De eerste
Voigtländer
BRILLIANT werd
geïntroduceerd in 1932 en had een metalen body. De camera lijkt op een
2-oog reflex (TLR), maar de bovenste (zoeker)lens stelt in het geheel
niet scherp - het was van het fixfocus type. TLR staat voor Twin Lens
Reflex. In dit type camera worden 2 lenzen gebruikt. De onderste lens
maakt de echte foto, de bovenste is voor het scherpstellen. Het beeld
van de bovenste lens wordt doorgaans geprojecteerd op een zoekerlens
via een vaste spiegel onder 45 graden. Vanaf 1937 krijgt de camera een
kunststoffen huis (bakeliet). Bovenstaande camera -met metalen body-
heb ik uit de nalatenschap van mijn vader.

Agfa
BILLY RECORD
Deze
Agfa BILLY RECORD met een F: 8.8
JGESTAR Anastigmaat stamt uit 1938. Het is een balgcamera voor 120
rolfilm met beperkte diafragma- en sluitertijdeninstellingen. De
verschillende typen in de populaire 'Billy Record' serie werden
gedurende lange tijd geproduceerd, tussen 1930 en 1958. De camera is
gedeeltelijk in Art Déco stijl. Deze Art Déco / Art
Nouveau stijl was erg "in" in de jaren tussen 1920 en 1939.
Sommige
metaaldelen zijn vernikkeld, wat iets zegt over het jaar van productie
van deze camera. Nikkel heeft een iets gelere glans dan chroom en werd
gewoonlijk toegepast vóór de Tweede Wereldoorlog. Nog een
aanwijzing voor het jaar van productie van de camera vormt de coating
van de lens. Is deze afwezig -zoals bij dit exemplaar- dan stamt de
camera van vóór de oorlog.

Kodak 620, MODEL-C
Niet
de oudste camera in mijn collectie, maar wel een bijzondere, namelijk
een Kodak 620,
MODEL-C uit 1933
afkomstig uit de fameuze Kodak A.G. Dr. Nagel-Werk in Stuttgart.
Voorzien van een Kodak Anastigmaat f:6,3 F=10,5 cm en een Pronto
sluiter met tijden 1/100, 1/50, 1/25, T en B. Ook deze camera was
rijkelijk voorzien van "Art Déco" versieringen aan de boven- en
benedenzijde en rondom de lens.
 Art Déco
versiering Kodak 620, MODEL-C
Deze
zogenaamde klapcamera's waren in vele uitvoeringen verkrijgbaar, van
eenvoudige sluiters en lenzen tot geavanceerde ontspanners en
hoogwaardige objectieven, en zij waren in die tijd uitermate populair.
Om met de woorden van Kodak zelf te spreken:
"Ze zijn alle zoo eenvoudig als men maar wenschen kan en
gemakkelijk in de behandeling. Ze worden alle met Kodak Film gebruikt.
Ze worden alle bij daglicht geladen en ontladen, zoodat vanaf het begin
tot het einde een donkere kamer overbodig is. Kodaks geven alle, naar
gelang van haar capaciteit, alleraardigste kiekjes van uw dagelijksch
leven, uw vrienden, uw uitspattingen, de takken van sport, die gij
beoefent en van uw reizen"
Mijn exemplaar is een schenking en heeft
nog de volgende kenmerken:
- In het leer op de achterklep staat gedrukt: "Kodak 620"
- De camera heeft een dunne opwikkelspoel
- Balg en metalen delen zijn in topconditie
- Camera-steuntje voorzien van "Kodak" opschrift
- Sluiter, diafragma, ontspanner en zelfontspanner werken
allemaal
- Er is een paraattas en een originele gebruiksaanwijzing
(Duits)

Kodak SIX-20 'Brownie' E
Met deze
Kodak boxcamera, de Kodak
SIX-20 'Brownie' E,
geproduceerd tussen 1946 en 1953 heb ik mijn 1e foto gemaakt. Ik mocht
hem lenen van mijn vader met de belofte om in de fotografieboeken te
zullen duiken om mij de technische- en artistieke aspecten van de
fotografie eigen te maken, iets wat ik maar al te graag deed. De camera
is nog steeds in mijn bezit en ik koester hem alleen al vanwege
het Art Déco frontplaatje! Ik prijs mij gelukkig dat ik hier ook nog
die 1e foto, genomen op een fietsvakantie door Nederland, kan laten
zien, afgedrukt op Agfa Lupex fotopapier met de toentertijd
gebruikelijke kartelrandjes. Er zouden nog ontelbaar veel foto's
volgen.....

Schipluiden
Een bijzondere
boxcamera, die ik in 2010 aan mijn collectie kon
toevoegen is de GLORY 6x9 boxcamera van de Nederlandse firma
NEFOTAF (Nederlandse Fotografische Apparaten Fabriek) uit
Weert. Deze van een achromaat van f:11/110mm voorziene box dateert uit
1949 en heeft 3 diafragma's en een vaste sluitertijd. Een grondige
schoonmaakbeurt leverde onderstaand fraaie exemplaar voor mijn
verzameling op.

