie ik een afbeelding ervan
            staan op een lijst met entartete Kunst, de beruchte naziterm voor onwel-
            gevallige kunstuitingen. Ik turf de lijst: Otto Dix - diverse werken - o.a.
            "de kreupelen", een stoet slachtoffers zonder armen, zonder benen - 1929...


                                               


          Dan de wederopbouw, de grootse plannen voor de stad in het interbellum,
            eindigend in de crisis van de jaren '30. De opkomst van het Derde Rijk laat
            ook Dresden niet onberoerd: pogroms, Jodenvervolging en deportaties, niets
            blijft de bevolking van Dresden bespaard. Als de oorlog ten einde loopt moet
            het ergste nog komen. Op de avond van de 13de februari 1945 stijgen 771
            Lancaster-bommenwerpers van de Royal Air Force op van hun basis en zetten
            koers naar Dresden waar zij in totaal 2659 ton aan bommen laten vallen -
            Tienduizenden explosieven en daarna nog eens 650.000 brandbommen, die
            een nog niet eerder vertoonde vuurstorm veroorzaken. Weinige uren later, op
            de morgen van de 14de, verschijnen 311 B-17 bommenwerpers van de Ameri-
            kaanse luchtmacht boven Dresden en werpen nog eens 710 ton aan bommen
            af. De verwoesting wordt op dezelfde dag compleet gemaakt door nogmaals 210
            B-17's die nog een keer 461 ton aan bommen op de stervende stad laten regenen.
            En dat bij nauwelijks tegenstand in de lucht. Afweergeschut was al sinds januari
            verplaatst naar het oostfront. Na de aanval was 15 km2 van de binnenstad van
            Dresden met de grond gelijkgemaakt. Het beroemde Florence aan de Elbe bestond
            niet meer. Het juiste aantal dodelijke slachtoffers is tot op de dag van vandaag
            onbekend gebleven, omdat de stad overspoeld was met vluchtelingen uit het
            oosten. Geïdentificeerd werden 35.000 slachtoffers, schattingen lopen uiteen tot
            wel 250.000. Haastig gedolven massagraven waren ontoereikend om de doden te
            begraven; om epidemieën te voorkomen werden de lijken op de Altmarkt verbrand
            op stalen roosters, gemaakt van tramrails...
            En het motief voor deze slachting? Hierover wordt nog steeds gespeculeerd: een
            vergelding voor het bombardement op Coventry? Het tonen van de slagkracht van
            de R.A.F.? Solidariteit met de oprukkende Sovjettroepen? Feit blijft dat geen
            fabriek, kazerne of vliegveld geraakt werd.



         
          De verwoesting van Dresden gezien vanaf de Kreuzkirche


          De gebeurtenissen van die februaridagen hebben een bescheiden, maar indruk-
            wekkende plek gekregen in het museum: een lange, smalle gang leidt naar een
            projectiescherm aan het eind. Klein van afmeting, maar de beelden van de ver-
            woestingen zijn overweldigend. Hebben een enorme impact op mij tot reikt tot
            ver buiten het scherm. Dan krijg ik plotseling gezelschap van een aantal rol-
            stoelers die door de donkere gang als een treintje komen aanrijden. Onwille-
            keurig dringt zich een vergelijking op met "de kreupelen" van Otto Dix. Ik probeer
            mijn schaamte hierover te verbergen onder een koptelefoon terwijl ik druk voor
            het muziekstuk "Wie liegt die Stadt so wüst" van kantor Rudolf Mauersberger
            (1889 - 1971), gecomponeerd onder de indrukken van de verwoesting van Dresden
            naar teksten uit de klaagliederen van Jeremia voor het Dresdner Kreuzchor.
            Dit alles wordt mij teveel en ik kan tranen niet tegenhouden. De spastische vrouw
            in de voorste rolstoel ziet mijn onbeholpenheid en tovert een glimlach om haar mond.
            Om vervolgens naar de donkerte terug te keren. Ik blijf alleen achter. Alleen met de
            altijd aanwezige suppoost die meldt dat ik mijn lege waterflesje niet op de vitrine
            mag zetten. Met mijn mouw veeg ik mijn tranen van het tafelblad...