GLORY boxcamera (1949)
Halverwege de jaren 60 kocht
ik mijn eerste, echt eigen camera, een Voigtländer
VITORET DR van mijn zuur
verdiende vakantiegeld. Een camera die in mijn ogen alles bezat wat
technisch nodig was om goede foto's te kunnen maken: Kleinbeeld, een
lichtsterke kleurgecorrigeerde lens (Color Lanthar 2.8/50mm), een
gekoppelde afstandsmeter en een niet gekoppelde selenium
belichtingsmeter. Alles erop en eraan, en dat voor een
scholierenprijsje! De negatieffilms nog in zwart-wit, maar de dia's
uiteraard in kleur! Onderstaand exemplaar is niet origineel, maar
samengesteld uit 2 aankopen op een fotobeurs, de een had een
onbeschadigde body, de ander een nog werkende (BEWI) belichtingsmeter.

Voigtländer VITORET DR
De VITORET
DR was de meest uitgebreide camera uit de serie en werd geproduceerd
tussen 1965 en 1970. De latere exemplaren hebben een hoekige body.
Hieronder 2 voorbeelden waartoe deze camera in staat was (foto van de
modelbaan met voorzetlenzen).


En
was er dan
geen 'onbereikbare' camera voor mij? Eentje waarvoor je alles over zou
hebben juist DIE in je bezit te hebben? Ja, die was er zeker! En die
kwam uit Japan, want daar kon men camera's bouwen wist ik uit eigen
(boeken)wijsheid! De Petri 7S, helaas ver boven mijn budget.....
Petri
7S met wide-auxlens

In de Slangenburg bij Doetinchem
Dit
herfstig berkenlaantje werd gefotografeerd met bovenstaande Petri 7S,
die ik alsnog, na zo vele jaren, in mijn bezit heb gekregen. De Petri
7S is uit 1963. Het is een kleinbeeld camera met een gekoppelde
afstandsmeter, de 'Green-O-Matic', waarbij de groene zoeker met het
gele instelvlak het scherpstellen aanzienlijk vergemakkelijkt. Deze
voor die tijd vooruitstrevende camera heeft ook een ATL
(around-the-lens) selenium belichtingsmeter, waarbij de volgnaald zowel
bovenop de camera als in de zoeker zichtbaar is. Door het 'Circle-Eye
System' van de belichtingsmeter wordt de belichting automatisch
gecompenseerd bij het gebruik van filters en tele- en groothoek
voorzetlenzen. Bijzonder aan dit exemplaar is nog het feit dat het is
uitgerust met een lichtsterke Petri 1.8/45 mm lens, wat het werken bij
weinig licht veraangenaamd. Dit gecoate 6-lenzige objectief tekent
zacht en is warm van
kleur, getuige de onderstaande foto van een winters stoppelveld.

Wintermorgen
bij Hummelo
Begin jaren 70 werd ik de trotse
eigenaar van een spiegelreflexcamera,
een Minolta SRT-101. Een volledig mechanische camera met een
aantal zeer innovatieve eigenschappen en van een degelijkheid die hem
de bijnaam 'de tank' bezorgde.

Minolta SRT-101
De Minolta SRT-101 is een kleinbeeld éénoog spiegelreflexcamera door
Minolta geproduceerd van 1966 tot 1975. Het is een zware, robuuste en
betrouwbare camera, in staat om prachtige foto's te maken, zelfs nu
nog, 40 jaar na zijn introductie. Een van die vooruitstrevende
eigenschappen betrof het lichtmetingssysteem met CLC (Contrast Light
Metering), 'het brein' genoemd. CLC was een variant op de 'door de lens
methode' met 2 CDS cellen. Het compenseert bij overbelichting, ervan
uitgaande dat het bovenste gedeelte van de foto (bewolkte) lucht is, en
het onderste gedeelte bestaat uit het onderwerp dat je wilt
fotograferen. De ISO waarden kunnen ingesteld worden van 6 tot 6400
ASA. Een correcte belichting kan ingesteld worden door een naald in de
zoeker samen te laten vallen met een cirkelmarkering die beweegt met de
belichtingsinstellingen.
Zoeker van de SRT-101 
De Minolta
SRT-101 was een van de eerste camera's die de belichting kon meten bij
volle opening. Dit was mogelijk doordat Minolta de diafragmaring van
zijn Rokkor MC lenzen dicht op de camerabody had geplaatst. Zo kon deze
ring mechanisch 'communiceren' met het lichtmetingssysteem in de
camera. Wat hierbij eigenlijk wordt doorgegeven, is niet het diafragma
zelf, maar de waarde tussen het gekozen diafragma en de maximale
opening van de lens. Mijn exemplaar is uitgerust met een 1.4/58 mm
Rokkor MC lens en de camera is nog volledig operationeel.
Een grote stap van bijna 40 jaar
maak ik nu naar het jaar 2008, waarin
ik voor het luttele bedrag van nog geen € 40,00 een Minolta HI-MATIC 9 op de kop heb getikt, puur om
nostalgische redenen voor het fenomeen meetzoeker-camera.

Minolta HI-MATIC 9
Minolta
produceerde deze camera tussen 1966 en 1969 en was het topmodel van
Minolta's lijn meetzoekercamera's met vaste lens. Sinds zijn
introductie werd de Minolta HI-MATIC 9 geprezen als 's werelds meest
veelzijdige automatische camera. Met een groot scala aan automatische
functies werd het maken van foto's een stuk makkelijker, je kon bijna
niks fout doen. Neem bijvoorbeeld het automatische elektrisch oog in de
Minolta HI-MATIC 9. Dat is gebaseerd op het gepatenteerde 'CLC' systeem
voor nauwkeurig belichte opnamen, zelfs in situaties met hoge
contrasten. Vele andere functies, die niet eerder op een 35mm camera te
vinden waren, maakten het fotograferen echt zo simpel als het indrukken
van een knop. Deze omvatten Minolta's 'SLS' systeem voor het snel en
handig laden van de film en 'Easy Flash' voor automatische
flitsfotografie. Voor speciale fotografische technieken, zoals bewuste
over- of onderbelichting kon de Minolta HI-MATIC 9 ook gebruikt worden
in de semi- automatische of handmatige stand. Geen enkele andere camera
op dat moment bood deze veel- zijdigheid. De camera is uitgerust met
een
kwalitatief hoogwaardig en lichtsterk Rokker-PF objectief. Mijn Minolta
HI-MATIC 9 kwam na 40 jaar uit de originele verpakking en is puntgaaf
zonder enige gebruikssporen.
Mocht je
denken dat ik de enige ben bij wie de aloude meetzoeker- camera nog
steeds in de belang- stelling staat, ga dan maar eens kijken op: Rangefinderforum.com en
ontdek op dit fantastische forum alles op het gebied van deze ook nu zo
nog populaire analoge camera's. |
Ook
bij de
spiegelreflexcamera's zette de
trend naar automatisering definitief door in
de jaren 70. Een goed voorbeeld hiervan is
de Minolta XG-2 uit 1977, een 35mm SLR
camera met automatische en volledig hand-
matige belichting, waarbij de belichtingsmeter
geactiveerd werd
door een lichte aanraking van
de ontspanknop. De camera is veel
compacter
en lichter van gewicht dan de volledig mechanische camera's,
zoals de Minolta SRT-101, die halverwege
de jaren 70 ook nog
geproduceerd werd (zie boven).

Minolta XG-2
De
voortschrijdende elektronica bestond verder uit een aan te sluiten Auto
Winder G die het mogelijk maakte de film motorisch te transporteren van
enkel beeld tot 2 opnamen per seconde. Minolta's speciale Auto
Electro-flash 200X geeft een 'klaar' signaal in de zoeker wanneer de
flits
gereed is en synchroniseert met de winder bij continu-opnamen. De XG-2
met een 1.7/50mm heb ik uit de nalatenschap van mijn vader, inclusief
35 mm groothoek- en 135 mm teleobjectief. De Auto Winder G en Auto
Electroflash 200X heb ik op een fotobeurs gekocht. Alles werkend en in
perfecte staat!

Elektronica Minolta XG-2

In de
jaren 80 en 90 neemt de elektronica in de camera industrie een hoge
vlucht, mede door de ont- wikkeling van de chip die het mogelijk maakte
deautomatisering ver door te voeren en bovendien de camera's steeds
kleiner te bouwen. Na de belichting was het nu de beurt aan de
scherpstelling
en het
flitsen om te automatiseren. AF, de autofocus werd geïntroduceerd en
het automatisch flitsen als het onderwerp daar aanleiding toe gaf.
Bovendien zorgde deze flitsautomatiek voor het reduceren van 'rode
ogen' bij
portretfoto's. Verder deed het display op grote schaal zijn intrede in
de
camera- bouw. Omdat de camera's zo klein konden worden geconstrueerd,
werd er ook veel aandacht geschonken aan de vormgeving, wat een aantal
zeer trendsettende modellen heeft opgeleverd. Bijvoorbeeld de Olympus [mju:]-1 met fix-focus objectief en de Canon IXUS 2 met een 2x zoomlens, motorisch
aangedreven door een mini-elektromotor. Het betekende wel het einde van
de lichtsterke, maar in verhouding grote objectieven van de
meetzoeker-camera's. De camera paste in de borstzak of het damestasje
en ging
overal mee naar toe. De pocketcamera was gemeengoed geworden, de wereld
begon
op uitgebreide schaal te registreren in plaats van te fotograferen, een
fenomeen dat door de komst van de digitale camera alleen nog maar ver-
sterkt zou worden. Mijn [mju:]-1 is helaas elektronisch defect, mijn
IXUS 2 is nog in perfecte staat en is bovendien mijn enige camera met
APS, het Advanced Photo System, waar- mee je bij opname de
verschillende
afdruk- formaten kon bepalen, onder andere het panoramaformaat.