         


          Wie liegt die Stadt so wüst, die voll Volks war. Alle
            ihre Tore stehen öde. Wie liegen die Steine des
            Heiligtums vorn auf allen Gassen zerstreut. Er hat
            ein Feueraus der Höhe in meine Gebeine gesandt
            und es lassen walten. Ist das die Stadt, von der man
            sagt, sie sei die allerschönste, der das ganze
            land freuet?

            Sie hätte nicht gedacht, daß es ihr zuletzt so gehen
            würde; sie ist ja zu greulich heruntergesto
ßen und
            hat dazu niemand, der sie tr
östet. Darum ist unser
            Herz bert
übt, und unsre Augen sind finster gewor-
            den.

            Warum willst du so gar vergessen und uns
            lebenslang so gar verlassen? Bringe uns, Herr, wie-
            der zu dir, da
ß wir wieder heimkommen. Erneue
            unsre Tage wie vor alters. Herr, siehe an mein
            Elend, ach Herr, siehe an mein Elend!

           
- Uit de klaagliederen van Jeremia

            
 
           Ik omklem mijn gekochte museumgids als een kostbaar kleinood, mijn tijdreis in
            boekvorm. Voor de "Alte Meister" kom ik graag nog eens terug naar Dresden, maar
            eerst wacht mij nog een terugreis van ca. 9 uur. Een reis terug naar de routine van
            alledag. En die op zich is ook al heel bijzonder...




          
epiloog, vrijdag 14 maart


                  


               Op de vroege vrijdagochtend moet ik weer afscheid nemen van mijn buurvrouw, de Frauen-
            kirche. Zij waakte over mij en de plek waar ik deze 4 dagen te gast was. Ik zal haar aanblik
            en aanwezigheid missen. Tegen enorme kosten is zij weer herbouwd, onder vaak heftige
            discussies of deze kosten de herbouw wel rechtvaardigden. Maar zij is meer dan alleen maar
            geld en bouwmaterialen. De herbouw van de Frauenkirche staat ook symbool voor het
            herstel van de Duitse eenheid en de opbouw van de nieuwe Duitse deelstaten.


              


            Door ochtendvroege straten zoek ik mijn weg naar het station, een bijzonder
            gebouw dat zowel kop- als doorgangsstation is. De doorgaande sporen o.a. in
            richtingen Berlijn, Leipzig en Praag liggen hoog aan de buitenzijden, het
            middengedeelte ligt laag en is kopstation voor o.a. de richtingen Görlitz en
            Chemnitz. Al gauw word ik in beslaggenomen door de drukte om mij heen en
            en geniet met volle teugen van al deze spoor-bedrijvigheid. Even na negenen
            verlaat ik Dresden voor de richting Leipzig, een treinreis van ruim 9 uur tege-
            moet. De ochtendzon glinstert in het water van de Elbe met daarachter het
            vervagende silhouet van de Altstadt wanneer wij de zware spoorbrug oversteken.
            Ik blijf naar buiten kijken tot de laatste stadsbebouwing uit het zicht is ver-
            dwenen. De berken hebben in het voorbijtrekkende landschap de macht weer
            overgenomen wanneer ik in mijn reisgids aanteken wat ik gemist heb, wat ik
            persé had moeten zien. Een wordt een tamelijk lang lijstje, reden genoeg om
            hier dus snel terug te komen...



            Dank voor al jullie reacties en hebben jullie dit reisverslag met interesse gelezen,
            wees vrij om een opmerking te plaatsen in mijn gastenboek!


           
Foto's werden gemaakt met een Samsung L100 digitale camera.
              
Baseck Inc./Marco Polo Productions - © Timeflyer 2014



                     
              Aparthotel "Altes Dresden"                           Gasthaus Am Neumarkt
              Drescher Incoming & Tourismus GmbH     Café - Restaurant - Bistro
              An der Frauenkirche 20                               An der Frauenkirche 13
              01067 Dresden / Deutschland                    
01067 Dresden / Deutschland 
              +49(0)351-4381111                                       +49(0)351-32367210
              info@aparthotels-frauenkirche.de               info@gasthaus-am-neumarkt.de
              http://www.aparthotels-frauenkirche.de    http://www.gasthaus-am-neumarkt.de