Voigtländer VITOMATIC IIIb met Ultron 2.0/50 mm objectief

Na een
jarenlange speurtocht op fotobeurzen en op internet is het mij
onlangs dan toch gelukt: De aanschaf van een helemaal werkende en
cosmetisch prachtige Voigtländer
VITOMATIC IIIb uit de
periode 1965 - 1967, want oude liefde roest niet! Mijn eerste, eigen
camera was immers ook een Voigtländer. Maar waarom juist dit
model uit de bijna onbeperkte reeks van deze camerabouwer uit
Braunschweich? Waarschijnlijk omdat het compacte ontwerp van deze
Vitomatic toch alle wensen mogelijk maakt, maar daarbij toch een
typische Voigtländer blijft, sterker nog: Volgens insiders zijn de
Vitomatics misschien wel de beste camera's die Voigtländer ooit bouwde.
De IIIb is relatief klein, maar zwaar en solide gebouwd, heeft een
excellente zoeker en een uitmuntend objectief, de vermaarde Ultron
2.0/50 mm, een lens die de concurrentie met de huidige objectieven
gemakkelijk aankan. En ik zeg dit zonder 'lens-snob' te zijn! Maar er
is meer: Een gekoppelde belichtingsmeter met ingespiegelde waarden voor
sluitertijd en diafragma in de heldere zoeker. Hierin is ook de
volgnaald van de belichtingsmeter te zien. Selenium, dus geen gedoe met
(verboden) batterijen! Verder een accurate, gekoppelde afstandsmeter en
een handige filminleg. De sluiter kan alleen gespannen worden, wanneer
er een film in de camera zit. Het chroom- en leerwerk is van grote
klasse, de camera ziet er als nieuw uit en nodigt uit er direct mee te
gaan fotograferen!

De heide bij
Wolfheze, opname met de Vitomatic IIIb

Wodanseiken bij Wolfheze, opname met de Vitomatic IIIb
Een
camera die op mijn favorietenlijst van meetzoekercamera's zeker niet
mag ontbreken is de Yashica
ELECTRO 35 GSN, geproduceerd
tussen 1971en 1977 en voor zijn tijd een werkelijk revolutionaire
camera, vanwege de volledig automatische belichting, niet mechanisch,
maar volledig elektronisch.

Yashica
ELECTRO 35 GSN
De
GSN is de 4e generatie van de Electro 35 en voorzien van een zogenaamde
'hotshoe'. Bij deze camera horen diverse voorzetlenzen en zoekers, o.a.
een groothoek (36 mm), een tele (68 mm) en de zogenaamde Auto-Up Lens
voor fotograferen tussen 45 en 80 cm. Al deze accessoires worden op de
vaste, scherptekenende COLOR
YASHINON
DX 1:1.7 f=45 mm geschroefd.

Een belangrijke innovatie van Yashica was een unieke automatische,
geheel elektronische, traploze sluiter, waarvan de snelheid wordt
bepaald door een elektromagneet, vandaar de naam 'ELECTRO'. De juiste
belichting wordt bepaald door de diafragmaring zo te draaien dat zowel
de gele als de rode
lamp/pijl niet branden. Deze lampjes/pijltjes zijn zichtbaar
zowel op de camera als in de zoeker. Een pijltje zichtbaar naast de
lampjes op de bovenplaat geven de richting aan waarnaar de
diafragmaring gedraaid moet worden voor een juiste belichting. Het
waarschuwt ook wanneer de sluitertijden te lang worden en een statief
noodzakelijk is.

Mijn GSN is in puike conditie
en -mèt de
bijpassende flitser MS-20 DX- helemaal
compleet, inclusief alle accessoires, tasjes en bijbehorende
handleidingen. Van fabriek af werden deze camera's geleverd met plastic
afdekplaatjes voor de hotshoe en het flitscontact aan de zijkant van de
camera. Een oud- medewerker van Yashica, nu woonachtig in de VS, heeft
mij deze plasticjes welwillend en voor niets toegestuurd, waardoor mijn
GSN helemaal af is!
De
finishing touch!
En dan prijkt er
in mijn vitrinekast
nog een 'poor man's Leica', de Canon CANONET QL17 G-III, een onmogelijk lange
naam voor een topklasse camera uit de periode 1972-1982 die in veel
opzichten kon wedijveren met de Leica CL. Waarschijnlijk is het de
bestverkochte 35 mm meetzoeker- camera met vaste lens ooit en heeft
ongekende eigenschappen voor deze prijsklasse: Een scherpe, lichtsterke
1:1,7 f=40 mm lens, automatische belichting met sluiter-voorkeuze, maar
ook handmatig te bedienen, flits- synchronisatie op alle sluitertijen,
automatische paralax-opheffing en een quick loading film systeem (QL).
De camera is zeer compact en tekent reeds bij volle opening erg scherp,
en is daarom een ideale reiscamera, zeker ook voor opnamen bij slechte
lichtomstandigheden.

Canon CANONET Q17 G-III met bijpassende Canolite D flitser
In combinatie
met de Canolite D flitser kan automatisch geflitst worden.
Camera en flitser heb ik voor een luttel bedrag gekocht op eBay en
vertonen nauwelijks gebruikssporen. Wel heb ik de schuimrubberen
afdichtingen vervangen en de camera voorzien van een WeinCell MRB625
batterij. Denk nu niet dat mijn vitrinekast een rusthuis voor oude
camera's is:
Alle camera's zijn gebruiksklaar en zeer opnamebereid!

Olympus-35 ECR
met bijpassende flitser van AG-lampjes
Een recente
aanwinst in mijn collectie is een Olympus-35 ECR,
een vol- automatische meetzoekercamera uit 1972.
Een kleine, stevig in de hand liggende en goed geconstrueerde camera
van het type 'point-and-shoot', waarbij 'ECR' staat voor
'Electronically Controlled Rangefinder'. De camera heeft een 42mm f-2.8
E-Zuiko lens - de 'E' geeft aan dat het hier gaat om een objectief met
5 lenselementen in 4 groepen, optiek dus van hoge kwaliteit. De
Seiko-ESF bladsluiter maakt automatische opnamen tussen 4 seconden en
1/800 sec. Diafragma en sluitertijd zijn gekoppeld via een
lichtafhankelijke curve. Welke combinatie er gekozen wordt weet je
niet, maar het werkt! Een extra ring om het objectief waarop het
richtgetal van de flitser kan worden ingesteld, maakt automatisch
flitsen mogelijk door de koppeling van de meetzoeker aan het diafragma.
Door een hendeltje aan de voorzijde van de camera kan de sluiter
vergrendeld worden om onbedoelde opnamen te voorkomen. Een kleine
camera, maar met heel wat in zijn mars!
En dan
is het alweer fotobeurs, de Fotografica markt 2010 in Doesburg.
Ook nu weer met recht de grootste fotobeurs in de openlucht in Europa!
En dan kom je niet met lege handen thuis...

Kodak RETINA IIIc
(1957) uit Nagel Camerawerks in Stuttgart

De Kodak RETINA IIIc, type 021
Ausführung II, een
meetzoeker-camera,
geproduceerd door de Nagel Camerawerks in Stuttgart in
Duitsland in 1957, in een kleine serie vooruitlopend op het model IIIC
('grote C') en reeds voorzien van een nieuwe belichtingsmeter, waarmee
ook de IIIC zou worden uitgerust (zonder blinderingsplaatje tegen
direct invallend licht). Deze selenium belichtingsmeter is niet
gekoppeld en werkt met lichtwaarden die ingesteld moeten worden op de
lensvatting. Mechaniek zorgt er verder voor dat de juiste combinatie
van diafragma en sluitertijd behouden blijft. De camera heeft Duitse
precisie-optiek met een f:2,0 / 50 mm Schneider- Kreuznach Retina Xenon
C objectief (6 elementen / 4 groepen),
met een verwisselbare frontlens, die plaatsing van een groothoek- of
telelens mogelijk maakt. Hierbij wordt dan een speciale opsteekzoeker
gebruikt. Dit model is voorzien van een Synchro-Compur sluiter van 1
sec. tot 1/500 sec. + B. Mijn exemplaar is in puike cosmetische
conditie, met slechts lichte barstjes in de (aluminium)
transporthendel. De lens is schoon en helder en alle mechanica lijkt
goed te werken. En ik werd niet teleurgesteld: Na een kommervol bestaan
in een Frans fotomagazijn is deze camera door een Kodakcolor 200 weer
helemaal tot leven gekomen, getuige onderstaande foto's:
Opnamen gemaakt met Kodak
RETINA IIIc met Schneider-Kreuznach
Retina-Xenon C 1:2.0/50mm
De Kodak
Retina was een echte systeemcamera met kwalitatief hoogwaardige
accessoires en het geeft grote voldoening nu, na bijna 50 jaar, mijn
IIIc te hebben kunnen completeren met de volgende toebehoren:
- Originele paraattas en handleiding
- Rechthoekige
zonnekap met banjonetsluiting
- Telelens
Retina Longar Xenon C, f: 4/80 mm
- Groothoeklens
Retina Curtar Xenon C, f: 5,6/35mm
- Opsteekzoeker
voor de tele- en groothoeklens
- Opsteekmeetzoeker
voor de voorzetlenzen N1 en N2 (en N3 = N1+N2)
- Voorzetlenzen
N1 en N2
- Kodak
geelfilter 2x/32 mm
- Kodak
roodfilter 3x/32 mm
- Retina
Guide - W.D. Emanuel, 2e editie 1958
- Das
Retina-Buch - Dr. Otto Croy, 3e oplage 1954
- Retina
Manual - Edward S. Bomback, 1e editie 1956
De RETINETTE
was Kodak's goedkopere alternatief
voor de Retina's en eveneens een product van de Duitse Kodak AG. Een
lang lopende serie, geintroduceerd in 1939, en via vele types en
modellen tot ver in de
jaren 60 op de markt. Mijn
exemplaar is het laatste model de Kodak
RETINETTE Ib type 045 gefabri-
ceerd tussen
1963 en 1966. Het
serienummer is 293666 in een serie die liep van 285443 tot
540065. Ik neem dus aan dat mijn camera stamt uit 1963. Het is een 35
mm zoekercamera met een ingebouwde, gekoppelde selenium
belichtingsmeter van het merk Gossen. In de heldere zoeker met paralax-
aanduiding is de naaldaanwijzing van de belichtingsmeter zichtbaar. De
lens is een Rodenstock Reomar 45 mm/f 2.8, afgeleid van de
oorsponkelijke Schneider Kreuznach triplet. De lens is blauwkleurig
gecoat. De sluiter is een Prontor 500 LK sluiter met tijden vanaf 1/15
tot 1/500 sec. +B. De transporthendel bevindt zich net als bij mijn
Retina IIIc aan de onderkant van de camera. Dit laatste type 045 heeft
een zogenaamde "hot shoe" met direct-flitscontact en een
dieptescherpte-schaal om de lensvatting. Tenslotte is -in tegenstelling
tot het vorige type 037- het lettertype voor de naam op de bovenkant
van de camera veranderd van een oplopende "Italic"
in een horizontale "sans-serif".
Kodak RETINETTE IB type 045 uit1963
De
Retinette heefd geen ingebouwde afstandsmeter en is dus geen
rangefinder- meetzoekercamera. Scherpstellen gaat door middel van een
afstandsring met scherpstelsymbolen en dan is niet erg accuraat. Vaak
werd een losse Watameter afstandsmeter bovenop in de flitsschoen
geplaatst.

Watameter Combi uit 1952
Een bijzondere uitvoering van deze afstandsmeter is de Watameter Combi,
zoals de naam al aangeeft een combinatie van een afstandsmeter en een
optische belichtingsmeter. Deze "uitdovings"meter maakt gebruik van een
strook met verschillend genummerde ND-filters. De werking is eenvoudig:
je kijkt naar het donkerste, laatste nog zichtbare nummer en brengt dit
over op de schijf bovenop de meter, tegenover de te gebruiken DIN/ASA
waarde. Aan de andere kant krijg je nu de gewenste diaframa/
sluitertijden combinatie. Nadeel van dit type belichtingsmeter is dat
hij niet werkt in donkere omstandigheden en het feit dat de ogen gaan
wennen aan het donker en de meting bedriegen. Voordeel is wel dat je
nooit batterijen nodig hebt! Bovenstaand exemplaar ziet er nog prima
uit en is helemaal operationeel. En dat sinds 1952...

En
anders zijn er altijd nog de talloze belichtingstabellen, zoals deze
uit een Kodakfolder:
De
Retinettes waren populaire camera's en mijn exemplaar staat
inmiddels opgepoetst en glimmend naast haar grote broer, de Retina
IIIc, in mijn vitrinekast met de volgende accessoires:
- Originele paraattas en handleiding
- Kodak flexibele zonnekap, 32 mm schroef
- Opsteekmeetzoeker
voor de voorzetlenzen N1 en N2 (en N3 = N1+N2)
- Voorzetlenzen
N1, N2 en N3
- Kodablitz
Flashgun voor AG-1 flitslampjes
- Wata
Combimeter / Wate Combimeter luxe
- Zauber
der Kamera - Helmut Nagel, 1977

Voigtländer VITO CLR met Color-Skopar f: 2.8/50 mm objectief
Een
aankoop uit Zwitserland, deze Voigtländer
VITO CLR,
een complete rangefinder met het begeerde
Color-Skopar 2.8/50 objectief en topmodel uit
de VITO-serie. Dit is het standaard model
met een afleesbare belichtingsmeter op de
bovenzijde. Het De Luxe model had een
ingespiegelde belichtingsmeter in de zoeker. Beide
modellen werden geproduceerd tussen 1963
en 1968 en waren van mechanisch en
optisch solide kwaliteit. De opgegeven
kwaliteit 'als nieuw' bleek in de
praktijk nogal tegen te vallen,
want de ingebouwde afstandsmeter bleek
defect en er was duidelijk aan
de camera gerepareerd. Na reclamatie
heb ik mijn 4 tientjes
teruggekregen en mocht ik het toestel
houden. Met een provisorisch gerepareerde
afstandsmeter en na een grondige schoonmaakbeurt
staat 'mijn' VITO CLR te glimmen in
de vitrine en krijg ik een knipoog
van de Color-Skopar.....
Kodak RETINA Automatic III, type 039, met skylight filter
September 2011, de verwachtingen zijn
hooggespannen bij de komst van deze 'automatische' Kodak RETINA Automatic III met sluitertijden-voorkeuze of
volledig handmatige bediening. Veel zal dus afhan- gen van de goede
werking van de ingebouwde selenium GOSSEN-belichtingsmeter. En dat viel
mee! De meter (af te lezen bovenop de camera) reageert op licht, en dat
is zeldzaam voor camera's van zo'n 50 jaar oud, want de
lichtgevoelige werking van selenium neemt af onder voortdurende
blootstelling aan licht, ook al is dit schemerlicht. Ook een
plotselinge schok of het verkeren in vochtige omstandigheden is
'dodelijk' voor een selenium belichtingsmeter. De sluiter 'vuurt' op
alle waarden, maar helaas... Het diafragma wil niet sluiten,
waarschijnlijk door hard geworden vet op de bladen, ook zo'n typisch
ouderdomsverschijnsel. Toch wil ik de camera behouden, want na een
grondige, uitwendige reinigings- beurt kwam deze als 'herboren'
tevoorschijn en is een pronkstuk in mijn vitrine, al zal ik er
waarschijnlijk nooit mee fotograferen. Type 039 kent 2 uitvoeringen:
Het verschil zit hem in het formaat van het venster van de
belichtingsmeter, bij mijn camera- nummer EK829051 is dit groot en
bijna
tot op de hoek gebouwd. Verder is de camera voorzien van een 4-lenzig
Schneider Kreuznach Retina-Xenar f: 2,8/50 mm objectief, een
ingebouwde, gekoppelde afstandsmeter (werkt nog vrij nauwkeurig -
afstandschaal in feet) en een Compursluiter met tijden B
+ 1/30, 1/60, 1/125, 1/250, 1/500 sec. De
Automatic III werd geproduceerd bij Nagel Camerawerks in Stuttgart
tussen 1960 en 1963. Bijzonder is nog de lensvatting, die bij mijn
exemplaar goud/bronskleurig is. De reden hiervoor heb ik nog niet
kunnen achterhalen.
* TIP: Plak
het venster van een selenium-belichtingsmeter altijd af met zwart
isolatieband wanneer de camera in een vitrine staat of NIET bewaard wordt in een
paraattas!
Door verwarming
van het achterste lenselement met een halogeenlampje en een zacht tikje
tegen het camerahuis kwam uiteindelijk het diafragma los en reageerde
goed op het draaien van de diafragmaring. Eigenlijk moeten de
diafragmabladen goed schoongemaakt worden met Ronsonol (wasbenzine),
maar daarvoor moet het achterste lenselement eruit en dat is (duur)
specialistenwerk.
De dame is dus
niet ziek, alleen maar oud, en dat mag na bijna 50 jaar! Ze krijgt
zelfs nog een prominentere plaats, deze koningin van de vitrinekast...

Accessoires voor de Retina Automatic III
- Originele paraattas
- Originele Engelstalige handleiding
- Kodak Skylightfilter, 32 screw-in (met
filtertabellen)
- Tiffen Series #6 adapterring
- Kodak Series #6 Portra Lens 2+
- Kopil selftimer
- Collector's Guide: Kodak Retina Cameras -
Kalton C.Lahue, 1973 (Book no. 630 - 64 pages)
19
Augustus 2012, op de warmste van van het jaar, die ik goede zaken op de
jaarlijkse Fotografica- beurs in Doesburg. Het is heet en de meeste
koopjesjagers geven de voorkeur aan de kramen aan de schaduwzijde van
de straat. Aan de overzijde, in de volle zon, liggen de vele metalen
camera's te bakken in de zon en zijn nauwelijks op te pakken om ze te
bekijken. Ik waag het erop en zal voor mijn euvele moed beloond worden
met de ontdekking van een Voigtländer
VITO CLR Luxe, een
meetzoekercamera waarnaar ik al langere tijd op zoek ben. Het is het 3e
(en laatste) model van dit type en werd gefabriceerd tussen 1963 en
1968. Gevat in een Prontor 500 LK sluiter en voorzien van het mooie
Color-Skopar 2.8/50 mm objectief heeft dit model een gekoppelde
selenium belichtingsmeter, waarvan de naald aan de bovenzijde EN in de
zoeker zichtbaar is. Uiteraard is er een gekoppelde afstandsmeter en
een accessoire-schoen. In vergelijking met de eerdere modellen is de
bovenzijde van het camerahuis iets hoger.

Voigtländer VITO CLR Luxe met ingespiegelde belichtingsmeter
Voor slechts € 15,00 heb ik dit topmodel
uit de VITO C-serie meegenomen en hoewel sterk vervuild, was de camera
gaaf EN werkend, wat vooral voor wat betreft de belichtingsmeter
onderhand een zeldzaamheid is! Na een grondige schoonmaakbeurt kan ik
met recht dit exemplaar weer recht in de ogen kijken!
11 Jaar liggen er tussen de PETRI 7s
uit 1963 en de PETRI 7s II uit 1974, een vaste lens
meetzoekercamera uit Japan die als enige wijziging de aanwezigheid van
een flitsschoen met middencontact onderging. Ook de 7s II was leverbaar
met een 2.8 of een lichtsterke 1.8/45 mm lens. Ik duikelde op de
Fotografica-beurs een gaaf en volledig werkend 1.8-exemplaar op en
mijmer nu over de 11 jaren die tussen mijn beide Petri's liggen: Was
het (technische) stilstand of was de 7s uit 1963 zijn tijd al ver
vooruit? Tegen beter weten in (de beginjaren 70 waren economisch niet
de gelukkigste jaren voor Petri) ga ik uit van het laatste. Mooie,
doordachte camera's met prachtige optiek. Misschien een beetje
kwetsbaar, maar mijn 2 volledig werkende exemplaren vormen dan
misschien de uitzondering op de regel! Zie ook mijn PETRI 7s (boven).

Petri
7s II met 1.8/45 mm lens
Fotografica-beurs, editie 2014. Mijn
verzameling meetzoeker-camera's kunnen uitbreiden met een gave
en volledig werkende Contessa
LKE van het merk Zeiss
Ikon. De voormalige Oost Duitse Zeiss Ikon fabriek AG in Dresden
stond jarenlang bekend om het maken van camera's en lenzen van zeer
hoge kwaliteit. Zeiss Ikon bouwde deze Contessa LKE van 1963 tot 1965
als een "Low budget camera", maar deed dat zonder enige concessie te
doen aan de kwaliteit. De fraai gestileerde en robuust gebouwde
Contessa LKE heeft een gekoppelde Selenium belichtingsmeter (zichtbaar
in de zoeker en boven op het camerahuis), een pittige Prontor 500 LK
sluiter van 1/15 tot 1/500 sec.en het vermaarde Carl Zeiss Tessar
2,8/50 mm. objectief. Het lage
bouwnummer van C 6721 en het ontbreken van een "hotshoe" wijst op een
exemplaar uit de eerste series (1963).
Manual Contessa LKE, 1963
Bij mijn laatste
bezoek aan Berlijn trof ik in een boek over de voormalige DDR een
plaatje aan van een wel heel bijzonder cameraatje, namelijk van een Penti II, een toestelletje dat
uitsluitend bedoeld was voor de binnenlandse markt en dat mateloos
populair was in Oost Duitsland. Inmiddels is de camera geworden tot een
waar cultobject, mede door de hippe kleurcombinaties, waarvan de
goud-zwarte het meest populair was. Op eBay vond ik zowaar een NIEUW
exemplaar, compleet met toebehoren (zie foto).
De Penti II werd in 1961
geïntroduceerd door de VEB Kinowerke, de voorganger van Pentacon. Deze
versie werd een echte klassieker, omdat het een uniek ontworpen
complete zoekercamera combineerde met een gekoppelde selenium
lichtmeter die zichtbaar was in de zoeker. De productie liep tot 1977.
Ook het filmtransport was eigenzinnig. Na het afdrukken verschijnt er
aan de linker kant van de camera een stift die na indrukken de film
transporteert en de vergrendeling tegen dubbele opnamen activeert. De
sluiter zelf hoeft niet gespannen te worden, omdat de camera een
zichzelf spannende sluiter bezit. Deze manier van filmtransport was
welliswaar gemakkelijk, maar niet altijd betrouwbaar. Hij werd dan ook
niet verder ontwikkeld. De camera was voorzien van een Meyer Domiplan f
1:3,5/30 mm objectief en maakte gebruik van het SL-systeem voor half
kleinbeeld (vgl. Agfa's Rapid film), waarbij gebruik gemaakt werd van
twee identieke cassettes, de een geladen, de ander leeg.
Tot de uitrusting behoorde zeker ook Werner Wurst's leerboek "Die
Penti-Schule" uit 1970 dat ik bij deze camera heb aangeschaft.
|